Hoe men elders lacht .Ik geloof, dat we de studeerkamer nu aardig in orde hebben, Marie." „Zeker mevrouw. Zal ik meneer nu maar binnenlaten?" (London Opinion.) Pietersen: „Kijk eens Meier, dat is nu de vijfde keer, dat ik je om dat tientje moet vragen, dat ik je leende" Meier: „Maar beste kerel, bedenk eens hoe iikwijls ik er je om heb moeten vragen". (Passing Show.) Mevrouw Plomp: „Toen de Romeinen deze brug bouw den zullen ze ook niet gedroomd hebben, dat wij er nog eens op zouden staan." Meneer Plomp: „Nee, want dan hadden ze 'm wel ster ker gemaakt." (London Opinion.) Barbara (foto van haar vaders eerste vrouw toonend): „Dat is mijn oudste moeder". (London Opinion.) Mevrouw: „Ellen, dit hoedje mag jij hebben mijn man vindt, dat 't mij niet staat". Ellen: „Neen, dank u mevrouw, want mijn jongen vindt, dat 't mij ook niet staat". (Passing Show.) De langgetrouwde man: „Zeg, weet jij wie er vandaag trouwen gaat?" Zijn vriend: „Heb je 't niet gehoord? Dat is die kerel, die pas zes maanden in de kast gezeten heeft". De langgetrouwde man: „Allemachtig! Wat hebben sommige menschen toch een raar begrip van vrijheid!" (Passing Show.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 20