Zeeuwen Bezoekt Café „De Trocadero" Reguliersdwarsstr. 97, Amsterdam Middag- en Avond-Concert ONS ZEELAND 15 „U zegt, dat U ook aan spiritisme gedaan hebt?" vroeg ze hem. ,,Hoe interessant! Ik heb daar al veel van gehoord en dolgraag zou ik ook eens zooiets mee maken, maar ik ben altijd bang bij den neus genomen te worden." „Toevallig ben ik zelf een sterk medium, mevrouw", ging Verspijck voort. ,,In de séances, die ik meemaakte, was ik altijd een willig object voor zich manifestee- rende geesten. Als ik U er een genoegen mee kan doen, wil ik gaarne trachten een séance te houden. Als ook de andere dames en heeren lust hebben, noo- dig ik U uit, mij a.s. Donderdag de eer aan te doen, mijn gasten te zijn." Allen namen enthousiast zijn voorstel aan. Men was algemeen verlangend eens een avondje in de geheim zinnige sfeer van een geestenwereld te verkeeren. ,,Nu, dat is dan afgesproken. Hopen wij maar, dat de geesten ons Donderdag gunstig gezind zullen zijn," lachte Verspijck. Het gezelschap ging nog eenigen tijd op dit thema door en toen men afscheid nam, waren allen in ge spannen verwachting naar den Donderdagavond. Tegen acht uur kwamen dien Donderdag de eerste gasten in Verspijck's jonggezellenwoning in één der stille stadsgedeelten. Het was een gedeelte van een étage, welke door een weduwe bewoond werd. Men maakte het zich gezellig, Verspijck had ervoor ge zorgd, dat zijn gasten zich niet verveelden in de uren, die aan. de séance voorafgingen, want eerst tegen 12 uur vanouds het geestenuur, zooals hij schertsend opmerkte - zou men beginnen. Hij liet zijn gasten de buitenlandsche reliquien zien, waarvan hij een groote verzameling bezat, vertelde er de bijzonderheden van en avonturen, welke eraan verbonden waren, en voor men het wist sloeg de Westminster klok half 12. Toen begon Verspijck voorbereidselen te treffen voor de zit ting. Een groote ronde tafel werd in het midden van de kamer geplaatst, het tafelkleed werd eraf genomen en men ging aan de tafel zitten. Het electrische licht werd gedeeltelijk uitgedraaid, alleen de bovenlichten zorgden ervoor, dat de kamer in een geheimzinnig schemerduister was gehuld. Allen plaatsten nu de handen met uitgespreide vingers op het gladde tafel oppervlak en men wachtte in spanning, of er iets zou gebeuren. Doch tien minuten en een kwartier verstre ken, zonder dat de tafel bewoog. Men begon teekenen van ongeduld te geven en zacht te kuchen. De klok liet zijn twaalf slagen door het stille ver trek galmen en bij het uitsterven van den laatsten slag gingen plotseling ook de bovenlichten uit, zoodat de kamer in volkomen duister gehuld was. Op de deur werd driemaal hard geklopt, toen werd deze wijd opengeworpen en op ongeveer H/2 Meter hoogte sche nen twee vurige oogen de kamer binnen te zweven. Uit een anderen hoek van het vertrek klonk een som bere, holle stem: ,,Wie heeft het gewaagd de geest van den roofmoordenaar op te roepen? Uw straf zal volgen! Legt allen Uw kostbaarheden op tafel! De dames uitten schrikgilletjes en haastten zich aan het bevel te voldoen, de heeren voelden zich ook niet op hun gemak en lieten kalm toe, dat tastende handen hen van hun portefeuille ontlasten. Men hoorde ook pen slag en een dof gekreun, toen verwijderden de vuurbollen zich, terwijl een zacht gelach van de zol dering scheen te weerklinken. De deur werd met een slag dichtgeworpen en alles werd stil. Eenige minuten bleven allen doodstil zitten. Toen riep men Verspijck's naam, doch deze gaf geen ant woord. Men zocht het knopje van het electrisch licht, doch er scheen een defect te zijn. Lucifers werden af gestreken en men zag Verspijck in elkaar gezakt in zijn stoel zitten. Bloed stroomde langs zijn voorhoofd, hij was bewusteloos! Eenige dames vielen eveneens flauw, er heerschte een algemeene consternatie. Langzaam scheen Verspijck uit zijn verdooving te ontwaken, hij streek eenige malen met de hand over zijn voorhoofd en zijn herinnering keerde terug. Plotseling sprong hij op: „Waar is de kerel?" riep hij. „Hebt U hem laten ontsnappen? Ik wilde hem grijpen toen hij bij me kwam, doch kreeg een slag op het hoofd. En U is de dupe van de historie geworden. Ik ben U schadever goeding schuldig, U waart mijn gasten en is beroofd. U zult het natuurlijk niet geheim gehouden hebben, dat U naar deze séance ging, iemand heeft er zoo doende de lucht van gekregen en van de omstandig heden geprofiteerd om ons te berooven. t Is in mijn huis gebeurd, dus ik ben verantwoordelijk." Maar niemand wilde daarvan weten. ,,U bent zelf het ergste eraan toe, want wij zijn alleen beroofd en U is bovendien gewond", sprak één der heeren. t Is zeer zeker onaangenaam, maar U kunt er niets aan doen, wij hebben ons laten overbluffen en beïnfluen- ceeren door het geheimzinnige tintje, dat eraan zat. We zullen morgen de politie waarschuwen, en U doet goed, nu vlug naar bed te gaan, anders krijgt U nog nadeelige gevolgen van den slag. Trekt U het zich vooral niet te zeer aan, U kunt er niets aan doen! Verspijck was zeer onder den indruk en slechts na herhaalde betuigingen der anderen, liet hij zich van zijn voornemen afbrengen om alles te vergoeden. Een uur later stond Verspijck gereed zijn huis te verlaten. In de kamer bevond zich nog een tweede persoon. „Dat was een aardig zaakje, Charles sprak Ver spijck. „Je phosphoroogen hebben hun plicht weer ge daan en je buikspreektalent heeft een handje gehol pen. Doch mag ik je verzoeken voortaan wat minder hard te slaan? Ik heb een knobbel op mijn hoofd als een aardappel! Voortaan werk je maar met varkens- bloed om het effect te verhoogen en laten we den slag eraf. In de duisternis is dat als „coup de théatre vol doende, begrepen?"

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 15