2 ONS ZEELAND de „Week op Walcheren'' en de „Zeeuwsch-Vlaam- sche Week" tot de hare gaat maken. Inplaats van vier overzichten, zal „Ons Zeeland" er dus voortaan één bevatten, en in deze ééne zal getracht worden de voor naamste voorvallen in onze provincie aan te duiden en zoo noodig te bespreken. O. i. is deze vereenvoudiging een verbetering. Voor heen toch kwam het voor, dat het grootste gedeelte van ons blad werd ingenomen door voorvallen, die van te weinig beteekenis waren om lederen lezer te inte resseeren; eensdeels omdat ze buiten de grenzen der eigen streek de belangstelling verloren, anderdeels daar ze min of meer herhalingen waren van couranten berichten. In de „Zeeuwsche Week" nu zal slechts datgene voorkomen, dat geacht kan worden in algemeenen kring de aandacht te hebben, terwijl de overzicht schrijver zal streven naar een aantrekkelijke inklee ding van de te behandelen stof. De teekenaar van het rubriekhoofd heeft bovendien verduidelijkt, dat het doel ook is den Zeeuwschen akker van de minder gewenschte uitingen van leven te ontdoen. In de „Zeeuwsche Week" zal dus zoo noodig het voorwerp, dat de schrik van het onkruid is, niet ge weerd worden. Door het verdwijnen der vier overzichten komt er ruimte voor rubrieken, die we tot nu toe achterwege moesten laten. We hopen dat daardoor de aantrekke lijkheid van „Ons Zeeland" verhoogd zal worden. Na deze jongste record-verbetering (we willen ten minste aannemen dat de verandering niet alleen door Directie en Redactie als zoodanig beschouwd wordt) kunnen we ons weer gaan toeleggen op de volgende. Nietwaar, we leven nu eenmaal in den tijd van records X Van records en van vluchtigheid. Tengevolge van het laatste verbazen we er ons niet over, dat een kwestie, die maanden lang de gemoederen van een gedeelte der bevolking bezig hield, na een jaar weer op het tapijt komend, nog slechts flauwe herinneringen aan een en ander wekt. De tijd slijpt de scherpe kanten zelfs van alarmeeren de kwesties af; als men op een gegeven moment het geval weer onder de oogen krijgt, moet men zich al afvragen „Hoe zat dat toch ook met die zaak." Zoo ging het ons ten minste, toen dezer dagen het besluit van de Kroon viel, inzake de ziekenhuis-kwestie te Vlissingen. Daar over is een jaar geleden in de Scheldestad heel wat te doen geweest, en veler pennen werden in beweging gebracht om het vóór en tegen van een Vlissingsch ziekenhuis te bepleiten. Tenslotte nam de raad met een kleine meerderheid het voorstel tot den bouw aan. Het raadsbesluit werd evenwel voor Ged. Staten gebracht en deze oordeelden het beter, dat Vlissingen van de voorgenomen plannen afzag. De kwestie had daarop den heelen hierarchieken weg te bewandelen, die eindigt bij de Kroon. Na een jaar is het daar beland en. gestruikeld. Zoodat Vlissingen versto ken zal blijven van de zieken-inrichting, die volgens vele inwoners van Vlissingen te zware finantieele offers gevergd zou hebben. Het heeft momenteel geen zin meer, om de diverse veer- en nadeelen van het Vlissingsche ziekenhuis-plan op te rakelen. De meerderheid van de bevolking schijnt in het gelijk te zijn gesteld. Of een meerder heid in een stad het beslist bij het rechte einde moet hebben is natuurlijk vers 2, zooals de voorzanger zei, die z'n congé kreeg. Vlissingen is een van de weinige steden in onze provincie, die van de toekomst iets te verwachten hebben, en die in den loop der jaren de bewoners velerlei zaken zal moeten kunnen bieden, waarvan de noodzaak nu nog niet naar voren treedt. Een groeiende stad heeft de plicht, aandacht te wijden aan de zieken-verzorging, en deze eischt veelal meer dan Vlissingen tot nu toe te bieden heeft. Neen, we kunnen de inwoners der Scheldestad niet feliciteeren met het besluit van de Kroon. X Van het reisseizoen, dat weer tot het verleden be hoort, heeft Zeeland, ondanks het weinig aanlokkelijke weer, dit jaar meer dan middelmatig genoten. Blijkens de berichtjes, die men Vrijdags steeds in de bladen kon treffen, staken iedere week duizenden via Zeeuwscb-Vlaanderen de Schelde over om de zoo langzamerhand beroemd geworden Middelburgsche ma rkt in werking te zien. Behalve deze één-dags vlinders, voor wie Middelburg en directe omgeving einddoel waren, kwamen dit jaar weer tal van Engel- schen en ock Duitschers onze badplaatsen bevolken, van waaruit ze dan. tochtjes door de provincie maak ten. Verder is in het afgeloopen seizoen door bemid deling van V. V. V. te Goes een begin gemaakt met de trips tegen het einde der week voor onze landge noot-en. Gezien de korte voorbereiding hebben deze trips zeer veel succes gehad. Heel wat Zuid- en Noord-Hollanders hebben gebruik gemaakt van de ge legenheid om voor een klein bedrag Zeeland's schoon te leeren kennen, O.i. heeft Zeeland ook dit jaar niet over het vreem delingenverkeer te klagen gehad. Vooral niet als men het bezoek van thans eens gaat vergelijken met dat van een jaar of tien terug. Het is evenwel niet te ont kennen, dat de toename van het aantal touristen hoofd zakelijk voortkomt uit de mentaliteit van den moder nen mensch (die zich opmerkelijk gemakkelijk ver plaatst en reizen als een recht inplaats van een gunst beschouwt) en slechts ten deele het resultaat is van de poging onzerzijds om de trek naar Zeeland te be vorderen. Men versta ons niet verkeerd. Wel degelijk weten we het werk der vereenigingen tot bevordering van het vreemdelingenverkeer in de diverse plaatsen te waardeeren, maar het komt ons voor, dat dit werk slechts een kleine factor was voor de toename. Het meerdere bezoek hebben we maar voor een heel klein deel aan ons zelf te danken. Zooals het meer gaat als iemand iets in den schoot wordt geworpen, zonder dat hij zich daarvoor terdege inspande, vraagt men zich hier af: „Wat zou het vreemdelingenbezoek toch wel een enormen omvang hebben aangenomen als we ach ter het „geluk" een groote krachtsinspanning hadden Vervolg op bladz. 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 2