4
ONS ZEELAND
De heer L. Boot, gemeente-veldwachter te
Kerkwerve, herdacht dezer dagen zijn 30
jarigen dienst als politie-ambtenaar. Na op 1
Maart 1897 als agent van politie te Middelburg
te zijn aangesteld, werd hij kort daarna als
gemeente-veldwachter te Kerkwerve be
noemd. Vanwege den Algem. Nederlandschen
Politiebond zal deze plichtsgetrouwen politie
ambtenaar gehuldigd worden.
Vlissingen als aanloophaven komt
in de gratie; die arme slagers; van
een rioolput en een aangenaam
perspectief en een origineel idee.
Met betrekking tot de (zie 't vorig nummer) aan-»
geroerde kwestie, welke de Antwerpsche Kamer van
Koophandel op haar achterste beenen deed staan,
kunnen we nader mededeelen, dat de London North
Eastern Railway inderdaad overweegt in hoeverre het
gebruik van Vlissingen als aanloophaven harer boo
ten kan strekken, om de lijn, in nog meerdere mate
dan thans het geval is, te doen beantwoorden aan den
eisch van vlug en betrouwbaar vervoermiddel voor rei
zigers. Een aanleggen te Vlissingen met directe aan
sluiting per spoor naar Antwerpen en Brussel, zou.
inderdaad de mogelijkheid scheppen van een stipter
dienst, dan thans moge'ijk is. Immers de vaak voor
komende mist op de Schelde werkt als een storend
en vertraging inhoudend element. De belangen der
zakenmenschen, die tusschen België en Engeland heen
en weer reizen, .-verdragen zich niet met deze vaak
voorkomende vertragingen. In Antwerpen zijn de ge
moederen thans reeds zóóveel gekalmeerd, dat men de
mogelijkheid van een gebruik van Vlissingen als aan
loophaven reeds als wenschelijkheid gaat bepleiten.
Daaraan is ongetwijfeld de zekerheid, dat het goe
deren verkeer geenerlei wijziging zal ondergaan, niet
vreemd. De huidige ligplaatsen toch zullen behouden
blijven en het laden en lossen zal als tot heden kunnen
plaats hebben. Het Handelsblad van Antwerpen toont
zich met den overwogen maatregel zelfs ingenomen en
schijnt hoewel het zegt, dat het besluit in dezen
nog moet genomen worden zich reeds geheel en al
met de in uitzicht gestelde plannen verzoend te
hebben. Het wil ons voorkomen, dat de uitvoering
van dit voornemen zoowel in het belang van Vlissingen
als van Antwerpen zijn zal en we kunnen het slechts
toejuichen, dat men daardoor openlijk de groote be-
teekenis van onze Scheldehaven erkent.
X
Er zijn toch rare menschen op de wereld; menschen
die altijd klagen, ook al wettigt hun welgedaan uiter
lijk het vermoeden, dat ze niet van den wind leven.
Vraag het een boer, of de oogst nogal is meegevallen
en zijn antwoord is een compositie in mineur; vraag
het een visscher en hij zegt U, dat hij ,,geen leven,
geen staart" heeft gezien; vraag het een Walcherschen
slager en hij jammert over de hooge keurloonen voor
t vee. Hij gaat zelfs nog een stapje verder en (als
hij te Middelburg woont) requesteert hij aan den ge
meenteraad door middel van zijn vakvereeniging „Luc-
tor et Emergo", om die keurloonen verlaagd te krijgen.
Het antwoord, dat den Middelburgse-hen slagers op dat
verzoek te wachten staat, kan men, gezien het prae-
advies van B. en W. met groote waarschijnlijkheid
taxeeren op nul. Deze toch bewijzen in hun zeer uit
gebreid advies, dat zelfs de geringe verlaging van 50
cent per slachtdier de opbrengst der keurloonen met
j 2200.per jaar zou doen dalen. De keuringsdienst
kan een dergelijke daling der ontvangsten niet ver
dragen zonder tot het besommen van nadeelige saldi
te geraken. Voorts moet de gemeente rekenen met
de toekomst, die den dienst tot het toekennen van hoo-
ger loonen zal verplichten. Bovendien is het keurloon
vastgesteld voor eenige (tot den dienst Middelburg be-
hoorende) gemeenten tegelijk en niet voor Middelburg
alleen, zoodat adressanten zich tot al die gemeenten
zouden moeten richten. B. en W. presenteeren hun
dan nog het volgende snuifje:
De mededeeling van adressante, dat de keurloonen
als een extrabelasting op het slachtvee moeten worden
beschouwd behoeft, naar ons oordeel, niet al te tra
gisch te worden opgevat. Het zal U immers, evenals
ons, bekend zijn, dat, toen bij inwerkingtreding der
Vleeschkeuringswet, de keurloonen voor vee niet on
belangrijke werden verhoogd, de kleinhandels-prijzen
van het vleesch evenzeer en in sterker mate werden
verhoogd, zoodat de slagers zeker van die verhooging
der keurloonen geen geldelijk nadeel hebben onder
vonden. Veeleer hebben zij daarvan voordeel genoten.
En dat verzoek om verlaging van, op den consument
ruimschoots verhaalde, keurloonen valt samen met een
onderzoek, door de Z. L. M. op verzoek van het Kon.
Ned. Landbouw Comité in te stellen, naarde
overmatige winst, door de slagers in ons land gemaakt.
Niet onwaarschijnlijk zal daaruit blijken, dat ook de