12
ONS ZEELAND
zegelverkooper zich gewaardigde om naderbij te ko
men; had den cuffert ten laatste met haar tom-pouce
op zijn knikker geslagen; dat hielp!
23 October. Met Breeduitstra ter receptie geweest
naar vriend Kukelkamp, die, 25 jaar aannemer was.
Tien redevoeringen, geen wijn. Breeduitstra woest.
Daar was reden voor. Waarom doen ze hier niet net
als in Parijs, waar dezer dagen 'n monument voor ge
vallen schrijvers in den oorlog werd gesticht en
Poincaré de redevoeringen niet liet uitspreken, maar
inmetselen. Veel te zachtzinnig, brulde Breeduitstra;
de kerels moeten zelf ingemetseld worden en dan de
ruimte netjes aangevuld met gewapend beton. Samen
naar een café.
24 October. Vannacht rijk gedroomd. In Doorn ge
weest bij ex-keizer. Kachelblokjes gekocht, merk ,,de
dubbele adelaar". Eigenhandig gekloofd. Krasse oude
heer. In goede stemming. Had een bruiloft je in 't
zicht. Zijn zus, een heusche prinses, gaat trouwen met
een jongeling. Vond het fijn de keizer ziet u. Gaf
nog eens 'n verzetje; alsmaar houtjes hakken wordt
stierlijk vervelend. Zou een prachtig patriottisch vers
voordragen, getiteld: ,,Wijk nooit of nimmer". Mocht
nog portret van het jonge paar zien. Viel er van ach
terover. Wat een bruid! Ruïne van Brederode is er
een beestje bij! Zal meer moeite hebben om 'n korstje
door te bijten, dan om in haar baard te lachen; kroko
dillenleerachtige huid en dan zoo'n melkmuilachtige
man. Werd duizelig. ,,Is dat 'n prinsesje," stamelde
ik; „ik las. ik dacht.
„Je hebt teveel sprookjes gelezen, ouwe jongen,"
zei de keizer en ik werd wakker. Heb vandaag veel
en vrijwillig voor Liesbeth gewerkt.
25 October. Eigenaardig onderwijs tegenwoordig.
Komt Beppie thuis met het op te lossen raadsel, wat
of een gewoon en 'n buitengewoon hoogleeraar is. Met
Wybo geconfereerd en als antwoord opgesteld, dat
een buitengewoon hoogleeraar niets gewoons weet en
een gewoons hoogleeraar niets buitengewoons.
Mr. Mierick moet van dokter alle opwindenden ar
beid vermijden; er zal een speciaal consult worden ge
houden of hij nog postzegels verzamelen mag.
DE MODERNE DANS
door
SANTOS CASANI,
„The Teacher of Teachers"
Hoofdstuk I.
DANSEN VAN HET SEIZOEN.
Een nieuw dansseizoen is altijd een bedriegelijk
ding men weet nooit recht, welke nieuwigheden en
veranderingen het zal brengen. Zoo is het ook ge
steld met het komende seizoen 1927-'28, en zelfs nog
in meerdere mate dan met andere jaren. Het is na
tuurlijk gevaarlijk zich aan voorspellingen te wagen,
maar ik voel me toch wel in staat, met genoegzame
zekerheid eenige algemeene opmerkingen te maken,
in de hoop, dat ze in April, wanneer we weer op dit
seizoen terugzien, niet al te onjuist gebleken mogen
zijn.
In de eerste plaats dan lijdt het volgens mij geen
twijfel, dat de Wals dezen winter steeds populairder
zal worden, en dat zij veel aan bekoring zal winnen
door de dit jaar nieuw-ingevoerde variaties. Met haar
eeuwig onveranderd rhythme, haar meesleepende mu
ziek en duidelijk geaccentueerd tempo, is de Wals al
tijd favoriet geweest in de balzaal. En hoe beter dan
ser iemand is, des te meer zal hij de Wals appre-
cieeren.
De tegenwoordige wals is juist daarom zoo'n ge
waardeerde dans, omdat er gang in zit, en toch al de
vermoeienissen van de ouderwetsche Wals verdwenen
zijn de passen worden nu gemaakt op den bal van
den voet het afmattende dansen op de punten der
teenen, waarbij alle spieren sterk gespannen staan,
behoort tot het verleden.
Dan zijn er dit jaar eenige uitstekende nieuwe
wals-melodieën. De bands leggen zich steeds meer
toe op het perfect spelen dezer muziek, en winnen
daarmee stormenderhand de harten van het publiek,
dat de Wals terecht als de Koningin der Balzaal blijft
beschouwen.
Evenmin zullen de Tango-liefhebbers in dit seizoen
teleurgesteld worden, voorzoover ik tenminste kan oor-
deelen over de toenemende populariteit, waarin deze
fascineerende dans zich mag verheugen. Vroeger be
stond de meening, dat men persé Zuid-Amerikaan zijn
moest, om de figuren van den statigen, doch ingewik-
kelden Tango tot hun recht te laten komen, maar nu
de dansleeraren de passen van den Tango officieel
hebben vastgesteld gestabiliseerd, zooals men dat
noemt, en ieder danser dus gemakkelijk een partner
zal kunnen vinden die hem „verstaat", zal de Tango
spoedig even populair zijn als de Fox-Trot en de
Charleston. Trouwens, ik heb verscheidene malen uit
stekende Tango-dansers gezien, die toch geen Zuid-
Amerikanen waren.
Tot zoover over Wals en Tango.
Nu komen we tot de vraag, die zoovelen, dansers
zoowel als leeraren, reeds een pooslang bezighoudt
Zullen we komenden winter overal de Yale-Blues
zien En als de Yale werkelijk populair wordt, hoe
zal die dan gedanst worden
Ik voor mij geloof, dat de Yale een groote toekomst
heeft. De figuren zijn alle interessant er is genoeg
goede Blues-muziek, die gebruikt kan worden, en de
bands zullen zich de succes-nummers van het echte
„Blues-tijdperk", nu een paar jaar geleden, nog wel
herinneren.
Voor iedereen, die de Wals, den Fox-Trot en den
Tango kent, is de Yale een natuurlijke, vanzelfspre
kende dans een mengeling van de drie genoemde,
met een herinnering aan den Boston en een nauwelijks
merkbaren invloed van den Black-Bottom. Ik geef
direct toe, dat dit op papier erg ingewikkeld lijkt, maar
in werkelijkheid zijn de figuren van de Yale zeer een-
1 voudig, en zij volgen elkaar op zulk een prettige
wijze op, dat U zelf aan het „yale-n" geslagen zult
zijn, voordat U zich er eigenlijk rekenschap van geeft,
dat U bezig is, een nieuwen dans uit te voeren. De
Yale is dan ook slechts in zooverre nieuw te noemen,
dat zij een andere combinatie is van verscheidene wel-