Echte Zeeuwsche Boterbabbelaars J. B. DIESCH' Heeren Winkeliers vraagt prijsopgave en monsters 6 ONS ZEELAND tegen 17 stemmen' besloten 15 pCt. der uitgaven als subsidie, zonder eenige aftrek, te verleenen. X Over de P.Z.E.M. en haar directie werden in de zitting der Prov. Staten harde noten gekraakt. Het schijnt mij toe, dat de oppositie nog nooit zoo sterk is geweest. Natuurlijk laat ik rusten de debatten over de electrificatie der midden- en Noordgroep. Voor Zeeuwsch-Vlaanderen liepen de debatten voornamelijk over de bedrijfsresultaten, door de P.Z.E.M. gepubli ceerd, en over de overname van de plaatselijke netten. Voor deze overname werden reusachtige credieten 500.000) gevraagd. In eerste instantie striemden de slagen fel los op de ruggen der leden van Ged. Staten, of, wat hetzelfde is, Raad van Bestuur der P.Z.E.M. Het was dezen heeren aan te zien, dat ze weinig plezierige oogen- blikken beleefden. Er waren sprekers bij, die openlijk hun vertrouwen in de leiding der P.Z.E.M. opzegden. Een hunner zei het ronduit: zie maar gerust af van de electrificatie der andere deelen van ons gewest, laten we het bedrijf in Zeeuwsch-Vlaanderen maar overdoen aan de be trokken gemeenten en de schulden en tekorten maar betalen. Die zullen wel groot zijn, maar we weten dan in elk geval, hèe groot ze zijn en we voorkomen, dat ze nog steeds grooter worden. Zooals 't nu gaat, is het een bodemlooze put. Deze spreker wilde de zaak dus eigenlijk liquideeren. Vooral werd er van verschillende zijden op gewezen ik doelde er in mijn voorlaatste weekoverzicht ook op dat de balans van de P.Z.E.M. eigenlijk dien naam niet mag dragen. Dat is geen balans. Het winst cijfer daarop voorkomend, is misleidend. Er zijn tonnen en tonnen tekort. Ged. Staten erkennen zelf, dat de totale verliezen tot 31 December 1926 in Zeeuwsch- Vlaanderen pl.m. 325.000 bedragen. Eén der Staten leden becijferde het op meer dan 6 ton! Het is werkelijk reusachtig. En dat terwijl de stroom nog zoo duur is, vergeleken met andere deelen van ons vaderland! Over den Directeur der P.Z.E.M. heb ik uit den mond der Statenleden weinig vriendelijks gehoord. De stem ming was niet bepaald gunstig voor hem. Het was, alles bij elkaar genomen, een zware taak voor den woordvoerder van Ged. Staten, om de zaak der P.Z.E.M. te verdedigen. Toch heeft mr. Dieleman, die over prijzenswaardige kwaliteiten als spreker be schikt, met lofwaardigen ijver en vooibeeldigen tact, maar niet altijd met krachtige argumenten, getracht de zaak van de P.Z.E.M. te redden. Ik laat alweer rusten de strijd over de Midden- en Noordgroep, die, als ik goed zie, in de a.s. najaars zitting zal uitgestreden worden. Volgens mr. Dieleman mag de balans der P.Z.E.M. haar naam wel dragen, al erkende hij, dat ze b.v. ten aanzien van den voorraad koperdraad niet betrouwbaar was. Op dit punt zal hij de Statenleden wel niet over tuigd hebben. Ook zette hij uiteen de wijze van afschrijven, die de P.Z.E.M. er op na houdt. Volgens deze methode wordt de eerste vijf jaar niets, maar in latere jaren meer afgeschreven, dan volgens de regeling, met een vast percentage. Doch juist hierin zien velen de zwakke plek in de P.Z.E.M. Zooveel mogelijk wordt alles verschoven tot latere jaren, in de hoop, dat de financiën dan beter zullen zijn. De ,,op hoop van zegen"-politiek! Toch blijft mr. Dieleman een (zij het nu wel getem perd) optimist. De stroomverkoop in 1927 gaat weer beter dan in 1926 en er is volgens hem nog wel hoop voor de toekomst. Het vertrouwen in de P.Z.E.M. was echter ditmaal blijkbaar niet groot bij de Prov. Staten, want over het toestaan van de credieten voor de overname der netten staakten de stemmen. Onder de tegenstemmers waren er, die eerst advies van een onpartijdig deskundige wilden hebben; andere, die iedere overname, stuk voor stuk in de Staten wilden behandelen en een derde groep, die het voorstel wilden laten rusten tot de najaarsvergadering, om dan tegelijk met electrificatie van midden- en Noordgroep te behandelen. Ged. Staten hebben het in deze omstandigheden maar het beste geoordeeld, hun voorstel terug te nemen en er zoo noodig in de najaarszitting op terug te komen. Dan zal de eindstrijd over de P.Z.E.M. gestreden wor den. Toch scheen het wel, alsof meerdere Statenleden al voorbereidingen treffen voor haar begrafenis. X In de Aardenburgsche kwestie wordt wel voor ver rassingen gezorgd. In de Raadsvergadering van 25 Juli kwam aan de orde de al of niet toelating der nieuw- gekozen Raadsleden. Plotseling en geheel onverwacht komt daar de R. K. Burgemeester, die van meetaf alle protesten tegen den verkiezingsuitslag op zij had gelegd, met het voorstel om de stemming ongeldig te verklaren, omdat. de opening der stembiljetten niet door den voorzitter had plaats gehad. Grcote verwondering bij de Raadsleden natuurlijk. De R. K. Raadsleden waren in hooge mate boos. De Prot. Raadsleden vertrouwden het zaakje niet. Het eind van 't liedje was, dat de vier R. K. Raadsleden besloten de geloofsbrieven wèl in orde te verklaren en de drie Prot. leden blanco stemden. Natuurlijk zullen de laatsten wel in beroep bij Ged. Staten komen, die de zaak dus nog wel nader los van het justitioneel onderzoek zullen napluizen. X Y Z. MET GOUD BEKROOND Alleen echt met het merk J. D. CHOCOLATERIE „IN DEN ZOETEN INVAL" LANGE BURG C 110 MIDDELBURG Bestellingen boven f 2.50 franco

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 6