2 ONS ZEELAND meesten onzer de cycloon geboren en in een kort tij ds- bestek heeft het een populariteit verworven, die eenig in haar soort is. Er behoeft maar een storm van eeni- gen omvang boven onze hoofden zich te ontketenen of we praten en schrijven over een cycloon. Het na tuurverschijnsel is gemeen goed der massa geworden. De plotselinge populariteit van iemand of iets in zeer breeden kring, is wel een typisch verschijnsel van onzen tijd, die zich zoo goed als los heeft gemaakt van afstand en traagheid. Hetgeen vroeger lang be perkt bleef tot een kleine gemeenschap, wordt heden ten dage door diverse middelen snel en ver uitge dragen, en dan nog zoodanig, dat men er bijna toe gedwongen wordt kennis van te nemen. Voordat men het goed en wel weet is men vertrouwd gemaakt met gebeurtenissen, die in een vorige eeuw aan onze aan dacht ontsnapt zouden zijn, hebben zij in onzen geest 'n eigen plaats veroverd. Iedere dag populariseert, brengt de massa op goeden voet met allerlei kwesties, die meestal alle eigenschappen missen, welke een derge- lijken aanslag op onze aandacht zouden wettigen. Tot een van deze kwesties, die in 'n betrekkelijk kor ten tijd zich bij de massa hebben ingedrongen, be hoort de slachthuisbeweging. Deze zaak is als een kind bij de gemeenschap in huis, ze is zoo populair en in geburgerd, dat niemand nog een nadere aanduiding van noode heeft als hij het woord „abattoir-kwestie" op vangt. Deze populariteit is in 't geheel niet onver klaarbaar, daar iedere stad haar steentje er toe heeft bijgedragen. Als een epidemische ziekte trok de abattoir-kwestie den lande door en overal waar zij los brak eischte zij zulk een aandacht voor zich op dat niemand zich veroorloofde haar te negeeren. Ook in onze provincie is dit het geval. De lezer herinnert zich nog wel de actie der slagers in Goes, gevoerd tegen de plannen tot de stichting van een abattoir. En nauwe lijks is de storm in de ganzenstad tot bedaren gekomen of de Middelburgers moeten er van lusten. Evenals de Goessche collega's kanten de Middelburgsche sla gers zich tegen het openbare slachthuis. Althans een gedeelte der slagers, en wel dat gedeelte dat den groo- ten trom roert. Zeer van nabij hebben we in Goes het gevecht der tegenstanders van een abbattoir meege maakt en kunnen opmerken, dat de strijdmiddelen soms te wenschen overlieten. Vergissen we ons niet, dan staat momenteel in de hoofdstad iets dergelijks te gebeuren. Hetgeen we er over in de bladen lazen, duidt ten minste al vrij sterk hierop. De argumenten der Middelburgsche slagers wijken natuurlijk niet van overal elders gelanceerde af en daarom heeft het geen doel meer uitvoerig op een en ander in te gaan. We dealen evenwel niet de meening der Middelburgsche tegenstanders van een abattoir, volgens welke de prijzen van het in een slachthuis afgeslacht vleesch zullen stijgen; ook hech ten we geen geloof aan de bedreiging, dat de stichting van een abattoir de Middelburgsche slagersbedrijven hoofdzakelijk naar de buitengemeenten zal verplaat sen. Overal elders zijn deze meening en bedreiging gehoord en overal heeft de praktijk anders geleerd. Daarom verbaast het wel eenigszins, dat de slagers toch nog in iedere stad dezelfde, reeds ondeugdelijk gebleken wapens voeren in dezen strijd van het per soonlijk belang tegen het algemeene. fBSNtLj&sfc, Rilland wordt een nieuwe kerk voor de hervormden gebouwd. Het abattoir en alles wat er aan vast zit, werd nog eerst korten tijd gemeen goed der massa. Van ouderen datum is de bekendheid met de veerdiensten in ons zoo waterrijk gewest. Hierover is in den loop der tijden al menige klacht gevallen, maar toch mag onder de klaaglijst nog geen streep worden getrokken. Men zal zich herinneren, dat in de „Bevelandsche week" onlangs gewaagd werd van enkele feiten bij den veerdienst WolphaartsdijkKortgene. O.a. werd toen de opmerking gemaakt dat het personeel van dezen dienst weinig rekening hield met de belangen der passagiers en meermalen zelfs een houding aan nam, die men niet van een in dienst van het publiek staand personeel zou verwachten. In de afgeloopen week moet er volgens een ingezonden schrijven in een der bladen weer iets dergelijks zijn voorgekomen. Met de kleine veerboot werden twee auto's van Wolphaarts dijk naar Kortgene vervoerd. Aan den Kortgeenschen steiger lag de „Walsoorden", zoodat het afladen der auto's, tot verbazing van de opvarenden, over deze boot moest geschieden. Daar de kleine boot ongeveer een meter lager lag dan de „Walsoorden" bracht deze wijze van lossen gevaar mee, en een der auto-bezitters weigerde zijn voertuig hieraan bloot te stellen. Eerst na een langdurig geredetwist besloot de kapitein der „Walsoorden" een betere losgelegenheid te scheppen. We zouden aan deze klacht van een ooggetuige wel licht geen aandacht geschonken hebben, als het hier niet een veerdienst betreft, waarover de klachten niet van de lucht zijn. Zoo langzamerhand gaat de wijze van optreden daar alle perken te buiten. We hopen, dat deze veerdienst eindelijk eens de aandacht der betrokken autoriteiten zal hebben van wie we niet mogen verwachten, dat zij de gesigna leerde toestand wenschelijk noemen. De tweede dienst, welke deze week in het zonnetje werd gezet, is die op de Wester-Schelde. Een vijftig tal vereenigingen en belanghebbenden, vertegenwoor digend allen die in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen in den landbouw, tuinbouw en aanverwante bedrijven be trokken zijn, hebben een adres gericht aan de Provin ciale Staten, waarin te kennen wordt gegeven, dat de dienst op de Wester-Schelde aanleiding tot ontevreden heid geeft. Als men het adres eens doorloopt, lijkt debe klacht alleszins gewettigd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 2