DE SCHELDE-ZENDER ONS ZEELAND Het lijkt me niet onaardig u hier iets van te ver tellen. El en ik, we worden elkaar zoo vertrouwd in die wekeüjksche babbeltjes en ik krijg zoo langzamer hand het gevoel, dat ik correspondeer met goede vriendinnen. We zitten in Blaricum. Kent u dit mooie dorp, dat midden tusschen bloeien de hei en schitterende landouwen ligt? Hoe we daar zoo verzeild komen, op het einde van September? Een dierbaar familielid van ons gaat trouwen en heeft hier een huis gehuurd, een huis, dat het be schrijven overwaard is. Het is eigenlijk een landhuis, gebouwd naar den trant van die ydillische landhuizen, die men, verscho len tusschen het groen, buiten Parijs zoo vaak tegen komt. Een bekend Hollandsch schilder, die lang in Frank rijk werkte, liet het bouwen en zóó verscholen ligt dit landelijk juweel, dat hij zijn modellen in den tuin liet poseeren, zooals God ze geschapen heeft. Acht jaar heeft hij er gewerkt en z'n mooiste wer ken zijn hier ontstaan. Toen, door omstandigheden, moest hij naar elders vertrekken en hij liet dit kan alleen een artist doen het huis onbewoond, omdat hij er geen menschen in wilde hebben die het zouden moderniseeren of de enorme tuinen, met pergola's en serres naar hun smaak veranderen. Toen kwam er een jong paar, gelukkig nog met ge voel voor oude romantiek en ze dwaalden rond door het huis, bleven in aanbidding staan voor de schouw in de hoerenkamer, waar aan een ketting de koperen ketel bengelde. En ze keken met stille ontroering naar de heel oude tegels in die schouw en naar de ramen, allemaal kleine ruitjes in lood gezet. En toen ze kwamen in het groote vertrek, waar een maal het atelier van den grooten man was, ze in extase keken naar het gebeitste wenteltrapje met de balustra de, toen besloten ze dit huis te huren en alle maren" die er aan verbonden waren over het hoofd te zien. En in gedachten zagen ze het huis, hun huis al klaar. Het a.s. huisvrouwtje deelde de kamers al in en ze rangschikte de meubels, bepaalde k'eur van kleeden, matten, gordijnen. Er moest een kaarsenkroon komen en in de hoerenkamer natuurlijk boerenmeubels en een echt oud schoorsteenvalletje boven de schouw. En in het atelier ze zouden het zoo blijven noemen alles oud, vooral oud. De kamer boven het atelier de roef, noemde ze het, want 't was zoo'n aardige tu:schenkamer, zou werkkamer voor hun beidjes worden, zoo'n beetje kleerenkamer meteen. Ja, alles zou. en toen ze buiten adem was, toen zei schoonma, dè schoonma uit a'le romans: ,,Er zal nog wat moeten gebeuren eer 't zoo ver is!" Dat was nu wat je noemt roet in het eten gooien! Maar waar was het, dat was het ergste. 't Leek of de zon achter de wol en verdween, zóó betrok het lieve, jonge gezicht. En toen kwam de opsomming van wat er wel alle maal gebeuren moest. En 't was veel! Het geheele huis was verveloos en er was een lek hier en een lek daar. Ruiten waren gebroken en in de serre waren was er bijna geen één meer heel. Muren moesten gesausd, deuren en sloten gerepareerd en o, wat was er veel schoon te maken! En de tuinen, prach tig, rijk aan bloemen en vruchtboomen, maar hopeloos verwaarloosd. Het vijvertje riekte kwalijk en de tuin huisjes, de priëeltjes met de rozenhagen verwilderd en verrot. „Bezint eer ge begint!" waarschuwde een bedaagde stem. Heerlijke jeugd! vol illusies, vol vast vertrouwen dat alles goed zal komen. Ze bezinnen niet, ze be ginnen Maar onze moderne tijd laat niet toe, dat een jong meisje haar toekomstig huis, wanneer dit tenminste niet in haar woonplaats staat, zelf inricht. Want het moderne meisje werkt. En dit meisje was een kantoor-plurk en moest werken tot een maand vóór haar huwelijk. Teen kwamen als grauwe vogels de bezwaren. En ze vervolgden haar bij dag en bij nacht. Hoe moest alles in orde komen. Wie moest er toe zicht houden op al het werkvolk, wie op de werksters? Jk zei u al, een dierbaar famiüe'id van ons gaat trou wen en heeft dit huis gehuurd. Begrijpt ge den samenhang? Wij mijn echtvriend en ik zullen onze vacantia wijden aan bet opknappen en aankleeden van het sprookjeshuis in Blaricum. Mag in u in een volgend babbeltje vertellen van ons wedervaren in hat huis, dat acht lange jaren leeg stond? Wellicht zult u het grappig vinden te hooren, hoe we hier rondspringen. Tot ziens dus, lieve lezeressen. E. B. B. Hallo, hallo Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde- Zender Vindt u het interessant, te hooren Dat er in Aardenburg nog steeds vreemde dingen gebeuren. Onbekenden hebben daar in een nachtelijk uur den Hollandschen leeuw op de Kaaipoort in een Belgische vlag gewikkeld. Misschien bevreesd dat de leeuw zijn klauwen op een goeden dag in het gekonkel zou slaan? Dat men in Middelburg de athletiek in gemeen schap gaat beoefenen en daar ter stede het licht zag de „Zeeuwsche Athletiekbond". De B. en W. van Vlissingen de kachels in het raadhuis niet sympathiek gezind zijn en den raad nu vragen om een centrale verwarming, die de gemeente kas 5.500,lichter zal maken. Dat de K. L. M., gezien het succes der Vlis- singsche vliegdagen, in 1928 weer snoepreisjes in de Zeeuwsche lucht wil organiseeren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 6