REfr m EN P0EDEL5
Paaschos,
HET JOURNAAL
VAN PHILEMON ZIJDEWIND
ONS ZEELAND
11
„Dat wat je niet weet.
Op een mooien dag voor Pasehen
loopt een Paaschos langs de straat,
dr.oevig-starend, als beseft-ie,
dat het om zijn leven gaat.
't Was een heele knappe Paaschos,
voor die dagen goed bewaard,
aan z'n lijf had-ie nu bloemen
plus een strikje aan zijn staart.
En de eigenaar die belde,
hij noteerde menig pond;
telkens als-ie dat gedaan had,
zwierf een glimlach om zijn mond.
Arme os liep al maar verder
met z'n bloemen en z'n strik;
soms geleek zijn kop te smee'ken,
en zijn mondgelüid een snik.
Voor de ramen van de huizen
keken hem de menschen na.
'k Heb een bief besteld, zei Moeder.
't Zal een fijne zijn, zei Pa.
Op den tweeden Paaschdag 's middags
na het copieus diner,
gingen ze gedrieën fietsen,
Pa en Ma en een logé.
Ze bereden verre wegen,
waren lente-achtig blij,
gingen toen echt-zomersch zitten
in een malsche groene wei.
Kijk, wat gek, zei de logé plots,
ginds die koe, vlak voor dat paard,
heeft hij schijnt er wat verguld mee
'n strikje bovenaan zijn staart
Zou dat nou zei Ma verwonderd
nog een Paaschos zijn, misschien?
Tja, zei Pa, die koe heb ik óók -
meen ik wél eens meer gezien. -
WILLEM TELL II
(Gecondenseerd extract)
13 April. Had vannacht 'n wonderen droom. Ik
zag Europa in vogelvlucht. Op de plekken waar de
verschillende hoofdsteden plachten te liggen, zat nu
een vorst of 'n president. Allemaal hielden ze op den
gekromden wijsvinger van hun rechterhand een duifje en
ze spraken als uit één mond tegen deze diertjes; ,,haal
me een olijftak!" waarop een wild geklapwiek volgde:
de volkeren applaudiseerden; de vredesduiven vl
uit! Van alle kanten repten ze zich vleugelroeiend naar
één centraal punt en streken toen neer op Genève.
Daar hakten ze ieder een olijftak los, trekkebekten
tegen elkaar en koerden eenparig: „vrede, vrede.
De inwoners van Genève hoorden dat, maar ze sche
nen het verkeerd verstaan te hebben, want ze kwamen
met duivenboonen aan en voederden de vogels. „Vrede,
vrede koerden de duifjes; weer begreep men niet, en
sjouwde ieder nieuwe voorraden graantjes aan. Acht
weken lang duurde dit misverstand, en toen geleken
de ranke duifjes op logge eenden en wilde men haar
laten zwemmen in het meer van Genève. „We gaan
weg, steunden de stakkers, pikten de olijftakken op
en probeerden te vliegen. Maar 't mocht geen vliegen
heeten; 't was een op en neer geschokfladder, pijnlijk
om aan te zien. Eerst vielen de olijftakken en daarna
de duiven, 'n Paar zenuwtrekkingen. Vormloos hoopje
veeren. 'n Klagende stem riep: „arme vrede", maar
de monarchen en presidenten schokten van 't lachen.
„Doodgedineerd", grinnikten ze, „wel kostbaar, doch
netjes".
Werd met hoofdpijn wakker. Las in me courant, dat
voorbereidende ontwapeningsconferentie te Genève
mislukt is. Word angstig te moede. Wat voor vreemde
gave, heb ik er nu bij gekregen?
14 April. Heb heden voor 't eerst weer vogelkooi
moeten reinigen. De parkiet in den tocht gehangen;
scheen er echter tegen te kunnen; 't beestje werd
eerder hupscher!
Warm het voorstel van Wybo ondersteund, om van
't ex-hanenhok een volière te maken, met parkiet als
eerste bewoner. Liesbeth was er tegen. Toch door
gegaan, want we hielden voet bij stuk en Krimp van
Duimen liet onverwacht de kooi terughalen, 't Dier zat
wel wat eenzaam in 't groote hok, maar we hebben het
zoo geschoven, dat ie 't torenhaantje kan zien. Lok-ei
weggenomen.
15 April. De jeugd vandaag met Paaschvacantie
thuis gekomen; zeer opgeruimd; veel rommel gemaakt.
Op last van Liesbeth met wandelstok eenige charges
gemaakt. Opgeruimde kamers, schijnen geen opgeruim
de kinderen te kunnen verdragen. Jossie verbannen
naar achterhuis; achterhuis niet opgeruimd; Jossie
schreide; harmonieert beter. Levensproblemen!
Hedenavond poes ontdekt in het kippenhok; ze
mauwde zoo; bleek opgesloten. Heeft Jossie gebakken;
die loopt weg met menageries. Parkiet verdwenen.
Zeker weggewipt door 't raster. Wat veertjes als sou
venir. Overbodige attentie. Zeg maar niks. Nooit geen
slechte tijding overbrengen, beweert Cicero; je wordt
er mee vereenzelvigd. Kippenhokdeurtje op een kier
gezet; veeren over de schutting geworpen; poes ge
streeld.
16 April. Parkiet vermist. Tante Louise schrijft, dat
ze geen logees kan hebben; ze komt zelf. Beppie pruilt;
Liesbeth en Wybo klappen met deuren. De poes en ik
wisselen wijsgeerige blikken. Heb netje met Paasch-
eieren voor Jossie gekocht.
Op wandeling mr. Mierick van Peuteren gesproken.
Vertelde dat Ras Tafari van Abessynië aan Mussolini
twee leeuwen en aan Hindenburg 'n koppel zebra's