Hoe men elders lacht v\ V\ urav -yf-m j>/ De man die in een speelkaartenfabriek de azen kleurt en de man, die de tienen schildert. (London Opinion) Heeft ze na den dood van haar man de muziek opgegeven? Dat niet, maar ze speelt alleen op de zwarte toetsen. (Passing Show.) a Vi. „ïitfS K <«- U c, v>)rf'6. Zooals ze zich vooaooEr E.N-.. ZOOALS ZE (De Houten Pomp.) Fatterig jongmensch: ,,U hebt in uw étalage een groen blauwe soort kamerjapon met een roode ruit." Kleermaker (voorkomend): „Ik weet wat U bedoelt meneer. Zal ik hem er even voor u uitnemen?" Het jongmensch: ,,U is wel goed dan,k U zeer, Ziet u, dat ding bezorgt me hoofdpijn iederen keer, dat ik er langs kom," Verhuizer: „Waar wilt U den zonnewijzer hebben, meneer?" (London Opinion.) Hengelaar (na de zooveelste flesch): „Wat dunkt je Kees, zullen we er hier maar een paar van houden?"

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 16