Transvalia Rijwielen HET JOURNAAL I VAN PHILEMON ZIJDEWIND Belangrijke Prijsverlaging SEIZOEN 1927 Brengen slechts één kwaliteit in den Handel DE BESTE mssbIANCHE VIRGINIA CIGARETTES ONS ZEELAND 15 (Gecondenseerd extract) 11 Mei. Vriend Schnabelmann uit den Bosch op bezoek gehad. Vriend Schnabelmann zeer sentimenteel; in linkeroog beefde permanent een parelende traan. kwam waarachtig niet van den Noordenwind. Hij kon den gehaelen dag wel schreien en daarom deed hij het ook vertelde hij me in vertrouwen en tegen de anderen weidde hij, met weeke stem, uit, over teere herinne ringen aan zijn Heimat. Weemoedige sfeer hing rondom ons. Aandoenlijk klonk het verhaal van de oude, door asthma gekwelde geit, die één dag voor zijn dood nog leefde, melk gaf en de moede oogen niet wilde sluiten, aleer alle verwanten de revue gepasseerd waren. Onze harten braken bij de droeve tragedie van zijn jongste zusje, dat zoo aanhankelijk en lief van karakter was geweest en op haar tachtigsten verjaardag, nog zonder bril de wenschjes van haar kleinkinderen aanhoorde, en onze traanklieren forceerde hij met de innige-teedere geschiedenis over de, onder een doorzichtig glazen stolp bewaarde, kinderschoentjes van zijn grootvader, jong gestorven aan groeistuipen der melktandjes. Om hem tot andere gedachten te brengen, liet ik Sientje Beiersch bier halen, maar 't werd eer erger dan beter. Tenslotte op man af gevraagd, wat hem scheelde, 't Bleek nawerking van Zondagsche indruk ken, opgedaan bij de Stahlhelmbetooging te Berlijn. Verbazing onzerzijds. Vriend Sdhnabelmann weleer zeer republikeinsch en nu plotseling militairistisch. Liesbeth ondervroeg scherp, maar 't antwoord van Schnabelmann brak reeds in 't begin af met een snik en dat maakte haar zelfs nerveus; ze snoof in hoogspan ning, schoof mij een sigaar en Jossie de koekschaal toe; 't kind vluchtte; ik hield stand. Op wandeling vertrouwde Schnabelmann mij zijn geheim toe. Jarenlang voelde hij zich reeds onvoldaan, er haperde wat aan en ten laatste begrepen wat het was. Hij had behoefte om nog eens door 'n echten Pruisischen Feldwebel uitgeveterd te worden en Zon dag was hem dit geluk geworden. ,,Noem 't kinder- HEERENRIJWIEL met vrijwiel, handrem, "JA kettingkast en Transvalia Supra-banden DAMESRIJWIEL dito uitstellingf 77. Overal verkrijgbaar bij de bekende Agenten. achtig", brak hij uit, ,,maar ik, en honderden met mij, hebben hun hemel op aarde hervonden." Ik kón echter niet spreken en ook in mijn oog beefde nu een traan; .niet van den Noordenwind, o neen!.... niet van een stofje; o neen! Prachtige dag, rijk aan psychologische vondsten. 12 Mei. Belastingbiljet ingevuld onder toezicht van Liesbeth. Liesbeth lacht altijd om gewetensgeld. Voel me den geheelen dag terneergedrukt. Zie in m'n ver beelding hoe mijn handteekening onder dat: .Aldus naar waarheid opgemaakt", me grimmig tegengrijnst. Ik huiver. Ja 't is koud. Straatje omgeloopen toen commissaris van politie naderde. Zou ik me in figuur lijken zin kunnen verschuilen achter Liesbeth, wanneer 't misloopt? Zij is toch eigenlijk de schuldige. Toch bemerk ik niets aan haar. Ze vit tegen Sientje, foetert tegen de kou en wil kachel zetten. Evenzoo veel tee kenen van koelbloedigheid, 'n Bijzonder karakter. 13 Mei. Nog niet geheel normaal. Vanmorgen vrees voor koorts. Thermometer aangelegd. Schrok me dood. 107 graden. ,,De dokter!" hijgde ik. Onzin," zei Liesbeth, „brandweer is beter.... met je flauwe grappenje hebt de gewone thermometer!" Tableau! Dadelijk veel beter. Vanavond naar lezing geweest over verzachting van zeden. Humaan spreker. Gevangenen moeten voortaan cellist worden genoemd en 't spreekwoord: „De ge legenheid maakt den dief", dient veranderd in: „Ge legenheid kweekt genegenheid". Voorts nog iets ge boomd over genade boven rechtvaardigheid. Als 'n razende geapplaudiseerd. 14 Mei. De werkster kwam vanmorgen niet. Haar moeder 'n beroerte gekregen. Dadelijk dood. Kwam van den schrik. Inwonende zoon wilde morgen naar Roosendaal. „Hoe laat kom je terug?" had ze ge vraagd. „Twee-en-twintig uur, acht-en-veertig," zei de zoon. Toen gebeurde het. Laatste woorden waren: „En 't is altijd zoo'n oppassende jongen geweest.". 15 Mei. Tante Nora Paps op visite gehad. Leek 't ons kwalijk te nemen, dat de kachel niet meer stond. Klaagde over huiveringen. Liesbeth weet de kou aan de ijsheiligen. Tante, die een tikje doof is, zei: „Ja, kou is voor ijs veiliger." Beppie de kamer uitgezet. Tante gesproken over 'n mijnheer Dukkenstief, die haar kruidenier, slecht voor zijn vrouw en nu weduw naar was. „Geloof maar, dat er wat bij zoo'n man omgaat", trompetterde Liesbeth. „Ja", knikte tante,

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 15