4 Hoe men elders lacht Y, fiiiif Sr* Detective: „Heb je hier ook een donkeren heer voorbij zien komen met een sigaar?" Leeglooper: „Ja, maar je hoeft m niet langer na te loopen, want ik heb 't eindje al opgeraapt. (Passing Show). M '5> De man aan deze zijde: „Ja, zie je, ik heb nooit ge tuinierd en 't leek me wel aardig, maar op den duur is 't toch een zwaar werk." (Passing Show). „Kon je geen touw krijgen?" „Jawel, maar ze vroegen er veel te veel voor! (Strix, Stockholm). f) Toerist (op 't punt van vertrek uit een dorpslogement): „Ik zette m'n schoenen gisteravond op de gang, maar van morgen stonden ze er nog net zoo. Waard: „Dat verwondert me niks, meneer. De men- schen hier zijn doodeerlijk." (Passing Show). Drawn by A. R. Ca Hengelaar (tot zijn vrouw): „En ik zweer je, die me ontsnapte was zeker zoo groot! Zijn vrouw: „Werkelijk? Toe, blijf even zoo zitten en hou deze streng wol voor me op." (Passing Show). „Vond je niet, dat ik mij koelbloedig hield, toen de schurk ons bedreigde, lieve?" „Meer dan dat. Je was heelemaal koud, want ik hoorde je tanden klapperen." (London Opinion).

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 20