10 ONS ZEELAND Van eigen bodem HET KASTEEL RAMMEKENS. Zeeland zwemt of leert zwemmen, Zeeland stoeit in de mooie badplaatsen, kruipt rond in het strandzand dat we in vroeger jaren uitsluitend voor den tourist schenen gekregen te hebben. ,,Ons Zeeland", dat o.m. tot taak heeft het Zeeuw- sche leven in woord en beeld vast te leggen, heeft deze week de aandacht aan den „overgang" naar het water en naar de zwemsport geschonken. Hierover zou wellicht nog wat meer te zeggen zijn, doch het komt me voor, dat het daar momenteel te warm voor is. Dus ga ik zwemmen. Het badnummer inspireert me. EGO. door B. J. d. M. Het kasteel Rammekens of, zooals het vroeger ge noemd werd, Zeeburg, heeft in onze vaderlandsche geschiedenis, vooral in die van Zeeland, een groote rol gespeeld. Liggende aan den mond van 't vaar water, de Welzinge (thans ingepolderd) naar Middel- De poort van het kasteel. burg, kon het den toegang naar deze stad aan de zee zijde afsluiten. Met Rammekens stond of viel Mid delburg en hiermede geheel Walcheren. Daar de landwacht, in 1540 door de Staten van Zee land ingesteld, door de landvoogdes Maria niet vol doende werd geacht tot verdediging van Walcheren, werd op haar verlangen door de Staten het kasteel op de genoemde plaats gebouwd (1547), Het werd genoemd Zeeburg, bij Rammekens liggende. Ramme kens was vroeger een kleine heerlijkheid ten Z. van Ritthem. Later zijn beide namen vereenzelvigd en is het kaseel meer bekend gebleven onder den naam van Rammekens, in den volksmond Rammetjes. Het ontwerp voor het kasteel werd gemaakt door den keizerlijken ingenieur Donaet de Boni; de bouw meesters waren Pieter en Jacob van Antwerpen. Het fort had ongeveer den vorm van een driehoek. Een der bastions liep in zee uit. Waar de muren niet door de zee bespoeld werden, aan de landzijde dus, was een diepe gracht, maar geen wallen. Deze zijn later in den Franschen tijd opgeworpen. Het kasteel had dikke muren, ruime gewelfde schuilplaatsen en geschut- kelders. Een ophaalbrug gaf toegang tot de eenige poort. Daar de genoemde gracht grootendeels is ge dempt, (ook stroomt het zeewater niet meer langs de muren) is ook de brug verdwenen. Boven de ingangs poort met blokwerk (zie foto) staat, behalve het jaartal 1547, een menschenhoofd. De groote gleuven, welke in de lijst boven de poort te zien zijn, wijzen op de vroegere ophaalbrug. Op het ruime binnenplein stonden vroeger eenige huizen tot aangename verblijfplaats der bezetting. De huizen staken met hun trapgeveltjes boven de kasteel muren uit. Rammekens werd als onneembaar geacht. Het was dan ook meer door list dan door geweld, dat de Geuzen het den 4 Augustus 1573 in bezit namen. Mid delburg werd door den Prins van Oranje belegerd. Meer en meer werd het aan de landzijde ingesloten. Aan de zeezijde bleef de toegang open door het bezit van Rammekens. Vaak werd op de reede van Ramme kens door de Geuzen gestreden. Later deden zij te land een schijnaanval op Arnemuiden, dat ook in 't bezit der Spanjaarden was. De bevelhebber van Ram mekens kreeg nu bevel met zooveel manschappen ter hulp te komen als hij kon. Daarom liet hij in 't kasteel slechts een 70 man achter onder bevel van een luite nant. De Geuzen keerden zich nu naar Rammekens, dat van de land- en zeezijde hevig werd beschoten. Daar van uit Middelburg geen hulp te wachten was en een deel der bezetting (waaronder ook de bevelhebber) was gewond, terwijl er ook geen wondheeler was, be gon de moed der belegerden te verflauwen. Zij zagen ook de toebereidselen der Geuzen, om een der muren te ondermijnen. Op 4 Augustus 1573 gaf de bezetting zich over. Nu was Middelburg ook verloren. Toen Engeland ons land in 1585 met een leger hielp, eischte het als pand behalve de steden Vlissingen en Brielle ook het fort Rammekens. Het kasteel kreeg dus een Engelsche bezetting. In 1616 werd de schuld afgelost. Het kasteel werd later niet voldoende on derhouden en kwam meer en meer tot verval.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 10