TTEMDE dU
13
Dr. J. W. JENNY WEYERMAN.
Ditmaal zal ik moeten afwijken van den regel. Deze
„zittende bij...." wordt niet een min of meer juiste
weergave van een onderhoud, dat plaats had om
„Interviewer" in de gelegenheid te stellen zijn inter
view samen te stellen.
Om de eenvoudige reden, dat Dr. Weyerman er
niet voor voelde als „slachtoffer te fungeeren.
„Als U over mij schrijft," luidde z'n schriftelijk
antwoord op ons verzoek, „zult U ook over m'n werk
moeten schrijven. Ik zou U daartoe over dat werk
moeten vertellen, den tegenstand, dien ik daarbij
ondervond niet kunnen verzwijgen en soms over per
sonen en toestanden harde woorden zeggen.
Wanneer de aangezochte een ander dan Dr. Weyer
man was geweest, zou er wellicht een poging in het
werk gesteld zijn om hem van meening te doen ver
anderen. Wie Dr. Weyerman kent, zal me toegeven,
dat ik verstandig handelde door zulks niet te trachten.
Al stond het als een paal boven water, dat in „Ons
Zeeland", waarin de opening van den locaal-spoorweg
op Zuid-Beveland zou worden vastgelegd, de persoon,
wiens naam onafscheidelijk aan dit grootsche werk
verbonden zal blijven, niet mocht ontbreken.
En restte mij dus m'n stof te putten uit de herinne
ring aan enkele vluchtige ontmoetingen, af te gaan op
indrukken verzameld tijdens besprekingen met Dr.
Weyerman over niet-persoonlijke kwesties, te hooi en
te gras eenige gegevens te verzamelen.
Men kijkt vreemd op, als een Dr., die in Zeeland
deksels knap werk op technisch gebied heeft verricht,
dokter blijkt. En een gewaardeerd dokter. Het is nog
niet zoo heel lang geleden, dat de heer Weyerman
z'n aandacht aan de kwalen en kwaaltjes van de in
woners van 's Heer Arendskerke gaf. Als ik hem
leer kennen, is 'm dat niet aan te zien. Z n figuur en
optreden heeft niets van den dorpsdokter, die zich
geduldig laat „doorzagen" over allerlei onbeteekenende
voorvallen in honderden gezinnen; hij doet me niet
denken aan den rustigen toehoorder, die een begrij
pend en geïnteresseerd glimlachje heeft voor aller
hande misèretjes. Zijn geluid is scherp, z n betoog
zeer kort, zakelijk. Uit den markanten kop boven het
krachtige lichaam spreekt wilskracht, in de oogen is
bijna altijd iets, dat een tegenspraak niet aanmoedigt.
Als ik niet beter wist, zou ik me vermoeden in gezel
schap van een groot-industiieel van Amerikaansche
origine te zijn. 'n Ideale hoofdfiguur voor een roman,
waarin een conflict tusschen werkgever en werknemers
wordt behandeld; maar dan niet de figuur van het
genre, dat de lijdelijke rol speelt, integendeel: hij
zou in een boek van den arbeid de onverzettelijke
leider moeten zijn, de man wiens inzicht minder buig
zaam is dan het ijzer uit z'n hoogovens.
Neen, met den besten wil ter wereld kan ik in den
Doctor den dokter uit 's Heer Arendskerke niet ont
dekken.
Waarschijnlijk had hij in het dorp de gelegenheid
de goede, maar vooral ook de slechte toestanden in
Zeeland op te merken. Hem moet gedurende de jaren
dat hij recepten schreef, opgevallen zijn hoe achterlijk
Zeeland toentertijd op menig gebied nog was, en hoe
veel de hygiëne er te wenschen over liet. Ik kan me
indenken hoe dezen ontwerper van groote denkbeelden,
en organisator van geboorte, de vingers gejeukt moeten
hebben, en hoe hij den eersten tijd na kennisneming
van de mistoestanden gevochten heeft tegen de stem,
die diep in hem regelmatig fluisterde: „Pak aan, dat
is een terrein voor je". Misschien is deze stem hem
ten slotte den baas geworden, en heeft zij den dokter
gedrongen op de plaats die hem naar aanleg reeds
jaren toekwam: op de plaats van den schepper van
groote werken.
„In korten tijd speelde hij het klaar dat Tholen en
Zuid-Beveland de welputten vaarwel zegden en heil
zochten bij de waterleiding."
Een eenvoudige beweging met de pen en. dit
zinnetje staat er. Eigenlijk een lachwekkende poging
is het op papier aan een werk te herinneren, dat door
zijn omvang en moeilijkheden bijna niet te overzien
is. Men moet den Zeeuwschen plattelander kennen,
zijn argwaan tegen het nieuwe en onbekende aange
voeld hebben, door zijn wantrouwenden en zwijgzamen
taaien aard geprikkeld zijn geworden, om, zij het dan
ook slechts vaag, te kunnen vermoeden wat er „verzet"
moest worden, alvorens het besluit tot het oprichten
van de waterleiding er door kwam.
Dr. Jenny Weyerman speelde het in korten tijd
klaar de plattelandsbevolking voor het nieuwe denk
beeld te winnen. Dat hij het deed zal voor ons toe
kijkers steeds een mirakel blijven, maar hij dééd het.
Het tot stand brengen der waterleidingen zou voor
velen de verwezenlijking van een einddoel beteekend
hebben, voor den dokter was het niet meer dan een
voorpostengevecht. Een inleidende strijd voor den