liM
14
ONS ZEELAND
In m'n vorig babbeltje beloofde ik u, te vertellen wat
de avond mij bracht in Zandvoort.
Het was veel goeds. Want, als de zon in zee verzinkt
a's een vuurroode bal, die water en wolken kleurt
met bet zachtste rozerood, als de hors d'eouvre van
een verfijning is, dat de verschillende gerechtjes je tong
stree'en, als de violist van het strijkje een oud Fransch
liedeke laat verglijden, zóó, dat je bol op de maat
heen en weer dodeint, dan is de avond van een vol
maaktheid, die je doet wenschen, dat het eeuwig, eeuwig
zoo blijven mag.
Maar ik ga u vertellen van de avond-toiletjes die
mijn zeer verrukte oogen aanschouwden. Ik trof het
opperbest, want in Hotel d'Orange waren 100 Ameri-
kaansche dames gelogeerd, met 2, zegge twee heeren,
die de geleiders van ,,de partij" waren.
Miss America is niet bepaald een beauté te noemen,
er zijn er onder, die aardige snuitjes hebben, maar het
meerendeel is niet fraai en de onafscheidelijke uilenbril
verhoogt hun schoonheid niet.
Maar de jonge blonde vrouw in het zwarte avond
toilet was de moeite van het aanschouwen wel waard.
Op een fourreau van zwart satijn, waarvan de taille,
die glad en strak was, hals en armen geweldig vrij liet,
viel het rokje in wel twaalf smalle en ingehaalde volants
van zwarte tulle. Links viel de rok in een punt, die
bijna tot den enkel reikte. Een ceintuur van zacht-
rose satijn was op normale taille-hoogte aangebracht
en viel in lange lussen en einden op het rokje.
Een lang parelsnoer was het eenige versiersel.
Een beeldig toiletje droeg weer een andere schoone,
van fraise crêpe satin, het rokje geplisseerd, over de
taille, een ruim vallende boléro, die van voren geheel
open viel, bestikt met motieven van zilver pailletten.
Maar niets haalde bij de wondere pracht van de
robe van zwarte crêpe Georgette, waarvan het geheele
corsage behangen was met peer-vormige kristalletjes,
die in hun facetten het licht opvingen van de zacht-
gekleurde electrische lampjes.
Het rokje ruim, van witte crêpe Georgette, waarover
heen fijne zwarte kant, vormde als het ware een som
beren ondergrond tegen het tintelende, bewegelijke van
de iaille.
Veel stemmiger, maar niet minder mooi, was het
toilet van heel bleek mauve crêpe Georgette, waarvan
de taille glad was, het rokje met overgeslagen tuniek.
Een groot motief van geborduurde bladen en zilveren
parels was aangebracht aan den linkerkant van taille
en tuniek.
Een robe van licht-grijze kant was op een fourreau
van mousseline de soie in denzelfden tint.
De kant-motieven waren omrand door zilverdraad.
Doos 30- 60. Tube 8 O et. Bij Apoth.en Droqisben
(Ingezonden Mededeeling)
De draagster, al op leeftijd, met het zilver-witte
jongenshoofd, zag er zeer gedistingeerd mee uit.
Dit waren wel de meest in het oog vallende toiletten.
De rest was. tout comme chez nous!
Aardig om te zien was, toen Maud en Ethel en
Joan en Eve na het diner in de badstoelen op het
terras gingen zitten, ze geheel weggedoken in hun stoel,
een cigarette smoorden, uit iederen strandstoel hun
fraai geschoeide voetjes te zien steken.
Daar waren dan de zwart satijnen met de mooie
juweelen gespjes, de schoentjes van brokaat, in zacht
groen, teêr-rose. Maar het mooist waren wel die, welke
geheel van gevlochten zilvertres waren. Als de muiltjes
van Assc.hepoes, zóó fijn waren ze en in den mane
schijn kregen ze een onwezenlijke kleur.
En hiermee, mijne dames, heb ik u verteld, wat de
bloem van Amerika op onze Hollandsche badplaats
droeg en hiermee bewees, hoe up to date ze is, wat
de laatste snufjes betreft. Geen wonder ook, want ze
hadden Parijs reeds aangedaan en hun bezoek aan
de grootste mode-huizen was vruchtbaar gebleken.
Om u een klein staaltje te geven van de vitualiteit
van de Amerikaansche vrouw, wil ik u even vertellen
van de 95-jarige dame, die met haar kinderen een reis
om de wereld maakte.
Ze zag er uit als een vrouw van in de zestig, was
sober, maar zeer modieus gekleed, in zwart, met een
grijzen vos. Toen de directie van het hotel, voorkomend,
vroeg, of ze niet op haar kamer wilde dineeren, wees
ze dit lachend af. Ze vond het veel gezelliger in de
groote eetzaal en iederen middag, kwiek, kon men
haar aan het diner zien verschijnen.
Ze ging naar Volendam en Marken, naar het Rijks
museum, enfin, er was niets wat haar belangstelling
niet had en waar ze niet heen ging.
Om haar te groote vermoeienis te besparen, werd
ze in een daarvoor meegebracht wagentje gereden, doch
in het hotel liep ze dapper rond en op haar aardig
oud gelaat was geen vermoeidheid te bespeuren.
Ze wilde vóór haar dood de heele wereld zien en
ging nu naar. de pyramiden!
Voor zulk een vitualiteit hulde!
E. B. B.
Als men jong is, dan weet men aan de vrouwen niet
te zeggen wat men denkt. En is men oud, dan heeft
men geleerd haar te zeggen wat men niet denkt.