30 Juni Zeeuwsche Torenprijsvraag Ik Laatste kans ONS ZEELAND 11 grapjes aan de voordeur te maken, dan wil ik geen vleesch van zijn baas meer hebben." Heb Beppie, die iets over menschen-eterij mompelde, een klap met het servet moeten geven. Deed mij meer zeer dan haar, omdat ik op de tafel sloeg. Convocatie ontvangen van de kiesvereeniging „Bastion der Burgerdeugd". Na de opening van den voorzitter, vermeldt de agenda candidaatstelling voor den gemeenteraad. Gevoel me wat nerveus. Voorteekenen van groote dingen? 16 Juni. Weer omgeslagen, 't Werd tijd. Gister vertelde Breeduitstra nog, dat in Friesland de boeren met hun winterjas aan het hooien waren, wat sinds den ijstijd niet meer was voorgevallen. Fietstochtje gemaakt naar Hansweert. Reizen zeer ontwikkelend. Kwam althans toevallig aan de weet, dat alle dorpe lingen daar een spraakgebrek hebben. Herbergier ver telde me, dat er een ongeluk was gebeurd. Keek be langstellend. „Ja," zei-ie, „er is een kommies te water te water geraakt." Even later vroeg zijn vrouw: „Weet mijnheer al, dat er een kommies te water te water geraakt is?" Na 'n halve minuut waggelde een schip per binnen. Eerste woord: „Gister n kommies te water te water geraakt, hè! Interessant. Heb steek proeven genomen in drie snoepwinkels en in twee garen-en-band-magazijnen, die gelukkig geen bruine veters in voorraad hadden, en alle vrouwen antwoord den of er iets gebeurd was: „Ja, er is een kommies te water te water geraakt." Wonderlijk. Zal t den folklorist v. d. Ven rapporteeren. Net iets voor zijn nieuwe film „Typische Nederlandsche gewoonten 17 Juni. Er zijn vandaag sarcastische krachten in me ontdekt, die tot nu toe bepaald gesluimerd heb ben. Vanmorgen, bespeurend dat het nog steeds warm was, in jeugdigen overmoed 'n trap tegen de non- actieve kachel gegeven, Moest juist Liesbeth zien „Wat beteekent die onzin?" vroeg ze, „Er zat een muis," loog ik lustig er op los. Zag daarna Liesbeth cp 'n stoel klauteren. „Hangt er een schilderijtje scheef?" informeerde ik. „Hou je sarcasme voor je. je moest wat minder met Breeduitstra omgaan. Stond perplex. Overigens zomerstemming. In sla slak ken gevonden. Liesbeth gescholden met groentenboer, omdat hij woekerwinst op aardbeien maakt en Jossie is met een limonadeflesch uit de kast gevallen. Alleen scherven en een hoofdbuil. 18 Juni. Wybo kwam met een serie Roode Kruis postzegels thuis. Leden van het Koninklijk Huis er op geteekend. Flatteus is anders. Beppie vroeg of ze daar nu niet boos om zouden worden. Zal Mr. Mierut van Peuteren vragen, waar de majesteitschennis begint. Sientje is weer rooder geworden toen ze Blee- ker zag. Liesbeth haar gekapitteld en ten strengste verboden om grapjes aan de voordeur te maken, 't Kind schreide en vroeg meegaande of t dan aan de achterdeur mocht. Ook geweigerd. Vanmiddag met postdirecteur gewandeld. Zag in etalage van mijn boekhandelaar zoowaar een kom goudvisschen, waarin een vulpenhouder gevallen was. Bediende gewaar schuwd. Lachte me in m'n gezicht uit. Vertikte het om het ongeval te verhelpen. Droevig, die mentaliteit van sommige lieden in ondergeschikte betrekkingen. 19 Juni. Zondagsstemming gestoord door ruzietje voor deelnemers aan de tusschen Wybo en Beppie. De laatste had gesnoefd dat ze eerder zwemmen kon dan haar broer, wat Wybo de opmerking deed maken, dat meisjes ook vinniger waren. Sociaal-economische Landdag op het terrein van Jhr. Kortland tot Smallevelt. Groote drukte in de stad. Jossie verdrietig; om 4 uur van middag, nieuwe tijd, ijswagens al uitverkocht. 20 Juni. Aardig avondje bij Breeduitstra. Lies beth wilde niet mee. Pittige wijntjes. Veel vroolijk- heid. Krimp zwetste dat kanarie-vogels de oudste vleugelpiano's zijn en Breeduitstra zelf, gooide twee vierduitstukken in den theepot, keek op de klok en zei toen, dat hij vijf pond afgevallen was. Ben thuis gebracht; drie inktvlekken in mijn journaal. 21 Juli. Kan nauwelijks schrijven. Hand trilt. Hoofd bonst. Welk een avond. Candidaat gesteld voor den Raad. Nu kan ik alles; nu wil ik alles. Ziender- oogen voel ik me geestelijk groeien. Hersens werken als turbines; mijn vuisten verzwaren tot mokers. Schit terende vergadering geweest. Daar kan t Bastion der burgerdeugd trotsch op gaan. Dwaas van 't bestuur cm af te treden, alleen wijl er geroepen werd: „we willen eens 'n lolletje hebben"; bleek de ernst dier mannen niet voldoende uit het feit, dat ze mij waardig keurden tot vertegenwoordiger van het volk. Maar t is zócals Breeduitstra zei: vreezend voor je persoonlijk heid, nemen ze de wijk; wanneer de leeuw verschijnt, vluchten de muizen. Al sta ik onder op de lijst: er zijn gelukkig nog voorkeurstemmen. Morgen zal ik Liesbeth voorbereiden. Heel wat geheimen zouden bewaard blijven, als ze ons niet onder geheimhouding verteld waren. De beste doktoren zijn matigheid en arbeid. Niemand leert ons beter de waarde van zwijgen, dan de babbelzuchtige. Menigeen is door zijn vijanden beroemd geworden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 11