zac&ée "&an£e ■fia/rudem, cLcx/t Vrouwen en meisjes 10 ONS ZEELAND jffeU U krijgt nu de beloofde opsomming van het vele fraais, dat Hirsch te zien gaf op de reeds door mij besproken mode-show. Om in de morgenuren gezellig mee te shoppen, was het korte jasje van geruit fluweel in beige en bruin, gedragen op een geplisseerd bruin rokje. Heel geschikt ook voer dit doel, maar voornamer, was de lange roode mantel met kraag en manchetten van donker bont, waaronder een rood rokje gedragen werd en een casaque van beige, blauw en rood. ^De c'oche-hoed, eveneens van rood, stond heel mooi bij dit geheel. Een ree-bruine mantel, gevoerd met crêpe de Chine in dezelfde tint, werd gedragen over een beige robe, die appliques had van ree-bruin in den vorm van een vijfvingerig blad. Rijk was de zwart fluweelen robe, gegarneerd met een galon van simili waar een mantel van dezelfde stof over gedragen werd met breeden kraag van wit bont. In capes en avondjassen werd eveneens een onge- meene pracht tentoongesteld. Boven een zalmkleurige satijnen robe werd een cape van hermelijn gedragen. Van grijs en wit bont was de cape, die een zwart fluweelen kleed bedekte. Een avondjas van koningsblauw fluweel had een grijs bonten kraag. Een licht-grijs crêpe de Chine toilet had een grijs- fluweelen cape waarvan de col bestond uit grijze bloemen. Een avondmantel van goud-brokaat, doorweven met roode en zwarte bloemen, als een laaiend vuurtje was deze pracht cape, die een donkeren vos als kraag had. Weer een andere cape was van zwart fluweel, ge voerd met rose en gedragen op een rose avondtoilet. Een grijs bonten kraag en vier volants in golvende lijn opgezet, sierden deze cape. Prachtig was ock de avondmantel van ivoire, door weven met bloem-motieven in goud en blauw. Hierop een wit bonten kraag. De avond-robes, die ik zag, deden in pracht niet onder voor de avondjassen. Schitterend, in ieder opzicht, was de olijfkleurige robe waarvan de rok in lange, ongelijke punten afhing en de garneering bestond uit een breed galon van simili langs borst en rug. Een zwart satijnen japon had een losse boléro. Deze robe was op de heup als een losse draperie toege- knoopt en had op den schouder een knalrooden roos. Van zwarte taffetas was het toilet, dat eveneens met simili gegarneerd was, een voorbaan had van zacht- rose, een breede strik op de heup en een ongelijke rokzoom. Een „robe de style van pastelblauwe tafzijde met zilverkant, viel danig in den smaak der dames. Een andere stijljurk was van fondant-rose tafzijde, de taille strak, aan het zeer ruime rokje een volant van rafijne kant. Over een zwart satijnen avondkleed met franjes, werd een shawl gedragen van goud-brokaat met lange afhangende franjes. Van zwarte satin ciré was de robe met de geweldige rug- en borst-uitsnijding. Uit deze zeer gewaagde ope ningen kwam als een harnasje gluren een soort onder taille van simili. Op den schouder een groote zwarte bloem. Hoe sober stond daar tegenover het toilet van witte crêpe de Chine met het breede ceintuur van zilver brokaat en het smalle bontrandje aan den rokzoom. De avondjapon van zwarte crêpe Georgette, waar van de taille, die bijna geen taille meer mocht heeten, zóó weinig stof was er voor noodig, als 't ware aan vier smalle bandjes hing, had als eenige garneering een tak rose bloemen en knoppen, die als een suivez- moi van linkerschouder tot taille hing. Van goud en rose lamé was de stijljurk, die op den wijden rok een middenbaan van maan-blauw had. Een robe van zwarte taffetas had op de taille een bouquet zilveren korenaren. Aan den ongelijken rokzoom was een onderstuk van zwarte tulle, waar de goedgevormde beenen van de schoone Sonia, het Parijsche model, ondeugend door gluurden. Als een libel was de mannequin, die de maan- blauwe robe droeg, die van voren en van achteren los hangende revers had. Spaansch deed de avond-robe van witte crêpe Georgette aan, die gegarneerd was met Simili en een suivez-moi had van knal-roode papavers. Een Carmen waardig! Wit was ook de robe met punten van zilver-tissu en een zacht-rose roos op den schouder. Een japon van witte charmeuse met hei-groene lin ten, die de draagster het aanzien gaf van een cere moniemeester, was meer eiger aardig dan mooi. Als ik u nu nog vertel, dat ik een onnoemelijk aantal bontmantels zag, in nerz, caracul, gazelle, maulwurf etc., dan geloof ik wel, dat ik gevoegelijk kan eindi gen en meine Schuldigkeit getan habe! E. B B Doos 30-60,Tube 80ct. Bij Apoth. en Drogisten. (Ingezonden Mededeeling)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 10