ONS ZEELAND
9
de oude, ongehuwde dames Versluys er nog woonden,
heette het algemeen ,,het spookhuis", omdat een geest
verschijning, naar men beweerde, eiken nacht om
twaalf uur een rondwandeling maakte door het ge-
heele huis. Bij het oude klooster te Zande onder Hon-
tenisse, en bij het Duivelsstraatje in den Hoofdplaat
polder, vond men zelfs spokende honden. En ook op
kruispunten van wegen spookte het, zoo o.a. bij het
Ronde Putje onder Souburg, waaraan de aan alle
Zeeuwen beker de legende verbonden is. Even over de
Belgische grens, in de buurt van het gehucht de Brou
wers, niet ver van Coolkerke, is een plek waar de
booze geesten zich oudtijds bij voorkeur op schenen
te houden. In een moeras van het oude Zwin, dat
vroeger langs dit gehucht stroomde, hadden vroeger
jaarlijks officieele duivelbezweringen plaats, en dit
wel tot in 1793 toe. Ook stond daar een oude koets,
waarin men geloofde dat de Booze in persoon er zijn
verblijf hield!
Van lieflijker aard is het geloof in meerminnen, we
zens met het bovenlijf van een vrouw, dat uitloopt
in de staart van een visch. Natuurlijk zijn dit geen
dagelijksche verschijningen, en sporen van het geloof
in deze tweeslachtige waterbewoonsters heb ik in
Zeeland maar zelden aangetroffen. Ieder kent de
legende van Westenschouwen. Op zekeren dag vingen
de visschers van dit oudtijds zeer welvarende en bloei
ende dorp ver in zee een meermin in hun netten en
veerden haar met zich mee. De meerman volgde de
boot en bad en smeekte de visschers om zijn vrouw
vrij te laten maar tevergeefs. Eindelijk is het vasteland
bereikt. Nog eenmaal wendde de meerman alle po
gingen aan om het hart der mannen te vermurwen,
maar toen ook dit geen gevolg had, greep hij een hand
vol wier en zand, wierp die in de breede en diepe
haven, en vervloekte de plaats met deze voorspellende
woorden:
Westenschouwen, Westenschouwen,
Het zal u berouwen
Dat ge genomen hebt mijn vrouwe.
Westenschouwen zal vergaan,
Alleen de toren zal blijven staan.
En zoo gebeurde het ook. De haven verzandde, en
in korten tijd was de bloeiende handelsplaats tot een
onbeduidend gehucht geworden, dat tenslotte door de
zee werd overstroomd. Maar de toren alleen bleef
staan, tot het midden der vorige eeuw toe.
Het is niet onmogelijk dat er verband bestaat tus-
schen deze legende en het wapen van Schouwen dat,
zooals men weet, een meerman en een meermin voor
stelt, die op het water zwemmende elkaar de hand
reiken.
In een oude kroniek las ik hoe ook in de buurt van
Rammekens vroeger zeemeerminnen plachten te zijn,
maar dit was nog voordat Walcheren bewoond was
Het eenige bewijs dat de zeemeerminnen nog in
het Zeeuwsche volksgeloof voortleven, is dat men aan
den zeekant van Walcheren van esschenhout dat mis
vormde, platgegroeide takken heeft, zegt dat het door
de meermin bereden is.
Gezien worden deze wonderlijke bewoonsters der
zee tegenwoordig niet meer. Vroeger vertoonde men ze
wel, in gedroogden toestand, op de kermissen, maar
bcoze tongen beweerden dat dit niet anders waren
dan huiden van een aap en een visch die aan elkaar
waren gevoegd en met een laagje vernis overdekt!
Verschijnselen als welke zich in Axel afgespeeld
hebben, en die men aan de z.g. „zwarte kunst" toe
schrijft, hebben zich ook vroeger in Zeeland herhaalde
malen voorgedaan. Ieder heeft wel eens verhalen
gehoord van geheimzinnig steenenwerpen, van het in
gooien van ruiten door een onzichtbare hand, van stort
regens in huizen, terwijl het buiten het mooiste weer
van de wereld is, van aanhoudend geklop, waarvoor
geen andere dan een bovennatuurlijke oorzaak kan
bestaan, en van zoovele andere manifestaties van
krachten, waarvan de oorsprong ons nog onbekend is.
Dergelijke verhalen zijn evenwel nagenoeg altijd
alleen maar mondeling overgeleverd, en zoodoende valt
het dikwijls niet gemakkelijk meer uit te maken, wat
er nu eigenlijk precies is voorgevallen. Want zonder het
te willen en zonder het zich zelfs bewust te zijn, ver
andert de volksmond zooveel aan het verhaal van een
of ander opzienbarend voorval, dat de oorspronkelijke
lezing na eenigen tijd slechts met groote moeite of in
't geheel niet meer te herkennen valt. Een der weinige
geva'len dat een openbaring van de „zwarte kunst" in
alle bijzonderheden werd beschreven door iemand die
haar zelf had bijgewoond, betreft het geheimzinnige
steenenwerpen dat in 1724 plaats vond in den boom
gaard van Laurens Hendrikse te Zierikzee, en waarvan
een der burgemeesters van die stad een nauwkeurig
verslag opgesteld heeft.
Tot slot een geval waaruit blijkt hoe soms een heel
natuurlijke verklaring kan worden gegeven aan wat op
het eerste gezicht raadselachtig schijnt. Even ten zuiden
van Middelburg liggen de z.g. Slagvelden, aldus ge
noemd omdat er, naar de overlevering wil, vroeger
een veldslag met de Spanjaarden heeft plaats ge
vonden. Menschen die daar 's avonds en 's nachts
over kwamen, zagen er soms zooveel koeien, dat
ze zich slechts met moeite een doortocht wisten te
banen. Niettemin had geen enkele boer daar zijn bees
ten weiden, en 's morgens was er ook niets meer te
bespeuren. Wat ligt nu meer voor de hand dan hierbij
te denken aan de witgrijze nevels, die vooral na een
warmen zomerdag over de velden hangen, en die, met
een beetje fantasie, vergroot door de angst van bijge-
loovige naturen, die daar 's nachts langs moeten, in
hun verbeelding gemakkelijk de gestalte van koeien
kunnen aannemen?
Oprechte liefde vindt altijd haar voedsel; gisteren in
de hoop, heden in wederliefde, morgen in de herin
nering.
Het ongeluk van anderen begrijpen, heet zijn eigen
geluk erkennen.