ET WOORD
BIGGELAAR's
DOCTOR PSYCH. SCHILLING g
OOGDIAGNOSE
Hotel OOMS, Bergen op Zoom
KOFFIE
Boon voor3 boon
10
ONS ZEELAND
Villa Rosa - A. BOUMAN, Arts, Ginneken
Vaststellen der ziekten door zien in de oogen
iederen Vrijdag 10-5 uur
SCHITTERENDE RESULTATEN
U heeft het natuurlijk in de couranten reeds ge
lezen, hoe Kees van Dongen, de Hollandsche schilder,
die in Parijs zoo grooten naam verworven heeft, in
onze hoofdstad exposeerde.
Het was werkelijk een evenement en al wat de
Kunst liefheeft en liefhebbert in de Kunst, was tegen
woordig bij die feestelijke opening.
Er was toilet gemaakt, meer dan anders, vooral
door de dames.
Was dit te danken aan het feit, dat Van Dongen
in al z'n dames-portretten zijn hang naar weelde en
luxe, naar al wat schittert en glanst naar voren brengt?
In ieder geval, deze geboren Hollander, die, naar
men zegt, zoo gaarne vergeet, dat hij Hollander is en
zich absoluut Parijzenaar voelt, kan geen al te slech
ten dunk krijgen van de Hollandsche vrouw. De
meeste dames hadden hun mantels te bewaren ge
geven en toonden zich in hun zeer flattante robes
d'après-midi.
Het was er tjokvol, toch herkende men hier en daar
bekende figuren uit de tooneel of literaire wereld.
Daar was Riek Hopper, een zacht-rose bloem op lan
gen stengel even tegen de lippen houdend.
Lotje Röhler, „de vrouw met de hooge col", kwij
nend leunend tegen den fluweelen rug van een der
zitbanken.
Saalborn, z'n markante kop, met de wilskrachtige
kin scherp afstekend tegen den muur waartegen hij
leunde.
De Leven-teekeraar „neemt" hem even. 'n Paar
vlugge krabbels na een moment van scherp turen en
Saalborn staat op het papier,
les Querido loopt met wat verveeld gezicht rond,
hij houdt niet van menschen-verzamelingen en wacht
op het ©ogenblik, dat hij de schilderijen rustig kan
bezien.
Een hooge punthoed, een joviaal gezicht eronder,
een glundere lach.... Evert Pieters, de Larensche
schilder, gekomen om Van Dongen de hand te drukken.
Barbarasso, bekend bij jong en oud, geeft een groet
hier, een hand daar, kijkt in het rond en z'n gezicht
is een en al spot en humor.
Dat is het aardige van zoo'n feestelijke opening, men
herkent er de kopstukken uit Kunstkringen, men be
ziet en becritiseert elkaar, want, van de schilderstuk
ken waarvoor men dan eigenlijk gekomen is, ziet men
bitter weinig op zoo'n dag.
Daar ga je «enige dagen later op je gemak van
genieten.
Kees van Dongen liet dien middag op zich wach
ten. Half drie zou de tentoonstelling geopend worden
en 't was ruim drie uur toen er onder de vele wach
tenden, die bijna schouder aan schouder stonden, dat
bekende gemompel opging, wat je zoo goed kent van
de rijen wachtenden op het voorbijgaan van de Konink
lijke stoet. „Daar is-ieDaar heb je 'm!"
Ja, daar was hij dan! Alle halzen rekten zich uit.
Maar ze zagen hem pas goed, toen hij na de openings
rede van Albert Plasschaert de verhooging betrad.
„Wat een faunenkop!" zeiden we tegen elkaar.
Ja, een faun! met geestige ocgen en een mond vol
sarcasme.
Reeds was de mare gegaan, dat Kees van Dongen
geen woord Hollandsch meer kende, maar hij logen
strafte dit, door in een klein beetje gebroken Hol
landsch het publiek zijn dank te betuigen voor de
groote opkomst enhier kregen de oogen een
oolijke uitdrukking en maakte de slanke hand een ge
baar naar de muur waar zijn werk hing. „Wat ik
te zeggen heb, hangt hier."
Hij had het pleit gewonnen, althans bij de vrouwen!
Het is zoo gemakkelijk de sympathie te winnen, het
ligt soms alleen maar in een gebaar, een lach.
En Kees van Dongen kent de vrouwen!
De thee werd rondgediend, witte tandjes beknabbel
den de knapperende koekjes, slanke handjes brachten
gratievol het theekopje naar het soms wat al te roode
mondje. de stemming was er!
E. B. B.
A-van OEN BIGGELAAR Cg ROOSENDAAL.