MttrmiMVlMUfltfl
4
dat deze grootscheepsche plannen bevorderlijk mogen
zijn aan den bloei van ons groot scheepsbouwbedrijf
en den oeconomischen we'stand van Vlissingen.
X
Middelburg heeft met het oog op het komend reis-
seizoen, dat hopelijk (en waarschijnlijk) aan het hotel
wezen aldaar hooge eischen zal stellen, zijn maatrege
len genomen. Het Grand Hotel in de Lange Delft,
dat in den voorzomer van 't vorig jaar gedeeltelijk af
brandde, is herbouwd en volgens den eisch van mo
derne gemakken voorzien. Het historische (de eet
zaal) is natuurlijk onherroepelijk weg; maar de nieuwe
eetzaal, op kostbare en schoone wijze betimmerd en
van fraai zijden behang voorzien, geeft de grootst mo
gelijke vergoeding voor het verlies van dit historische
gedeelte. De nieuwgebouwde kamers zijn voorzien van
ingebouwde vaste waschtafels en kasten, terwijl de aan
vele dezer grenzende badkamers aan de hoogste
eischen voldoen. Uit alles blijkt, dat er geen kosten
gespaard zijn om het reizend publiek te gerieven en
den naam van het hotel in eere te houden. Ook de
hotels De Nieuwe Doelen en De Abdij hebben het
winterseizoen benut om door het aanbrengen van ver
beteringen met den tijd mee te gaan en aan den komen
den vloed van vreemdelingen een behoorlijke ontvangst
te verzekeren. Waar Middelburgs ingezetenen bij een
druk vreemdelingenbezoek grootelijks belang hebben,
daar is een flink hotelwezen een zaak van groote be-
teekenis, een zaak van bijna algemeen belang.
X
In den persoon van den heer C. de Waard, oud-
commies van het Rijks-archief te Middelburg, die in
't begin dezer week te Middelburg werd ter aarde be
steld, heeft het archiefwezen in ons gewest een ge
voelig verlies geleden.
Aanvankelijk opgeleid voor den militairen stand,
trad hij eerst op rijperen leeftijd in de archiefloopbaan.
Na een vrij langdurige tijdelijke werkzaamheid, volgde
in 1899 een vaste aanstelling en in den loop der jaren
klom hij op tot Commies. Het feit, dat hij geen vak
opleiding had gehad, moge hem gehinderd hebben, zijn
vlijt en zijn scherp vernuft vulden het gebleken tekort
aan en deze, gepaard met zijn aanleg tot archiefwerk,
stelden hem in staat tot het in 't leven roepen van een
aantal werken, zoowel op archiefgebied als op histo
risch terrein, welke aan de archiefstudie belangrijke
diensten hebben bewezen. Van de inventarissen mogen
worden genoemd die van de archieven der Middel-
burgsche Godshuizen, die van de kaarten en teekenin-
gen in het Middelburgsche rijksarchief, die van 't
archief van den polder Walcheren, van de charters der
Zeeuwsche Rekenkamer en die van 't Archief van
Arnemuiden. In de laatste jaren van zijn leven hield
zijn wakkere geest zich bezig met de voorbereiding
eener uitgaaf van een scheepsjournaal, afkomstig van
den kapitein Cornelis Evertsen. En alles werd be
werkt met een nimmer falende nauwkeurigheid. Nog
lang na zijn verscheiden zullen de beoefenaars der
Zeeuwsche en der vaderlandsche geschiedenis met
dankbaarheid gedenken hoeveel bronnen van kennis
ONS ZEELAND
door den heer De Waard zijn bewerkt of toegankelijk
gemaakt.
Werkzaam van aard, aangenaam in den omgang, ver
wierf de 'heer De Waard zich de achting en toegenegen
heid van allen, die met hem in dagelijksche aanraking
kwamen, niet het minst die van zijn superieuren, die
dan ook niet achter zijn gebleven om daarvan in t
openbaar, in woord en geschrift, met waardeering te
getuigen. V.
Het Kantongerecht voor Hulst be
houden; over trams in onze streek;
dankbaar, maar niet voldaan.
Den lezers, die de Tweede Kamer-verslagen in de
bladen geregeld volgen, is het bekend, dat deze Kamer
dezer dagen wel niet door verwerping van het aan
hangige wetje maar dan toch door aanneming van een
motie het heeft uitgesproken, dat zij in meerderheid
niets voelt voor opheffing van nog meer kantongerech
ten dan die welke in de dagen der bezuiniging reeds
gesneuveld zijn.
Vanwege deze uitspraak der Kamer feestte men in
Hulst, want ook het kantongerecht aldaar had er aan
moeten gelooven. En er was een felle actie tegen die
voorgenomen opheffing gevoerd.
Reeds in de dagen, dat Mr. Th. Heemskerk Minister
van Justitie was, is er in de Tweede Kamer over ge
sproken, welk kantongerecht, als er dan een in Weste
lijk Zeeuwsch-Vlaanderen moet verdwijnen, het best
gemist kan worden. De strijd ging daarbij tusschen
Hulst en Neuzen.
De Hulstenaren noemden hun stadje een centrum
van die streek, gemakkelijker te bereiken vanuit de
verschillende dorpen dan Neuzen. De verdedigers van
laatstgenoemde plaats spreken dat natuurlijk tegen en
wezen er op, dat Neuzen veel belangrijker plaats is
met een grooter zielental, waar handel en scheepvaart
bloeien.
Ook ging de strijd over de werkzaamheden van de
kantonrechters zelve. Neuzen wees er op, dat het aan
tal zaken, dat voor 't kantongerecht komt, daar groo
ter is dan in Hulst. Hulst meende, dat de strafzittin
gen te H. veel gewichtiger zijn dan die te Neuzen.
Het gaat nu zoo gemakkelijk in Hulst, 't Is er 's Maan
dags markdag. De dorpelingen komen naar de stad
om inkoopen te doen, landbouw- en zuivelproducten
te verkoopen en, als 't noodig is, op 't kantongerecht
te verschijnen. Men behoefde voor zijn zondigen niet
extra te verletten.
De godsdienstige- en politieke factoren speelden in
deze kwestie ook een rol. Het land van Hulst is over
wegend Roomsch-Katholiek, terwijl dit van Neuzen
en omgeving niet gezegd kan worden.