Een nieuwe Prijsvraag T 5CHAVCTJE DER LKEP5 DE GEBOUWEN-PRIJSVRAAG ONS ZEELAND De Visscherswoningen te Arnemuiden. 14 't Kind is gedrukt en verwerkt alles in zichzelf. Geen vriendinnetje heeft ze over „thuis" gesproken, ook niet over meneer of den nieuwen Pa. Ze schrijft en leest, handwerkt en rekent in volkomen afgesloten heid. In het kind ziet men de vrouw van later, een, die met lastige bovenburen altijd op goeden voet zal weten te blijven, of aan 't eind van haar leven, onge trouwd op een hofje, tusschen alle kijverijen door, haar eenzelvig leventje van innerlijken vrede zal we ten te handhaven. Doch nu is de strijd er nog om dien vrede, ze zoekt nog hulp buiten zich, om zichzelf te leeren vinden. Dan dwaalt er een dankbare blik naar de juffrouw toe, waarin de oogen iets meedeelen, dat deze niet altijd begrijpen kan: een bondgenootschap, waarin ze zonder een aandeel te bezitten, betrokken wordt. Op een ochtend is Mientje er niet. „Juffrouw," zegt Karei uit den kruidenierswinkel, die vlak over Mientje woont, „Mientje Kort haar moeder zou gaan trouwen, maar d'r is zoo'n herrie ge weest; de rijtuigen stonden al voor en toen is 't afbesteld." Den volgenden morgen was Mientje er weer. De onderwijzeres zag haar het gore, bont-omzoomde flu- weelen manteltje weer ophangen en op haar rugje leek ze nog bedaarder en ingetogener dan zij haar al kende. Toen ze de klasse inkwam, schrok de juffrouw. Het kind leek een oud wijfje geworden. Al het spontane van haar eersten vroolijken roep; „Juffrouw, me moe gaat trouwen," had die kinderoogen begeven. Er was ze in den aanvang bang geweest, dat de kin deren uit de klasse iets zouden te weten komen van den nieuwen Pa, in het plotseling keeren van haar oog opslag, in het schuwe wegduiken van haar schriele kopje achter 't meisje dat voor haar zat, begreep de juffrouw, dat het schandaal van de ruzie, die in het huis had gewoed, een schaamte was, die haar van bin nen had leeggebrand, daar ze rondom in de buurt be kendheid had gekregen. De kinderen wisten: Mientje schaamde zich alleen voor haar: de juffrouw van de school. De heele week heeft dat zoo geduurd; als de onder wijzeres de klasse inkeek, zag ze Mientje nooit, hield deze zich schuil, en aan het einde der schooltijden slipte zij als een wezeltje weg, de schooldeur uit, ongezien en alleen. Tot ze wel een maand later met een nieuwe jurk aan op school kwam; 't was een jurkje in vurige ruit- stof, met een knalrood satijnen kraagje, waarvan het bleeke gezichtje in sommige namiddag-uren een flauwe blos weerkaatste. Ze hield van haar opzichtige kleeren, voelde zich er meerder om, de blauwe oogen keken weer bewus ter, alsof ze in de ruiten een steun vonden. „Juffrouw", fluisterde ze toen in een van die don kere dagen voor Kerstmis, die zelfs in een klas met kinderen hun gevoel van intimiteit doen gelden, „dit was eigenlijk de jurk geweest voor de partij, de partij die we op zolder zoude hebben. Maar me moe wou met die Pa niet trouwe, 't zou toch geen aardige Pa geworde zijn. En dan beter geen Pa," zegt moe. Van verschillende abonné's bereikten ons reeds verzoeken om een nieuwe „Ons Zeeland"-prijsvraag. Thans kan mede gedeeld worden dat een nieuwe puzzle in voorberbereiding is, en dat deze in den loop van October aanvangt Alle „Ons Zeeland"-abonné's zullen aan deze interessante prijsvraag kunnen deelnemen. Tal van schitterende prijzen worden weer in uitzicht gesteld Gedurende den winter zal geheel Zeeland zich met onze „Gebouwen-prijsvraag" onledig houden. Geachte Redacteur. In het laatste nummer van „Ons Zeeland" komt in de „Week op Walcheren" van v. d. A., een uitlating voor, die niet juist is. Genoemde heer acht het oir- baar te schrijven: „En wie nu de visscherswoningen in Arnemuiden kent, begrijpt de rest wel. Dat zijn in de meeste gevallen kleine, één-kamerwoningen enz," Hij kent die toestanden blijkbaar hier, maar dan moest hij beter weten. Al wil ik niet beweren, dat er geen woningen als hij zegt meer zijn, moest hij toch weten dat de toestanden op woninggebied hier de laatste vijftien jaren zóó verbeterd zijn, dat wat hij mededeelt zeer onjuist is. Verbeteringen, die nog voort durend tot stand komen. U begrijpt toch ook wel, dat de keuringsdienst voorwaarden stelt aan de vergunning tot het pellen van garnalen en controleerend werk zaam is. Dat misstanden dus steeds minder zullen voorkomen staat wel vast. In paleizen echter worden als regel geen garnalen gepeld. De mensehen zouden zelve ook graag alles beter willen hebben, zijn heusch wel vatbaar voor goede raadgevingen, getuige zijn de enorme verbetering der kinderverzorging, de vermin dering der zuigelingensterfte. Onze gemeente had reeds voor de invoering der Warenwet een behoorlijke melkcontrole. Toen andere gemeenten van dezelfde grootte nog niet over Reini gingsdienst dachten, was er in Arnamuiden al een aan wezig. Nu zal de heer v. d. A. zeggen, 't was daar ook het meest noodig. Accoord, maar erken dan het vele goede dat er is tot stand gebracht en help niet mede om de „Arnemuidenaars" steeds door onbillijk

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 14