B9G6ELAA R* ONS ZEELAND 13 station. uitgeleide doen. populair beambte. we zien hem noode vetrekken. bonjour." Weg was hij. Ik stond stil. Greep me aan lantaarnpaal vast. 't Duizelde me „Allemaal naar 't station en toch niet gaarne zijn vertrek zien." Zijn zij gek. of ben ik het? Na Hofmann druppels en lange rustpoos tot be daren gekomen. Herinnerde me nu een dergelijk ge val, dat me eens in Bommersklonte overkwam. Groot dorp, klein kerkje. Stond er naar te kijken en vroeg 'n voorbijganger opheldering. Die sprak paradoxaal- wonderspreukig: „Als ze er allemaal ingaan, gaan ze er allemaal niet in, maar nu ze er niet allemaal ingaan, gaan ze er wel allemaal in". Toen kwam me dat te staan op zes weken zenuwensanatoriumverpleging. Ben er vandaag beter door gero1d. M'n hersenen worden bepaald sterker, sinds ik appels eet. 3 Maart. Heden winterjas weer opgezocht voor de ochtendwandeling. Wegen hier schandelijk verwaar loosd. Trapte 'n paar maal op 'n plas en zakte er door; zal ingezonden stuk schrijven. Breeduitstra mag dan beweren, dat je in alle kleinere plaatsen in de gaten loopt: 't kan toch nergens zoo erg zijn als hier. 4 Maart. Heden weer demi-saison. Kapper vertelde me, dat we hier 'n grillig klimaat hadden. Neem 't op zijn woord aan; ook van hem vernomen, dat er in België taalstrijd was en dat ze in China stakingen den kop indrukken, door stakers den kop af te rukken. Radicaal, radicaal.... en censequent. Eerst dachten ze, dat het vergif in de staarten zat, knipten ze af; en nu ze vermoeden, dat het in 't hoofd schuilt, wordt ook dat deel van 't lichaam gescheiden; rare Chineezen. Overigens nog overal bloederigheid; arm pacifisme; laat ons paraat blijven. Zal die con clusie ten berde brengen op a.s. burgerwachtvergade ring. Leuke avonden altijd. Uitgezonderd vorigen keer. Toen bier gemorst op m'n rok en verloren met pan doeren. Geloof dat Breeduitstra valsch speelt. Ze moesten hem royeeren. Laatst toen we het allemaal gloeiend eens waren, dat wij de Burgerwacht nog geen eervolle begrafenis mochten geven, riep hij alleen: „lijkenlucht!" 5 Maart. Op de soos heeft Krimp van Duimen ge toast op de Zeeuwsch-Vlaamsche gemeente, waar ge meentebestuur en veldwachter, ter gelegenheid uitbe taling presentie-gelden, zich in gezellige reünie ver- zaamden en als symbool van eenheid zich allen te goed deden aan dezelfde spijzen en dranken. Innemende menschen. Dr. Doorloop vroeg of het in Aardenburg geweest was. „Daar eten ze elkaar op", schreeuwde Breeduitstra met een banaler woord voor „eten". Mr. Mierick vond het gewaagd om zoo kort op Philipland- sche geval, zoo'n maaltijd te arrangeeren. Ook voor beeld om in één avond op te maken, waar 'n jaar voor gewerkt was, niet stichtend en dat vol-voeren van veldwachter is eigenlijk voedsel geven aan praatjes over poging tot omkoopen. Onzin! Je kunt overal wel argwaan uit zuigen. 6 Maart. Opgeschrikt door tijding dat gemeente archivaris, die als verzorger van drie oude zusters, eere-lid van Heemschut is, een lichten aanval van «DeMoriaan Roosendaal 'EDA AMTWERPEfjJ; '.C*/ n^iY-w"~iTiir^-/ beroerte heeft gekregen, omdat de stadhuis-bode hem niet voorzichtig genoeg verteld heeft, dat te Nieuw en St. Joosland een stoepsteen is gevonden, die een onderschrift bleek te hebben. Onverantwoord! Dat ge drag van die bode tenminste. Heel ons gewest is vol van gemelde vondst. Jhr. Verboendere had vernomen, naar hij zei, dat het een oude molensteen was; hij vermoedde van een molen afkomstig. Wie weet of ze bij dieper graven den molen niet vinden. Zou best mee willen helpen, al is Liesbeth dan ook bang, dat ik er een klap van zou kunnen krijgen. 7 Maart. Kregen rekening van dokter Doorloop. Liesbeth vond die veel te hoog. Was er wel bang voor! Waren van 't najaar alen onder behandeling geweest wegens bladderende neuzen en vervellende handen, ontstaan door uitwendig gebruik van zeep-met- cadeaux. Eerst de zeep, toen de dokter, later het cadeau en nu de nota. Maak me sterk dat we voor dat geld wel tien spinazie-hakborden hadden kunnen koopen. Kan best zijn, dat ik 't Liesbeth nog eens onder 't oog breng. Hoewel: „vrouwen zijn vrouwen. en vrede is mannelijk", zou mijn vader zeggen. In ieder geval zijn we beter af dan de familie Puck Grootes, die den geheelen winter premie-cacao heb ben gebruikt en nu aan steenpuisten en aderverkalkin gen laboreeren en bovendien de zedelijke kwelling doorstaan, dat zij misschien medegewerkt hebben, iemand dakloos te maken. 8 Maart. Heb rekening aan dr. Doorloop betaald. Niet overteld wat Liesbeth gezegd heeft, wel ter sprake gebracht het geval der familie PuckGrootes. Dr. Doorloop ontkende ten stelligste dat premie-cacao oor zaak van genoemde verschijnselen was. Die kwalen zaten in de familie; kwestie van erfelijke belasting; een der voorvaderen heeft in bouwmaterialen gehan deld. Kan waar zijn; ik denk er 't mijne van.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 13