ELECTRO
TIMMERFABRIEK VAN
C. DE PLAA ZOON
MIDDELBURG
DIT STEL TUINMEUBELEN
KOST U IN
BLANK GRENENHOUT f 29.-
PRIMA GROENE OF
WITTE LAKVERF f 47.50
„Ons Zeeland" verhalen
Een Aprilgrap.
ONS ZEELAND
13
in
Breeduitstra zoo ernstig, dat ik verbouwereerd stamel
de: „Ik ben bereid". Thuis nog niets gezegd.
26 Maart. Emancipatie gaat haar gang. Kwam
hedenmiddag op aller-onprettigste wijze met deze we
tenschap op de hoogte. Bij binnentreden van barbiers
salon, botste ik tegen mevrouw Breeduitstra aan. Viel
niet mee voor mij; bewuste dame meer gebouwd voor
locomotief-stootheuvel. Lorgnet opgezocht, pardon ge
stameld en het mijne er van gedacht, dat ook deze
eerbiedwaardige matrone reeds op plaats komt, waar
je vroeger je zuster niet had durven brengen. Ik houd
niet van die bobberij. Niet omdat Liesbeth zoo'n hoofd
heeft, maar meer uit algemeene bezwaren. Vroeger
halve dagen voor kaptafel, nu dadelijk klaar. Ner
gens goed voor. Vrouwen houden eenmaal van spiegel
gevechten. Moeten mannen nu bezuren.
27 Maart. Kregen vandaag een gast. Liesbeth had
oudsten zoon van mijn broer Karei gevraagd. Lies
beth houdt niet van gasten en heelemaal niet van
neef, maar van den zomer gaat Karei naar zijn bui
tentje in Gelderland en dan hopen we dat hij Beppie
vraagt. Dat kind kan zoo lastig zijn met lange vacan-
tie. Neef is een onopgevoed jongmensch. Liesbeth
hield zich goed, maar bij diner kreeg ik medelij met
haar. Eerst doet me die vlegel bij de tomatensoep net
of hij een haar erin vond, door 'n denkbeeldige draad
uit zijn mond te kabelen en toen zei hij lief: ,,Ze
smaakt net als de tomatensoep die m n moeder klaar
maakt.
,,Je eerste compliment", bracht Liesbeth uit, „want
je moeder kookt lekker.
Ja dat is zoo", vond neef, „maar met één ding
blijft het knudde."
„Wat is dat?" vroeg Liesbeth.
„Tomatensoep," grijnsde hij.
Ik kreeg meelij met Liesbeth. 'n Moeder moet voor
haar kind veel verduren.
28 Maart. Thuis mijn ontstemming gelucht over het
gedrag van jonkheer Verbosndere. Hij groet me niet
meer. Nu aan mij ligt het niet, al dacht Liesbeth dat.
Haal soms tweemaal den hoed voor hem af en meer
kan je toch al niet doen, wanneer je geen verkoud
heid op mag loopen. De postdirecteur klaagde laatst
ook over zijn nurkschheid. Die dacht van geldzorgen.
Er komen tegenwoordig zooveel nieuwe leden bij den
Nederlandschen adel, dat zijn budget wel uit even
wicht moet raken, door het voortdurend tracteeren op
beschuit met muisjes. Evengoed tragisch!
29 Maart. Krimp van Duimen, die altijd in dit sei
zoen, ten behoeve der theekransjes van zijn vrouw, zoo
Liesbeth zegt, de zittingen der rechtbank bijwoont, ver
telde me, zoo smakelijk als hij alleen kan, hoe fijn
mr. Mierick van Peuteren, die vandaag in n straf
zaak pleitte, erin gevlogen was.
Mr. Mierick, die tegenpartij verpletteren wilde, met
de macht van zijn vitriool-sarcasme, beet een der
vijandige getuigen toe: „Voorzeker mijnheer, U is een
verstandig man!" waarop de aangesprokene, langs zijn
neus weg eruit bracht: „Ik kan dat niet van U ver
klaren mijnheer, want ik sta momenteel onder eede."
„Je had zijn gezicht moeten zien," zei Krimp van
Duimen. Zal er eens op letten, wanneer ik hem
ontmoet.
Oom Koemders woonde met zijn trouwe huishoud
ster Miebet in een aardig landhuis, niet ver van het
station Holthuizen in een lieflijke, bloem- en bosch-
rijke streek. Hij was een vroolijke oude heer, die
een bijzondere voorliefde koesterde voor April
grappen.
Toen de gedenkwaardige dag, waarop de Water
geuzen hun eerste, voor ons onafhankelijk volksbe
staan zoo beteekenisvolle overwinning behaalden,