ONS ZEELAND 11 De la Rue, overleden in 1770, zegt van 't kasteel: „Ik, Zeeburg, wierd gesticht door 's vijfden Carels Zuster En was in t orelog van Spanje groot van kragt. Dog Walcheren in deez' tijd zich vindende geruster, Vertoon ik nauw t geraamt van mijn voorgaande magt." In 1787 werd Rammekens ingericht als hospitaal voor zieke zeelieden. Later werd het weer als ver sterking gebruikt, al heeft de bezetting bij den inval der Engelschen op Walcheren zich dadelijk overge geven (4 Aug. 1809). Een foto van het oude fort. Om een tweeden inval der Engelschen onmogelijk te maken, heeft Napoleon, behalve de stad Vlissingen, ook Rammekens zeer versterkt, na zich te voren van den toestand van t kasteel te hebben overtuigd. De gebouwen op t plein werden gesloopt. Een deel van 't inwendinge veranderd en de buitenmuren hersteld. Deze verbouwing is nog duidelijk te zien, terwijl een steen met t jaartal 1812 er ons ook aan herinnert. e gracht werd uitgediept, hooge wallen opgeworpen en een buitengracht gegraven. Alle Walchersche boe ren, die paard en wagen hadden, moesten er aan hel pen. Gelukkig zijn al die versterkingen niet noodig geweest. Na het wegtrekken der Franschen uit ons land, keerde Rammekens weer tot zijn vroegere rust terug. Het heeft eerst nog dienst gedaan als quaran taine, later als kruitmagazijn. Een kleine bezetting uit het garnizoen van Vlissingen moest het bewaken. In 1890 werd ook de bezetting opgeheven. Nu ligt het verlaten, ongeveer nog in denzelfden toestand, waarin Napoleon het gebracht heeft. Wel is de binnengracht grootendeels gedempt en is de brug verdwenen, maar het kasteel is niet gesloopt, zooals de gids van Wal cheren heeft geschreven. Van rijkswege wordt Ram mekens nog onderhouden, al blijft het beperkt tot het allernoodzakelijkste. Het loont zeker de moeite een bezoek aan deze his torische plaats te brengen. Op het kasteel staande, heeft men een prachtig panorama op 't Z. O. deel van Walcheren met Vlissingen en Middelburg in 't ver schiet en ook op de druk bevaren Schelde. Een straat weg, in 1924 aangelegd, leidt van uit Ritthem naar het oude kasteel. Nieuwe snufjes zijn er altijd, zélfs als het seizoen al vergevorderd is. De mode past zich aan bij de gebeurlijkheden van het leven. Nu we dus aan het vereeren van onze koene aviateurs zijn, decreteert Madame la mode, dat we onze hoedjes in vliegkap-model zullen dragen. Heeft u wellicht een vilten dopje, dat nauw om uw hoofd sluit en den vorm van een aardappel-maat heeft? Wel, dan omboort u dit met reps lint. Laten we aan nemen dat het een beige hoedje is, dat u bij een blauw japonnetje draagt, van dat aardige pastel-blauw. U neemt dus uw reps-bandje in die kleur en in dezelfde tint zet u aan weerskanten van het kiep je twee gevalletjes van veertjes, die dan even op uw donzen perzikwangetjes vallen. t Staat guitig, coquet en 't is niet duur. In een hoedenwinkel, die een beetje met z'n tijd meegaat, kunt u ze krijgen. De badmutsen doen ook al mee, ze zijn volkomen in vliegkap-model. Een vuurroode, waar aan den voorkant een hanekop prijkt, is werkelijk allergeestigst. Een ander vilt aardappel-maatje zag ik van zwart, waarop witte zwaluwen geborduurd waren, de staarten hingen bevallig over mevrouwtje's wangen. De horizontale strepen vieren hoogtij! Vooral voor de strandjurken. Alleen een slank den-figuurtje kan dit dragen. De ietwat corpulente vrouw wordt er al gauw een „dikke Bertha" mee. Een aardig toiletje in dit genre was van blauw en grijs gestreepte toile de soie, waarvan de geheel ge- plisseerde onderhelft verticaal liep en de rest van de robe in horizontale strepen. Dit model sloot tamelijk hoog aan den hals en had een omgeslagen boordje met lange das in effen blauwe toile de soie. Een keurig marine-costuumpje trof me bizonder. Van donkerblauwe kasha waren het geplisseerde rokje en het los vallende korte mouwvest, het laatste omrand met witte crêpe de Chine, waarvan ook de lange casaque was, die in overhemd-model viel, met platte plooien en waar in het midden een geborduurd anker op prijkte in wit en blauw. Een wit vilten dopje, wit zijden kousen en blauwe schoentjes volmaakten dit geheel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 11