CP WALCHEREN 4 ONS ZEELAND Het echtpaar J. van Dijke-Goudswaard vierde dezer dagen in Tholen zijn diamanten bruiloit. Man en vrouw zijn beide nog kras en flink ter been. In deze eeuw van toenemende echtscheiding, een kranig voorbeeld, De Ferry-boot aan 't varen; last van water; wedijverende politie honden. Ik wil dit overzicht beginnen met de vermelding van den proeftocht van de ferry-boot „Koningin Wil- helmina". Nog vrij onverwacht heeft deze plaats ge had. Lag het de eerste maal in de bedoeling, na den officieelen proeftocht een tocht met tal van genoodig- den te maken, daarvan is nu afgezien. Men achtte het blijkbaar voldoende, als de leden van Ged. Staten, de griffier, de regeerings-commissaris, eenig provinciaal personeel, enkele leden der scheep vaartinspectie, de ontwerpers en bouwers van de boot, en vertegenwoordigers van enkele Zeeuwsch bladen, den tocht meemaakten. Volgens de verslagen in de Zeeuwsche pers moet de tocht geslaagd zijn. Tal van proeven van de bestuur baarheid der boot werden afgelegd en inderdaad han dige manoeuvres er mee uitgevoerd. In de haven van Vlissingen liet men de boot als n tol ronddraaien, vlug werd de haven van Terneuzen in- en uitgevaren en bewegingen werden er mee gemaakt, die naar deskun digen zeiden, onmogelijk met een der Prov. booten zouden zijn uit te voeren. Bij den proeftocht in en tegen stroom bleek de boot zeer vast op het water te liggen, zoodat van deining absoluut niets te bespeuren viel. De nieuwe ferry-boot heeft prachtige, ruime kajui ten, ook voor de tweede klas passagiers. Ook het promenadedek kan velen bevatten. Vele honderden passagiers kunnen er tegelijk mee vervoerd worden. Vorigen Donderdag deed de boot reeds dienst om een groot aantal vreemdelingen, die aan de Belgische kust verblijven en Middelburg wenschen te bezoeken, van Breskens naar Vlissingen en 's avonds weer terug te vervoeren. Niet minder dan 1700 badgasten konden er toen een plaatsje op vinden. Het is inderdaad een boot, zooals men er nog slechts weinige vindt. Behalve een groot aantal passagiers kunnen er ook 30 a 35 auto's mee vervoerd worden. Het touristenverkeer waarover het lid van Ged. Staten, de heer Van Rompu, in de zomerzitting der Prov. Staten weliswaar op weinig enthousiaste wijze sprak, maar dat toch voor onze streek van groot be lang is zal zeker toenemen, als de ferry-boot in ge regelde vaart is en ook de nieuwe aanlegplaatsen te Vlissingen en Breskens gereed zijn. Dan zal het auto vervoer heel wat gemakkelijker gaan en zullen onge lukken als helaas zijn voorgekomen en waarvoor het Prov. Bestuur zeer zeker voor een deel verantwoorde lijk was, wel niet meer voorkomen. Ik kan me levendig indenken, dat Ged. Staten in de wolken zijn, dat nu eindelijk de ferry-boot klaar is en er voor 't oogenblik niets op aan te merken valt. Maar of hun woordvoerder, de heer Van Rompu, nu het recht had, om te zeggen, dat de uitgeoefende critiek onverdiend was, wil ik maar liefst in t midden laten. Er zijn Statenleden, die er anders over denken. Denk alleen maar aan de kosten! X Vlissingen heeft last van het water. En dan heb ik, als ik dit schrijf, niet het oog op den vijand van ouds, de Noordzee, dien men geregeld in de gaten moet houden. Neen, de vijand, dien ik bedoel zit zoo nu en dan binnen de veste. Niemand vindt het natuurlijk prettig, als het regent. Maar de Vlissingers, althans de bewoners van sommige straten, knijpen 'em, als er stortbuitjes komen van dat soort, waaraan deze zomer zoo rijk is. Het gebeurt dan herhaaldelijk, dat enkele straten blank komen te staan, zooals de Palingstraat en de daarop uitloopende straten en zelfs de Badhuisstraat met haar zijstraten. Het is zelfs voorgekomen, dat een gezin de vlucht naar de bovenverdieping moest nemen. De brandweer moest in verschillende perceelen kel ders en pakhuizen leeg pompen. Natuurlijk vraagt men zich af, of de Vlissingsche rioleering wel in orde is. Het blijkt wel van niet. De Directie van Gemeentewerken wijst er wel op, dat de rioleering de laatste jaren zulk een uitbreiding heeft gekregen, maar zulk een argument houdt geen steek. De gemeentebedrijven zijn er juist voor, om te zorgen, dat de verschillende diensten gelijken tred houden met de uitbreiding der stad. Stel u voor, dat men er in Rotterdam zoo over dacht! Het schijnt, dat een afdoende oplossing alleen moge lijk zou zijn, als een pompstation werd gebouwd bij de uitmonding der rioleering. Dan kon het overtollig water altijd gesueerd worden, onverschillig of het op zee hoog of laag water is. X Wie de politiehonden-demonstratie op het oude fort nabij den Boschweg te Vlissingen heeft bijgewoond, Vervolg op bladz. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 4