GEBRs BOER,
ONS ZEELAND
Een oude rechtspleging
4
door
C. E. R.
In vroeger tijden, zoo b.v. in de 17e en 18e eeuw,
maakte men korte metten met vrouwen, die het met
de juiste zedelijkheidsbegrippen niet al te nauw pleeg
den te nemen en waren onze voorouders lang niet
malsch met de uitdeeling hunner bestraffingen, want
behalve de vele jaren van opsluiting in het tuchthuis,
bevatte het vonnis nog vaak de verzwaring van de
straf om ,,in de kooi te worden gedraaid". Deze kooi
draaide om een verticale as werd een persoon daarin
geplaatst en de kooi vlug in het rond gedraaid, dan
was daarvan het gevolg, „dat men zich deerlijk begost
te bestuyven", zooals een onzer oude Nederlandsche
schrijvers het zegt.
Bovenbedoelde vrouwen bezorgden Schout en Sche
penen heel wat werk en last.
Zoo verhaalt Speeleveldt ons in zijn „brieven over
het eiland Walcheren" het voltrekken van een vonnis
te Vlissingen, hetwelk luidde, dat de schuldige in de
„kooi zou worden gedraaid".
In een der hoeken van den voorgevel van het stad
huis is een ijzeren kooi met traliën voorzien, welke
op een spil draait, en die door een raderwerk, waar
van de as binnen het gebouw bewogen wordt, in wer
king wordt gebracht.
Speeleveldt beschrijft dan, hoe hij, over de markt
komende, deze opgepropt zag met volk, de huizen
waren vol van heeren en dames. Alles scheen een
vroolijk feest te beloven, doch naderbij komend, zag
hij een jonge, flinke vrouw, met neergeslagen oogen,
een trapje, tegen de kooi geplaatst, beklimmen, door
een dienaar van het Gerecht geleid.
Zij plaatst zich in een ijzeren zetel in het midden
der kooi een beugel wordt om hare borst, een andere
om haar middel gesloten en hare voeten worden aan
den stijl van den zetel vastgebonden. De dienaar doet
haar hare handen aan de traliën vasthouden en bindt
de deur der kooi dicht. Zij sluit de oogen en wordt
gedraaid.
„Ik moet u bekennen," zoo gaat Speeleveldt verder,
„dat het gezicht eener draaiende vrouw, welke wel
haast door de wonderlijke vertrekkingen van haar
mond, de uitwerksels eener zoo gedwongen wals be
gon te toonen, mij zoo vreemd voorkwam, dat ik mij
nauwelijks van lachen kon weerhouden. Inderdaad
was de zaak belachelijk, indien men het daarbij ge'
laten had, maar de verontwaardiging moest nog op
gewekt worden. Zij heeft nauwelijks eenige weinige
keeren, en zeer langzaam, rondgedraaid, of haar plaats
wordt door een vrouw van meerder jaren vervangen,
welke, even langzaam beginnende, welhaast van trap
tot trap vlugger wordt bewogen. Men doet haar eeni-
gen tijd rechts draaien, vervolgens houdt men op om
haar een weinig op adem te doen komen en nu wordt
zij nog altijd vlugger linksom gekeerd. Het is haar
niet mogelijk, deze tegenstrijdige beweging te weer
staan. Vruchteloos tracht zij den mond gesloten te
houden. De snelheid der draaiing verdubbelt; de mond
opent zich om genade te roepen en in hetzelfde oogen-
blik ontlast zich de geschokte maag over hare kleeren
heen. Het gejuich des volks beantwoordt haar angstig
schreeuwen en is het teeken eener zoo schandelijke en
walgelijke overwinning.
„Een derde, blijkbaar de schuldigste, wordt nu op
haar beurt in de kooi gesloten. Nu neemt eigenlijk het
onmenschelijke van de straf een aanvang. Zonder
eenige gradatie in acht te nemen, wordt zij onmiddel
lijk met een altoos toenemende snelheid bewogen.
Wijnkooperij
Opgericht 1795
VLAARDINGEN.
Generaal-vertegenwoor-
digers van
Carré Perseval, Epernay
Edmond Dupuy Co.,
Cognac.
Red. Hackle Whisky,
Glasgow.
D. Leiden Ltd., Keulen.
Hofleveranciers van
Z. M. Koning Willem III
Zijne Keizerlijke, Konink
lijke Hoogheid Keizer
Frans Jozef
Z. M. den Koning van
Engeland
Leveranciers van
Z. K. H. den Prins van
Wales
Z. K. H. den Hertog van
York
Z. H. den Hertog van
Wellington
Z. H. den Hertog van
Manchester
The„House of Lords, etc.
Lang houdt zij het echter uit, eer zij bezwijkt, maar
men geeft haar geen rust. Nu links-, dan rechts-om,
altoos vlugger bewogen wordende, begint haar het
hoofd geheel duizelig te worden. Zij is niet meer in
staat het op te houden. De beweging der kooi vol
gende, draait en wendt het zich op de geweldigste
wijze. Het schijnt zich van het lichaam te willen
scheuren. De adem, door de versnelde beweging der
lucht gebroken wordende, heeft haar het vermogen
tot schreeuwen benomen. Een akelig gebrom doet zich
uit hare beknelde borst hooren; haar hoofd en boven
lijf vallen eindelijk op den linkerarm, aan de traliën
bestorven, neer. Deze arm schiet door de traliën heen,
zich op twee plaatsen kwetsende. Nog eenige draaien,
en de arm zou gebroken zijn."
Deze straf werd o. a. toegepast op een vrouw, die
op de „cruysbaen liep", zooals het heette, aangezien
zij zich op een oneerbare wijze had opgehouden met
mannen, en alsof de straf nog niet zwaar genoeg ge
noeg geweest was, werd zij tenslotte nog voor 6 jaar
uit de stad verbannen.
PomiW^i