HET JOURNAAL VAN PHILEMON ZIJDEWIND 14 ONS ZEELAND De fotopagina bracht eenigen tijd geleden een tweetal typen van hofsteden. De Zuid-Bevelandsche standaard-boerderij ontbrak. Daarom vindt ze nu hier een plaatsje. (Gecondenseerd extract) 29 Juni. - Hoewel gewoonlijk pas door een wekker wakker wordende, wanneer ze mij met dit agressieve instrument op mijn hoofd slaan, was het toch heden morgen slechts de razende ratel van zijn nikkelen bel, die mij tot de wreede werkelijkheid terug bracht. Be paald plichtsbesef. Had gisteravond de jeugd moeten bezweren haar tijdig ter zonsverduistering op te leiden. Voor mij minder noodig. Heb in 1912 al zoo iets aan het handje gehad en in 1999 wacht mij een complete. De huiselijke organisatie was schitterend. Roetglaasjes in de vingers en zitplaatsen in den tuin verzekerden ons een perfecte waarneming. Aan Jossie, die ver velend werd, uitgelegd dat de verduistering veroor zaakt werd, door de maan, die zich voor de zon schoof. Wybo, den ernst van de situatie verbroken, door zijn opmerking, dat de kleine oplichter, den groote er tusschen nam. „Komt weinig voor," riep mevrouw van Nepschote, die naast ons woont aan den eenen kant. Haar man, die aan de belastingen is, gichelde, dat de zon een aanmaning kreeg. Een agent van politie, onze samenscholing ziende, kwam vragen wat er te doen was. „Hebt u dan niet gehoord van de verduis tering?" blaatte Beppie boven allen uit. Agent rechts omkeer. In 'n wip terug, vergezeld van 16 collega's en 'n inspecteur met een sleepsabel. Groote teleur stelling bij het korps, toen de ontknooping plaats vond. Inspecteur, bemerkend, dat het delict zich afspeelde buiten zijn machtssfeer, wierp woedende blikken naar boven. Hem een roetglaasje gepresenteerd. Mocht niet accepteeren. Artikel 1 van 't dienstreglement: „Hand schoenen schoonhouden." Afgemarcheerd. 30 Juni. Kloppende in het lichaam van een cor- respondeerend lid der Ver. tot bescherming van die ren, heeft mijn hart eenige schokken ontvangen. In IJzendijke paste een vee-arts een blijkbaar nieuwe, doch m. i. wreedaardige geneesmethode toe, door met zijn rijwiel over een hond te rijden. Het is hem even wel slecht bekomen. Fiets kapot en beenblessuren. Net goed. De hond is van schrik naar Zuidzande ge hold en heeft daar zes kuikens afgemaakt. Beppie vroeg of ze dat beest niet kon krijgen; ze tobt zoo met haar sommen. 1 Juli. Ben aan mijn redevoering begonnen; n.l. met de op-schrift-stelling. Vervelend karweitje. Grijpt diep in de levensgewoonten, 's Nachts slaap ik er niet van en zit ik overdag aan mijn schrijftafel, dan kan ik de oogen niet open houden. Wybo, die nu aan de klassieken toe is, heeft me gewezen op het voorbeeld der Arabieren, die, wanneer ze wakker wilden blijven, sterke kommen mokka slurpten of hun oogschellen af sneden. Beide middelen onmogelijk. Liesbeth wil juist zelf koffie zetten en telkens als ik met het scheer mes bij mijn oogleden kom, dan knipperen ze zoo. Raak met de zaak verlegen. Zal morgen Breeduitstra maar om hulp vragen. 2 Juli. Vannacht wederom niet geslapen. M'n omgeving krijgt er erg in, dat ik lijd. 't Lijkt wel of je wangen invallen", zei Liesbeth vanmorgen. „M'n sigaren zijn tegenwoordig wat dof," verontschuldigde ik. Liesbeth echter niet te bedriegen. Liefde ziet scherp. „Je moest wat meer thuis aan den slag gaan, inplaats van al die vrienden af te loopen," ried ze me aan. Breeduitstra geraadpleegd over mijn rede voering. Vond het geval normaal. De eerste keer is steeds het ergste. Radicaal middel: afscheren van het hoofdhaar. Dan gaat alles van een leien dakje. Toe-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 14