2 ONS ZEELAND perkt tot de litteratuur, helaas. Als we de samen leving eens afneuzen, blijkt telkens weer hoe de leu gen er als kind aan huis is. In allerlei gedaanten en vormen is zij er op uit om zoete droomen te ver storen en ons de knip der werkelijkheid op den neus te planten. De herfstleugen knakte Jhr. Simon van Bruelis; wat wij zouden willen noemen de Ferry-boot- leugen moet wel zwaar drukken op Gedeputeerde Sta ten, die dachten door den Ferry-droom onder zalige narcose te zijn gebracht. Na een lange lijdensgeschiedenis en na verbetering der stuurinrichting, werd de boot eindelijk in dienst gesteld. Het merkwaardige daarbij was evenwel, dat de officieele proeftocht, talrijke genoodigden aange boden, maar van de baan werd geschoven en dat heel in het geheim, met een handjevol invité's aan boord, de zwaar becritiseerde boot geprobeerd werd. De vrees voor overmatige belangstelling, die uit deze wijze van proefstoomen is te destilleeren, heeft ons maar matig kunnen bekoren en zeer zeker werkte een en ander niet mede om het verdachte luchtje, dat de Ferry-boot nu eenmaal aankleefde, algeheel te laten verwaaien. Een goed oog hadden we in het nieuwste Zeeuwsche veer geenszins. Nu is dezer dagen met de boot een en ander voor gevallen, dat ons in ons pessimisme steunt. Toen er tijdens een vaart een stevige wind woei, bleek de hou ten schoeiing tegen de kracht van het water niet be stand en zij bezweek. Het water stroomde over de boot heen, zoodat de motoren en fietsen soms een half el in het water ston den. Het stroomde tot zelfs in de kajuiten. Een reizi ger, die onder een der trappen was weggevlucht, werd kletsnat door een matroos uit zijn waterrijke positie bevrijd. Stormen deed het nog niet eens. Wat moet er van dit vaartuig, dat de provincie ettelijke tonnen gouds kostte, terecht komen als het Scheldewater dezen winter eens op z'n kwaadaardigst te keer gaat? Van de boot en van de passagiers? Of zal men zoo ver standig zijn bij ruw weer dit pracht-exemplaar van een Ferry-boot buiten dienst te brengen en aldus er kennen, dat een vergissing, een zeer dure vergissing gemaakt is? Liever toch hooren we van een Ferry-boot-leugen dan van een of andere ramp op de Schelde. Hoe zuur het dan ook is. X De heer Van der Feen is de vader van slechts één leugen, die hier in Zeeland de algemeene belangstel ling gaat wekken. Gedeputeerde Staten, waarschijnlijk minder bescheiden, permitteeren zich de luxe om er ettelijke op na te houden. De hier bovenbedoelde moge er dan nog een van twijfelachtigen aard zijn, volgens sommigen, een ander geestesproduct van ons provin ciale college: de electrificatie-leugen is dat buiten kijf niet. Bedoeld wordt dan vooral de electrificatie der midden-groep en den Noord-groep. Nog maar steeds wordt er met dit toch belangrijke en naar een oplossing snakkende vraagstuk door de Staten gezeuld op een manier: Komen we er vandaag niet, dan komen we er morgen. Dit is heel erg, maar even erg is het, dat we dezen electrischen slentergang al zoo gewoon zijn, dat we ons niet eens ieder oogen- blik gedrongen gevoelen te protesteeren. Zeer velen in de Beve landen en in de Noordgroep verlangen naar de electrificatie en toch. de kreet, de luide gil, die aan het verlangen uiting kon geven en die niet van de lucht moest zijn, wordt zoo zelden gehoord. Ook de pers zwijgt over dit geval nog te veel. Daarom deed het goed de vorige week op te merken, dat nu ook de lijdensweg der electrificatie de christelijke bladen in Zeeland te lang gaat voorkomen en dat ook van deze zijde eindelijk op resultaten werd aangedrongen. Voor al voor de Bevelanden verlangt men vrijlating, die daar uitkomst zal beteekenen. Evenals in dit blad, wordt in de christelijke bladen gezegd: Goes moet de elec trificatie zelf ter hand kunnen nemen en te Goes zal dit keer de victorie moeten beginnen. Hoe langer de Provincie aarzelt des te moeilijker zal het worden datgene te bereiken, dat ongetwijfeld bereikt had kunnen worden, wanneer het algemeen be lang in de kwestie der electrificatie van het begin der geschiedenis af op den voorgrond was gesteld. Want zij, die, het lange wachten beu, zelf voor electriciteit gaan zorgen (o.w. in de Bevelanden vrij groote instel lingen) behooren al niet meer tot de uitzonderingen. En het aantal van deze practische ijveraars voor elec triciteit, die wellicht wel eens voor goed voor de propa ganda van algeheele electrificatie verloren zouden kunnen gaan, groeit met den dag. Zoo besloten tal van particulieren in Dreischor dezer dagen een combinatie te vormen, teneinde electriciteit op te wekken. Van daag Dreischor, morgen X., overmorgen Z. En dat alleen omdat van hoogerhand halstarrig wordt vastge houden aan een droom. Jhr. van Bruelis' droom werd na ééne afwijzing een leugen. Ons provinciale college, dat inzake de electriciteit van bijna alle gemeenten den bons kreeg, droomt nog maar rustig van de liefde ver der. De ongevoeligen zijn voor zich zelf gelukkig, maar anderen kunnen ze tot last zijn. Daarom nog eens: Herfstleugen". X Pessimisme zou den lezer kunnen overvleugelen na bovenstaande droom-leugens en daarom kan het geen kwaad in het slot van dit overzicht eenig tegenwicht te leggen door te wijzen op eenige oude leugens, die een meer waar en een meer te waardeeren karakter aan gaan nemen, of te wel door melding te maken van een en ander, dat o.i. op een verbetering duidt. Daar is dan o.a. de eerbied voor het verleden, die ook in onze gewesten groeiende is, hetgeen door tal van gebeurtenissen in den laatsten tijd meer dan dui delijk bewezen werd. Onze interesse voor (en daar mede onze genegenheid jegens) de nalatenschap van vorige geslachten is uitgedijd tot een verschijnsel, dat hoe langer hoe meer de aandacht voor zich op eischt. Het is tot ons doorgedrongen dat voorwerpen, herin nerend aan de ontwikkeling der provincie en aan de vroegere samenleving voor den mensch van heden en van de toekomst van te veel waarde zijn om ze met de bijna traditioneel geworden nonchalance te behan delen. Meer en meer wint het inzicht, dat ze voor de provincie bewaard moeten blijven, en dan liefst in een omgeving waar ze tot hun recht komen. Gedurende de historische tentoonstelling te Goes, in den afgeloo- pen zomer, werd het verlangen naar een oudheids- kamer" vernomen en thans gaan in Zierikzee stem men ten gunste van een dergelijke instelling op. Dit Vervolg op bladz. 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 2