Hoe men elders lacht
Beleefde passagier (tot den man die op zijn plaats is
gaan zitten): „Pardon meneer, m'n bedoeling was, dat
deze dame daar zou gaan zitten."
De ander: „In orde vrind, dat is m'n vrouw."
(Passing Show.)
Bij moderne architectuur behooren ook beter verzorgde
antennes.
(London Opinion.)
Uitvinder (tot bankier): „Als u eenige patentvoedings
middelen hebt gefinancierd, dan zult u hier zeker inte
resse voor hebben. Weet u wel, dat er in deze pil vol
doende voedsel zit om u zes dagen te voeden?"
(London Opinion.)
Dienstmeisje (helpend bij 't uitpakken van 't nieuwe
thee-servies): „We gebruiken dit zeker niet eiken dag,
mevrouw? Het is te mooi, om kapot gegooid te worden!"
(Punch.)
"X w". 1 I V/ X&XX1
Bezoeker van een dorpje: „Wie is die man in 't mid
den van 't veld? Hij doet geen poging, om den bal tegen
te houden."
Dorpeling: „Dat is de Baron, die hoeft zich voor nie
mand en niets te buigen." (Punch.)
Vrind (tot eigenaar van een licht karretje in den
storm): „Waarom rij je ineens achteruit?"
Eigenaar (woedend) „Zanik niet, kerel, ik rijd niet
achteruit." (London Opinion.)