--
HET JOURNAAL-
VAN PHILEMON ZIJDEWIND r
10
ONS ZEELAND
Nu kom ik u het restje brengen, van wat ik aan
aardige modellen in Brussel zag.
Daar was dan o, a. de avondjapon van mousseline
de soie en kant, in ,,pain brülé".
Nu, dat wat te hard gebakken broodje zag er lang
niet onaardig uit.
De taille van mousseline de soie was glad en mouw
loos, het rokje in twee ruim vallende volants van
kant.
Er overheen werd een smoking-vest gedragen van
de kant, over elkaar sluitend met twee simili knoopen.
Een canailleus toilet, eveneens voor den avond,
werd me getoond van knalroode crêpe Georgette met
zilver-pailletten.
Ook hiervan viel de rok in étages, en wel twee
boven elkaar, heel ruim aangezet, vallend in schulpen.
De taille was even blousend en had een vierkant
uitgesneden hals.
Een shawl van dezelfde stof moest om den hals
gesloten worden, zóó, dat de draagster als in een
wolk van tulle gehuld werd.
Voor een vrouw met donkere oogen en haren de
uitverkoren dracht.
Een diner-japon van zwarte crêpe Georgette met
zacht-geel gekleurde, fijne kant, was van een bizon-
dere distinctie.
De taille, half kant, half crêpe Georgette, viel in
boléro-vorm op het rokje, dat bestond uit een onder
rokje van kant, waar de ruim aangezette crêpe
Georgette luchtig overheen wolkte.
Een lange mouw, met wijd uitloopende ondermouw
van de kant, paste wonderwel bij dit uiterst fijne toilet.
De robe d'après-midi van donker-blauwe tafzijde,
die hierop volgde, had ook alweer de groote eenvoud,
die kenmerk van het ware is.
De taille, en coeur uitgesneden, had langs hals en
borst twee rouleaux van zacht-rose en donkerblauwe
crêpe Georgette, op het ruim aangezette rokje een
ceintuur van de tafzijde met twee breede lussen opzij,
gevoerd met de rose crêpe Georgette.
Een lange, aansluitende mouw met smal manchetje
van rose. That is all!
Vele stijljurken werden me getoond, ik kan ze
alleen maar bewonderen als jonge meisjes ze dragen,
of heel jonge vrouwen met bakvisch-maat.
Een bizonder lieve zag ik van zacht-rose crêpe
Georgette, waarbij op den zoom van de rok vijf heel
smalle biais in schulp-vorm verwerkt waren van taf
zijde in dezelfde kleur. De taille, glad en strak, had
langs den hals drie nog smallere biais loopen; een
toefje kleine bloemen in verschillende kleuren op
linkerschouder en heup; verder niets.
Een tea-gown, die aan weelderigheid niets te wen-
schen overliet, was wel die van zwart satijn en zwarte
zijden kant.
Ik kan het u niet beter beschrijven dan een corselet
van de satijn, waar het kanten rokje in volant-vorm
aangezet was, van voren korter vallend dan van ach
teren.
Aan den bovenkant van het corselet twee glad val
lende strooken van kant, schouders en armen vrij
latend.
Over den linkerschouder, los naar achteren gewor
pen, een soort cape van kant, op den schouder vast
gehouden door een knal-roode roos.
Of er veel verandering in de haardracht was, werd
me door verschillende dames gevraagd.
Er was een kleine verandering te bespeuren, maar
de meeste vrouwen droegen het haar nog zéér kort.
Toch ziet men hier en daar een soort kapsel op
duiken; zoo zag ik b.v. in de comédie een goed ge-
kleede vrouw, die, dit zag men onmiddellijk, zich
liet kappen, want zelf kan ze die aardige oublietjes,
die aan weerskanten van haar hoofd zaten, onmogelijk
gemaakt hebben.
Het haar, dat ze zeker een tijdje had laten groeien,
was glad weggestreken, zoodat ze en face het jongens
kopje had. Haar coiffeur had haar zóó gekapt, dat
de geschoren nek en de ooren bedekt werden.
Aan weerskanten van de ooren was, door friseeren,
zoo n aardig oublietje gelegd, dat gehouden werd door
onzichtbare kleine speldjes.
Verder waren alle hoofden tout comme chez nous.
De zucht om alle kleinigheden van het toilet te laten
harmcnieeren, wordt werkelijk streng doorgevoerd.
Zoo zag ik bij een aardige geruite morgen-tailleur
in beige en donker-bruin een hoedje van beige vilt
dragen met eenvoudig ripslint in bruin; uit het mantel
zakje gluurde een geruit zakdoekje, terwijl de parasol
en het zijden taschje eveneens van een beige en bruin
ruitje waren.
Mijne dames, was mijn bezoek aan Brussel niet
vruchtbaar en heb ik in het belang van de Zeeuwsche
vrouwen m'n oogen niet goed den kost gegeven?
Ik hoop dit te blijven doen en u zoodoende op de
hoogte te houden van al wat men draagt.
E. B. B.
(Gecondenseerd extract)
15 Juni. Melkboer streek vanmorgen met den
rug van zijn hand langs den onderkant van zijn neus
en vervolgens over zijn blauw buisje. Droge wind,"
zei-ie. Gemediteerd over 't wondere gevoel, dat ons
lichaam voor harmonie heeft, voor de harmonie van
het evenwicht. Aan het ontbijt nieuwe stof tot na
denken over een paradox van Wybo, die beweerde
dat ,,China-in-Holland" rooder werd, als ze bleeker
zag. De anderen lachten slechts, doch ik peinsde.
Aanvankelijk tevergeefs. Besloot de persoon in kwes
tie te polsen. „Onzin," riep Liesbeth, ,,de slagers
jongen heet Bleeker en als hij 't weer waagt om