cLcrOX-
Doozen 30 en 60 et.Tube 80 ct.
Linke Qerrit
12
ONS ZEELAND
....het komt me voor, dat wij Zeeuwen nogal eens
graag een beetje zwaar op de hand zijn en een hoop
drukte maken over dingen, die later blijken zoo een
voudig als een kind te zijn.
Als we gemeenteraden moeten formeeren b.v. loo-
pen we compleet warm, redeneeren, overtuigen, we
gaan de periode van bijkans slapelooze nachten in,
afgewisseld door angstwekkende nachtmerries, we put
ten ons uit en doen alsof het voortbestaan der wereld
van de samenstelling der gemeenteraden afhankelijk
is. ,,Onze" partij moet koning kraaien en we ontzien
weinig middelen, teneinde dit gekraai inderdaad te
mogen hooren. Zijn de gemeenteraden in elkaar ge
timmerd, dan achten we het weer noodig ons voor de
wethouders het vuur uit de sloffen te loopen.
Onrust, agitatie, zenuw-overspanning, herrie, familie
twisten komen uit dezen zwaar op de handschen aan
leg voort. En als dat alles ons deel is geworden vragen
we ons af: „Zou de gemeente er minder goed bij ge
varen zijn als Pietje inplaats van Jantje uit de stem
bus gewipt was?" We voelen allen van tijd tot tijd
het ellendige van onze door draverij, en velen zullen
wellicht al eens gewenscht hebben anders te zijn en
anders te doen. Als men maar wist hoe.
Daarom komt het me voor hier melding te moeten
maken van het ei van Columbus, dat dezer dagen in
de gemeente Bergh gelegd is, en dat als een standaard
model voor de Zeeuwsche mentaliteit ten zeerste kan
worden aanbevolen. Het dorp Bergh dan had wet
houders noodig, hetgeen ook in onze provincie wel
pleegt voor te komen. Daar alle 15 raadsleden zich
de aangewezen persoon voor het wethoudersbaantje
achtten (een zeer verstandig en normaal verschijnsel)
en Bergh onmogelijk 15 wethouders kon onderhouden,
besloten de vroede vaderden door het vaderlandsche
spel bij uitnemendheid, de kaarten, te laten uitmaken,
wie voor het college van B. en W. de bevoorrechten
zouden zijn. De kaarten werden geschud, er werd
een troef gemaakt en na ettelijke spannende partijtjes
klaveren-aas behoorde de wethoudersbenoeming tot
het verleden.
Geen herrie, geen meeningsverschil, geen zenuw
overspanning en kijvige woorden, maar een interessant
spelletje onder een glaasje bier en een goede sigaar
en. toch degelijke resultaten.
Men moet maar op het idee komen.
Deze vinding, (als de meeste groote ontdekkingen
het reinste ei van Columbus) kan ik de Zeeuwsche
samenleving, die bij de samenstelling van gemeente
raden en colleges van B. en W. veel te zwaartillend
en veel te gewichtig doet, ten zeerste aanbevelen.
Schoppen-boer, klaver-aas, harten-vrouw enz. kun
nen in de moeilijkste en ingewikkeldste raadskwesties
uitkomst brengen. Natuurlijk zullen er gevonden wor
den, die gemoedsbezwaren tegen deze wijze van poli-
tiek-voeren hebben omdat ze het kaarten een te wereld-
sche bezigheid vinden. Voor zulken kan wellicht de
sjoelbak „het" aangewezen middel zijn.
Hebben we deze Berghsche vinding eenmaal in de
provincie geimporteerd dan zal pas blijken, hoe ver
keerd we de politiek en het gemeentebeleid steeds ge
voerd hebben. Kostbare dagen en uren zijn immers
met praten en redetwisten verdaan. Dat is dan afge-
loopen. Komt een voorstel tot den bouw van een
ziekenhuis of tot de stichting van een abattoir ter tafel,
dan lacht de voorzitter de zwijgende leden eens min
zaam toe, schudt de kaarten en geeft. En enkele
minuten later blijkt of het voorstel gekelderd dan wel
aangenomen is.
Hoe meer ik over de Berghsche kwestie pieker, hoe
heerlijker zij zich voordoet. Een zaakje om van te
watertanden voor allen, die zich iederen dag over
schetterende en lijzige raadspraatjes ergeren.
Alleen jammer, dat de gemeente Bergh niet op het
idee kwam voordat men in Aardenburg de verkiezin
gen in het honderd deed loopen. Vooral in deze plaats
zal het spel van schoppenboer met vreugde worden
begroet. EGO.
(Ingezonden Mededeeling)
door
RALPH SPRINGER.
Gerrit was een echte jongen van de Lindengracht
en bekend in den Jordaan, van Brouwersgracht tot
Egelantiersgracht. Verder weg wist men wellicht van
zijn bestaan af, maar bekend, zooals in zijn eigen buurt,
was hij daar niet. Zoo heeft elke wijk, ook van den
Jordaan, zijn eigen grootheden. Maar Gerrit was te
vreden met zijn bekendheid. Want voor hem was zijn
wijk de Jordaan, de Jordaan was zijn Amsterdam en
buiten Amsterdam woonde niets dan vreemd volk.
Onder zijn familie en kornuiten stond hij bekend
als linke Gerrit. Link, dat is gevat en uitgeslapen, is
nu weliswaar elke jordaner, in eigen oogen, maar