HET JOURNAAL
VAN PHILEMON ZIJDEWIND -
ONS ZEELAND
15
Dan is er nog de stof, die ook bij uitstek geschikt
is voor lange als korte mantels, Lucania, dat onmis
kenbaar z'n Smyrnasche afkomst verraadt.
In prachtige tinten en van een soepele molligheid is
het Pélleda, da.t er uitziet als peau de Suède en zich
als het ware om het lichaam vleit.
U ziet, mijne dames, de keuze voor uwe herfst-
rtoffen is groot. E. B. B.
(Gecondenseerd extract)
31 Augustus. Als naar gewoonte in den afgeloopen
nacht niet geslapen, want op den morgen van dezen
dag glijdt in mijn brievenbus, het avondblad van 30
Augustus, waarin de Koninklijke onderscheidingen,
kc1 ommen-dik uitgezaaid liggen.
,,Wie weet", gonsde het reeds dagenlang door mijn
hoofd om langzamerhand tot een orkaan uit te dijen.
Altijd breek ik dezen ochtend iets van de waschtafel;
nu was het de waterkaraf, waartegen mijn tanden
eerst een kleppermarsch hadden geroffeld. Iemand
heeft in de scherven getrapt. Wat er op volgde weet
ik niet meer; al was het mastieken plafond uit de zol
dering gedeserteerd: 't zou me ontgaan zijn, door de
alles overheerschende dreuning in mijn hersenen
„Wie weet, wie weet!" Met weeë hartkloppingen, de
krant opengevouwd en de rubriek, die ik zocht, afge
graasd. Waarom zou ik ook geen kans hebben. Ben
ik niet de clou van de soos? Strijk ik niet stipt mijn
wachtgeld op? Wie is er verknochter aan Koningin
en Vaderland dan ik? Helaas, weer werd het niets.
Tranen verduisterden mijn oogen. Woede beving mij.
Heb ik daarvoor jaren mijn Oranje-liefde teeder aan
gekweekt? Wie gaf er met meer zorg zijn gouds
bloemen water? Wie at er met zooveel innigheid van
zijn hutspot en zoog zoo zoetjes van zijn Ranja? Nie
mand. en toch vergeten! 't Stemde me bitter, kon
er niet eens toe komen om bij mijn vrienden een stok
en 'n vlag te leenen.
1 September. Vandaag naar Koudekerke geweest
met mr. Mierick, die zoo n beetje in de occulte weten
schappen liefhebbert. Ongewone drukte in dit rustieke
plaatsje. Vreemd zijn de dingen dan ook, die er ge
beurden. Dinsdagmorgen, kwart voor acht, liet de
brandmeester alarm maken, voor een zwaren brand,
die in de kom van het dorp zou uitbreken. Klokgelui
bomde, hoorns schetterden en B. en W., mitsgaders
de brandspuit en alle dorpelingen, rukte uit, maar
zagen niets. De brandmeester bezwoor hun geduld te
hebben, maar zijn woorden in den wind slaande, blies
men den aftocht. Het zou den ongeloovigen echter
duur te staan komen, want nog geen 20 uur later, of
de brand brak uit aan den Keiwegen lag een stal
lantaarn en de daaraan bevestigde schuur in de asch.
Met vele anderen zijn we naar de woning van den
brandmeester getogen. Z'n vrouw, die op kousen
voetjes liep, lag haar vinger tegen den mond en fluis
terde: ,,St. st. hij slaapt nou.... zooveel op
winding", en hoofdschuddend keek ze ons roerend aan.
Zachtjesaan kregen we de waarheid uit er. Dinsdag
morgen dronk haar man zijn eerste kopje, toen hij
plotseling, in de koffiedik wondere dingen zag. Ik zie
vlammen", prevelde -ie. ,,In ons fornusie?" vroeg de
vrouw. „Neen, aan den Keiweg en tegen morgen
ochtend."
„Maak dan nou alarm," raadde de vrouw aan, „onze
spuit is van 't Kattendieksche type en geeft na 20 uur
water."
Zoo gezegd, zoo gedaan, maar roekelooze traagge-
loovigheid had 't droevig drama tot resultaat.
Stom verbaasd stonden we allen. Mr. Mierick, die
alles genoteerd had, vroeg nog, schorrig van ontroe
ring of hij dezen morgen nog iets in zijn koffiedik ge
zien had. „Ja," knikte ze, „erg vreemd, ons huis liep
vol ezels."
„Zoo," zei mr, Mierick en we gingen weg.
Heb geen tien woorden op de terugreis van hem
gehad.
2 September. Beppie is aangezocht om een cantate
te helpen zingen vanwege de Oranje-vereeniging bij
gelegenheid van de benoeming van prinses Juliana tot
Grootkruis. Wybo vroeg waarom het nu noodig was,
dat er meer wanklanken bij die gebeurtenis opstegen
en hij kon voorts niet begrijpen, dat Beppie meedeed.
Toen zij laatst als het grootste kruis der geheele
familie aangeduid werd, had de buitenwereld zich ook
onbetuigd gelaten.
Met wandelstok de vechtenden gescheiden.
3 September. Krimp van Duimen vertelde me, dat
er weer Oceaanvliegers zoek zijn. Inplaats van naar
de Nieuwe Wereld, schijnt „St. Raphael" naar de
andere wereld te zijn gevlogen. Die route was hem
blijkbaar meer bekend. Niets gedaan die sport. Ik
begrijp trouwens die stoethaspels niet. Zouden ze dan
niet weten dat er zulke vertrouwde lijnen op Amerika
varen?
4 September. Sientje is heden 'n half jaar bij ons.
Heeft alle records verbeterd. De verbazing in de stad
is groot. Liesbeth is door de huisvrouwenvereeniging
aangezocht, om n lezing te houden over de kunst om
met dienstboden om te gaan. Ter belooning mocht het
kind tot in den avond blijven helpen.
5 September. Geen bijzonderheden.
6 September. Vanavond gas-directeur op de soos.
In langen tijd niet gebeurd. Breeduitstra vroeg hem
of de dievenlantaarns tegenwoordig ook met gas bran
den. Hij zou dat zeer sympathiek van die andere in
brekers vinden.
Gas-directeur luchtte zijn verontwaardiging over de
hetze, die tegenwoordig om zijn collega's woedde. De
pers moest zich schamen. Als zij niet verklapt had,
dat de retourcommiessies eigenlijk steekpenningen wa
ren, had geen enkele gemeenteraad er aanstoot aan
genomen. En wat die dikke woorden over verduiste
ring betreft: men had beter van oplichting kunnen spre
ken; want oplichting strekt een gasbedrijvige tot eere.
Hij kreeg veel applaus. Een der leden informeerde
nog, hoe men toch nog spreken kon, dat de kinderen
der duisternis sluwer waren dan de kinderen des lichts,
maar niemand wist 'n antwoord.