J1 1
HET JOURNAAL
Pj VAN PHILEMON ZIJDEWIND
ONS ZEELAND
10
(Oecondenseerd extract)
16 Maart. Heerlijke lente-dag. Gezin opmerkzaam
gemaakt op seringen-boom, die de eerste groene blaad
jes vertoonde. Naar Wybo geslagen met mijn servet,
omdat hij oneerbiedig zinspelingen maakte op den be
kenden ouden bok. Liesbeth zei, dat den naasten
buren, wegens getreiter met gramophoon, ditmaal geen
bouquet zal worden uitgereikt. Dacht om nachtvorst
van vorig jaar en lachte. Liesbeth wilde reden van
die vroolijkbeid weten. Bedacht 'n uitvlucht en zei,
dat ik om 'n grap lachte. Liesbeth moest weten welke
grap. Dischte de bewering op van Breeduitstra, dat
die huwende paren, in zijn naaste familie en kennis
sen, altijd het schilderij „Voor den storm cadeau
doet. Ik had geen slechtere „bak" kunnen vertellen.
17 Maart. Liet me heden te onzaliger ure verlei
den om te schamperen op Jen lakschen leg onzer kip
pen. Liesbeth trok partij. Kippen op haar advies ge
kocht. Ik kreeg de schuld. Had het hok beter en
meer schoon moeten houden. Waarom zweeg ik ook
niet! Den ganschen morgen bezië geweest bij die on
dieren; veel krom gestaan; wist den geheelen middag
niet, waar mijn rug begon of eindigde. Begin steeds
meer hekel te krijgen aan fauna. Had Liesbeth maar
iets van mijn aard, dan zou ze me indertijd het kege
len niet verboden hebber, omdat ik wel eens poedels
gooide.
„China in Holland" vertelde me in vertrouwen, dat
ze er over denkt haar vlechtjes te offeren op het outer
der polka-woede. Kan het haar niet kwalijk nemen,
sinds ik Jossie's jongste neiging ken. Er schijnt n
soort wisselwerking van aantrekkingskracht te bestaan
tusschen mijn zoon en Sientjes strengeltje.
18 Maart. Ochtendpost bracht een brief van neef
Henri uit Twente. Komt binnerkort in de stad om
zijn economische kennis te luchten in een rede over
„Afzetmogelijkheden", waarmede hij elders in han
delskringen, enorm succes behaalde. „En passant
deelde hij mede, dat zijn broer, na mis ukte speculatie,
op de flesch geraakt is. Alles verloren, behalve de
eer en het geld, dat hij op naam van zijn vrouw ge
zet heeft.
In loop van den dag, Jossie, mijn jongste, in tuin
spelende, vreeselijken kreet uitgestooten. Dachten aan
een ongeluk, 't Was niet zoo. Ventje haalde uit 't
nachthok naast de kippenren een ei, 't eerste.
„Zie je wel," zei Liesbeth triomfeerend ,,'t Hok is
te vuil geweest."
Jossie stormde met het ei naar boven; liet t halver
wege vallen. O, dat gezicht van Liesbeth;nieuwe
traplooper. Vreemd genoeg rolde het van tree tot tree.
,,'t Is nog heel", jubelde Jossie opgelucht.
't Was het lok-ei! O, dat gezicht van Liesbeth. Ben
naar beneden gegaan om kippen op te vangen en weer
in te sluiten; begin meer sympathie voor die dieren
te voelen.
19 Maart. Zag op wandeling in hoofdstraat mooie
étalage bij boekhandel Wurmori, Prachtige standaard
werken. Dat trekt altijd. Ben naar binnen geloopen
om potlood te koopen voor Wybo. Bediende vertelde
me, naar hij zei uit bezorgdheid, waarschuwende ge
schiedenis. Scholier, die ook 'n poPood kreeg, deed er
onvoorzichtig mee; 't drong zoo diep in zijn oog, dat
hij 't waarschijnlijk missen moet. Geloove wie 't wil.
Vermoed eerder, dat hij me voor reserve nog een pot
lood wilde aansmeren. Zal niet gaan!
20 Maart. Krimp van Du'men op wandeling verge
zeld en veel kunnen spreken, want hij loopt slecht. Hij
was enthousiast over de prachtige werking van bureau
voor beroepskeuze. Sterke staaltjes daarvan voor
handen. Een bleef me in 't geheugen. Zoon van zijn
zwager, van zijn prilste jeugd af onbedwingbare nei
ging tot overdrijven en onwaarheidspreken. Alles ge
probeerd daartegen; niets hielp. Werd steeds erger en
kon op 't laatst niets anders meer dan liegen. Zwager
wanhopig. Wat moet er uit zoon jongen groeien. Ten
langeleste naar bureau van beroepskeuze. Professoren
en psychologen uren met cliënt bezig geweest. Geest
driftige toestanden en eenstemmige verklaringen, dat
jongeling een prachtige toekomst wacht, wanneer hij
zich verbindt aan Haagsch departement (afd. offic.
tegenspraak) of aan het Metereologisch Instituut te
De Bilt.
21 Maart. Aanvang der Lente. Dag die me heugen
zal. Niet om de Lente, maar om iets anders. Ouder
gewoonte kwam melkboer heden mijn tuintje opknap
pen. Vroeg hem op 'n gegeven oogenblik Liesbeth
stond er bij „Wat zeg je van ons kippenhok?"
Trok dat monstrum, tergend langzaam, aan zijn pijp
en zei: „Kippenhokkippenhokom de waar
heid te zeggen, heeft 't meer van hanensoep, zoolang
die beestjes er in houdt."
Paniek! Zwendelarij. Moest naar de politie. Kip
pen indertijd gekocht van rondreizend poelier aan de
deur. Weet z'n signalement niet meer. Wat 'n toe
stand. En Beppie heeft laatst nog wel straf gehad,
omdat ze beweerde 's morgens van het gekraai niet
te kunnen slapen. Ik mag ook niet denken aan dat
lok-ei
22 Maart. Kreeg op soos van mr. Mierick van Peu
teren vrijkaart voor Oogstfilm, die vertoond wordt te
Rilland in een dorschschuur gezeten op geperst stroo.
Gulle kerel. Dankbaar aanvaard. Vond alleen toelich
ting onduidelijk. Mr. Mierick zei, dat niet de vertoo
ning met de dorschschuur, doch genoodigden op ge
perst stroo moesten zitten.
Dat is hinderlijk. Wegens de pluisjes. Draag altijd
zwart laken. Mr. Mierick deelde ook mede, dat zak
lantaarn-bezit, voorschrift was. Die heb ik niet. „Tja!
zei mr. Mierick. Vroeg later waar de schuur stond,
hoe je er komen kon en vandaan moest gaan. Dat
wist-ie niet. Heb besloten om vrijkaart aan Sientje
te geven. Dat kind heeft niet al te veel ontspanning
in haar leven.