Transvalia Rijwielen I Belangrijke Prijsverlaging DE BESTE „Ons Zeeland" verhalen ONS ZEELAND 13 SEIZOEN 1927 Brengen slechts één kwaliteit in den Handel HEERENRIJWIEL met vrijwiel, bandrem, kettingkast en Transvalia Supra-banden f 74.-— DAMESRIJWIEL dito uitstellingf 77. Overal verkrijgbaar bij de bekende Agenten. Joost keert nu spoedig naar zijn woning, Griet komt hem tegen op het pad, Nieuwsgierig, zoo een vrouw kan wezen, Of hij 't voorzangersbaantje had. „iNu Joost, hoe is het afgeloopen", Is 't eerste, wat haar mond ontgaat. ,,0 ja", zegt Joost, ,,'k krijg 't baantje zeker, Want Dominéé was lang niet kwaad, Hij lachte, o, om van te schudden, En was zoo vriendelijk en goed, Hij deed me zeker honderd vragen, Waarop ik antwoord gaf met spoed. Maar één ding, zie, dat kon ik niet raden, Nu 't wias dan ook een duivelsvraag, Maar, zei hij, vraag het aan je Grietje, En breng me 't antwoord nog vandaag." ,,Nu en dat ding!" ,,Ja, zie je, Noach, Die had drie zoons, Sein, Japheth, Cham, En nu vroeg hij, licht wist hij 't zelf niet, Wie of de vader was van Cham." ,,En wist je dat niet? Ezel, kuiken, Jou domme, lompe varken, hond!" Meteen gaf Grietje hem een oorveeg, Waardoor hij als verslagen stond. ,,De molenaar van 't dorp, o lomperd, Die heeft drie zoons, Jan, Piet en Klaas, En wie is nu van Piet de vader, Vertel me dat eens, slimme baas!".... Thans schoot een lichtstraal hel en flikkerend, Door 't duister van Joosts hersens heen, „De vaar van Piet, dat is, ik weet het, De molenaar van 't dorp alleen!" En als de wind, zoo 't kon nog sneller, IJlt Joost weer heen en voelt geen grond, En schept geen adem voor hij nogmaals In Dominéés studeerkamer stond. De Dominéé lacht in zijn vuistje, „Komaan, zegt hij, „vertel ons spoedig, Wie wel de vader was van Cham!" En Joost treedt geheimzinnig nader, En fluistert aan des Dominéés oor: „Wanneer ik zeker ben van 't baantje, Dan wil ik het u zeggen hoor." Joost trekt zich nog een beetje nader, En zet thans alles op één worp „De vaar van Cham?" Nu hoor, Cham's vader. Dat is de molenaar van 't dorp!" H. KIPPESOEP Vertelling uit de Zeeuwsche landouiuen. door BAES PEELAND. Met illustraties van WIM KERSTEN. Notaris van Zuylen was een Zeeuw van het ronde slag, joviaal, vroolijk, hield van een goede borrel en intieme fuifjes met vrienden. 't Was volgens hen dan ook doodjammer, dat hij na een langgerekt jongezellen leven zijn lot ging ver binden aan dat van de stijve, koele freule Doetsema, die hij van een snoepreisje uit het hooge Noorden had meegebracht als zijn echtgenoote, al beweerden ook booze tongen dat hij haar bij een verkooping van antieke meubelen in een gotische kast had gevonden, Hoe het ook zij, Notaris van Zuylen scheen genoeg bekoorlijkheden aan haar ontdekt te hebben, om haar huis en hart benevens een aanzienlijk vermogen aan te bieden. De mama's der ongehuwde dochters van niet te be palen leeftijd, hadden bij het vernemen der ongeluks tijding de handen tot vuisten gebald, en in een visioen zagen zij het lokaas van vele jaren, dinertjes, sou pers, intieme muziek- en bridge-avondjes, bowlfuiven en danspartijtjes aan zich voorbij trekken en in hun harten kookte de woede bij de gedachte wat dat al niet had gekost, welke opofferingen er voor noodig waren geweest en welk een schat van lieve woordjes en aanhalige gebaren voor goed was verspild. Maar hoewel het in de stad borrelde en kookte, scheen de nieuwe Notaris-vrouw zich nergens om te bekommeren. Met haar strak gezicht, waarop slechts bij uitzondering een koude glimlach te voorschijn kroop, deed zij haar intrede in het groote huis en bracht eenige orde in den chaotischen inboedel, die de Notaris van diverse verkoopingen bij elkaar had ge sleept. De steedsche aristocratie had een andere houding aangenomen. Zij kon de ruime beurs van dén notaris zeer goed gebruiken, wanneer bazar's, tentoonstellingen, ver lotingen enz. voor liefdadige doeleinden, werden ge houden; van zijn royaliteit was het welslagen van deze organisatie afhankelijk. Men prees het dan ook in hem, dat hij het ver standige van een adellijk huwelijk had ingezien, al kon men dan ook niet begrijpen dat zij Maar ongetwijfeld zou zij hem tot haar stand om hoog halen, waarvan de resultaten te zien zouden zijn op een reeks van schitterende diners en bals, welke zeker aan de elite der stad zouden worden aan geboden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 13