Lr tm Hoe men elders lacht d^0%^ r"? 1 i „Waarom noem je je trein toch altijd de geesttrein, Wim?" „Omdat ik 'm zelf nooit te zien krijg," (Passing Show.) Hij: „Mijn vroegere klasgenooten, die getrouwd zijn, hebben gemiddeld iets. minder dan 2 kinderen," Zij: „Wat merkwaardig! De getrouwde meisjes van mijn vroegere school hebben gemiddeld ongeveer drie kinde ren. Wat valt daaruit te concludeeren?" Hij: Nogal duidelijk. Dat vrouwen over 't algemeen meer kinderen hebben dan mannen." (Life.) „Mama, ik hoop niet, dat er ooit iets met vader ge beurt, maar als 't ooit gebeurt, mag ik dan zijn fiets?" (London Opinion.) Parkwachter: „Pas op, ik zal jullie allemaal laten op sluiten, leelijke boomen-vernielers." Kwajongen: „Maar mijnheer, we probeerden alleen maar hoeveel van ons die tak zou kunnen dragen, zon der dat hij brak. (Punch.) Modern meisje (tot verloofde): „Hugo, wat heb je me een prachtig sieraad gestuurd! Maar wat is 't? 't Is van goud, maar het is geen broche, geen ring en geen arm band; ik heb nog nooit zooiets gezien. Wat is 't?" Hugo: „Een vingerhoed." (Passing Show.) Conducteur van de autöbus (vroeger schouwburg beambte): „Kalm blijven asjeblieft en op uw plaatsen blijven zitten!" (London Opinion.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 16