60 et. per half pond BIGGELAAR'S KOFFIE //©e Goujolen J€oain' 4 ONS ZEELAND gezet?" „Zou het seizoen van 1927 ons dan niet dui zenden touristen meer opgeleverd hebben?" Al'en, die met vreemdelingenverkeer uitstaande heb ben, koesteren (en terecht) groote verwachtingen voor 1928 als de Olympiade hier te lande gehouden zal worden. In enkele der Zeeuwscbe steden is aan deze verwachting reeds uiting gegeven tijdens het maken van plannen om ook onze provincie van de Olympiade karavaan te doen genieten. Veere gaat reclame maken o.a., en ook in Vlissingen broeit men de een of andere opzet uit. Successievelijk zullen ook de andere ste den wel een en ander gaan ondernemen om in 1928 de aandacht te trekken. We kunnen met dezen, ver snipperden arbeid geenszins instemmen, hoewel het inzicht, dat reclame vereischt is (dit inzicht is hier nog vrij jong) alleszins verheugend aan doet. Verdee ling zal ook in dit geval aan het eindresultaat niet ten goede komen. Vóór alles is samenwerking een ver- eischte. Waarom slaan de V. V. V.'s in de verschil lende steden, die voor vreemdelingenbezoek in aan merking komen, de handen niet ineen, wat weerhoudt deze onder-vereemgingen eindelijk eens één centraal vreemdelingenbureau te stichten, van waaruit propa ganda gemaakt kan worden voor geheel Zeeland. Reeds veel te lang heeft dit bureau op zich doen wach ten, en de krachtsinspanning, hierboven bedoeld, tot de vrome wenschen doen behooren. Een onvergeeflijke fout zou het zijn om bij de voorbereidingen voor 1928 den ouden toestand te bestendigen. Het wordt meer dan tijd, dat het vreemdelingenverkeer in onze provin cie eens „practisch" georganiseerd wordt, d.w.z. meestal anders dan het momenteel in het meerendeel onzer steden is opgezet. Het zou ons te ver voeren thans dit laatste breeder te omschrijven (misschien ko- EMGGCLAAR'S KOrpiE BOOM VOOR BOOM KWALITEIT naap iets fy ns A.V.P.BK56ELAAP S Ci ROOSENDAAL men we er later wel eens op terug), doch een feit is, dat de huidige V. V. V.'s in het Zeeuwsche land on- practisch zijn en in het keurslijf van plaatselijke toe standen niet genoeg letten op het doel en de middelen, die tot dat doel konden leiden. Hieraan zou terwille van het vreemdelingenbezoek nog dit jaar een einde moeten worden gemaakt. Mocht dit op te veel bezwaren stuiten (en dat staat te voor zien) dan zou het aanbeveling verdienen om op een andere wijze het lichaam in het leven te roepen, dat Zeeland vóór het aanbreken van het volgend jaar in de wereld populair en tot een gewild touristenoord gaat maken. De reclame-wegjes, die we staan te be wandelen, zijn niet de goede. X „De voetganger is in Nederland de heilige, de ben zineridder is er het product van den duivel," hoorden we een buitenlander eens het vaderlandsche vege- teeren van den Fiscus omschrijven. En daar heeft het veel van weg. Bijna ieder jaar wordt een nieuw foefje uitgevonden om de bezitters van het moderne vervoer middel zilver te doen bloeden. Na personeele belasting, wegenbelasting komt thans het nieuwe rijbewijs zilver voor den staat maken, 't Is droevig, maar ontspringen kan men dezen dans niet. En daarom gunnen we hier gaarne plaats aan eenige mededeelingen over het rij bewijs, verstrekt door het provinciaal bestuur. De „Ons Zeeland"-lezer-benzinejkoning mag er, zij het dan brommend en protesteerend, zijn licht aan ont steken. „Op 1 November a.s. behoeft het nieuwe bewijs niet in handen van den bestuurder te zijn, tenzij men 1 November a.s. voor het eerst gaat chauffeeren. Er is een overgangstijdperk van 8 maanden; voor hen, wier tegenwoordig rijbewijs op 1 November a.s. nog geen twee jaar oud is, wordt hoogstwaarschijnlijk eene rege ling getroffen, tengevolge waarvan bovendien die 8- maanden-termijn eerst begint te loopen, nadat 2 jaar van den datum van afgifte van dat rijbewijs af, zijn verstreken. Maar binnen 8 maanden na 1 November a.s., dat is vóór 1 Juli 1928, moeten dus wel zij, die vóór 1 November 1925 een rijbewijs verkregen, hun oude bewijs voor een nieuw verwisselen, willen zij bevoegd blijven om met ingang van 1 Juli 1928 en later te rijden; de andere rijbewijzen vervallen dan geleidelijk na dezen datum, het laatste eventueel op 31 October 1929 plus acht maanden, d.i, 30 Juni 1930," X In Zeeuwsch-Vlaanderen hebben dezer dagen twee rechtszaken de aandacht getrokken, n.L de strafzaak tegen A. P. te St. Jansteen, die in Juni H. de Meester dusdanig mishandelde, dat het slachtoffer eenige dagen later overleed, en de beruchte kwestie inzake het smok kelen van spiritus onder de gemeente Sluis, bij welke smokkelgeschiedenis de opperwachtmeester B. het uit oefenen van zijn plicht met den dood bekocht. In het eerste geval werd een gevangenisstraf van 2 jaar ge- eischt, in het tweede 2 maanden gevangenisstraf en geldboete. Dit einde van twee opzienbarende provin ciale „zaken" heeft de gedachten van velen wellicht geleid, naar het derde idem, dat in 1927 de menschen dagen en weken heeft bezig gehouden, n.l. de moord te Ierseke. In dezen schandelijken moord is nog steeds

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 4