m\m EN PCEDEL5 i pM )E<HHJDEN flWRÏt De Schelde=werf toch in Vlissingen. HET JOURNAAL VAN PHILEMON ZIJDEWIND KOFFIE Bo voov ONS ZEELAND 13 procent in contanten welletjes, omdat wij beiden in een eerlijkheid iets anders zien dan een hulpmiddel om geld te maken. Ik zal contact met den strijder tegen het materialisme zien te krijgen en samen zullen we verder arbeiden aan den sleutel die de oude ideëele wereld weer kan ontsluiten. Welke broeders reizen er mee naar den overkant? EGO (Reiskosten komen natuur lijk niet voor mijn reke ning). t-'i' Goed zoo, Schelde, 't is te prijzen dat ge op Uw stukken staat tot Uw eer strekt dat besluit van Vlissinigen's gemeenteraad Al zijn Uwe ingewanden niet van zwakke plekjes vrij kom, de tijd heelt alle wonden, de inflatie is voorbij! Laat ze op de „Schelde" schelden, werven uit het buitenland, vecht als razend om die nieuwe mailboot van de „Nederland" Maak ze trotsch, de Nederlanders als dat schip naar Java gaat, toont op alle oceanen: Huygens Neêrlandsch fabrikaat! Thans met nieuwen moed begonnen steeds de werven uitgebreid, maakt Uw nieuwe breede sluizen sluizen van welvarendheid! We zijn trotsch, als van Uw helling weer een boot de zee in gaat, toont, hoe onze Zeeuwsche Schelde spijkers met twéé koppen slaat. Als hij 't nog eens kon beleven, met z'n rasecht Hollandsch brein, ik weet zeker, dat Michieltje 'n paar jaar lang weer trotsch zou zijnl WILLEM TELL. II (Gecondenseerd extract) 4 Mei. „Wanneer je je niet eerst kwaad maakt in Nederland", placht mijn grootvader te zeggen, „bereik je niets", en waarachtig er steekt waarheid in de woor den van mijn voorzaat. Nauwelijks flink gefulmineerd tegen de barbaarsche gedragingen der nationale lente, A» o BIGGELAAR 8.C9 R.OOSEMCAAL of ze is zoo zachtzinnig geworden als een peinzend meisje. Het windje is als een zalf voor je stramme leden geworden, in het smetteloos hemelazuur zeilen zonverheugde wolkjes en de boter in ons vlood je was heden wederom om te smeren. Wanneer ik niet van zoo'n nette familie was, zou ik er waarachtig over den ken om een vers te schrijven. Vandaag voor 't eerst 'n fietstocht gemaakt. Half uur lang genoten van de heer lijke natuur, daarna thuis 'n paar uren bezig geweest om met benzine de rijwielolievlekken uit broekspijpen te halen. 5 Mei. 't Is me te heet vandaag. „Hop of drop", zei Sientje vanmorgen. Wilde in van Dalen's groot woordenboek der Nederlandsche taal naar de betee- kenis van die Sybillijnsche spreuk speuren, maar ik had er de moed niet toe. Heb wel permanenten dorst, 't Valt me nu pas op dat er zooveel café's in de stad zijn. Ze ergeren me. Zoolang ze niet gratis schenken, dienen de autoriteiten ze te sluiten. Met postdirecteur een wandelingetje gemaakt Ge sproken over de on-vorste'ijke milddadigheid van baron Edmond Rothschild, die een gift gaf van dertig millioen francs, voor de oprichting van een biologisch instituut, dat zich in het bijzonder zal bezighouden, met het bestudeeren van de chemisch-physikalische functies der klieren. Postdirecteur merkte op, dat mr. Mierick van Peuteren, nu wel eens onder controle kon komen. Deed of ik het begreep. Zal mr. Mierick zelf wel polsen. 6 Mei. Gister voorspelde het weerbericht koelte, 't Was dus nu warmer. Dat die menschen zelfs bij deze temperatuur nog lust tot liegen hebben. Panamahoed opgezocht. Die is mij dierbaar. Er deint 'n zee van waarheid in dien naam; behoedt me voor zonnesteek

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 13