8 ONS ZEELAND jJHK» Door de motorrijdersvereeniging „Non Sunday", is 1 een ster-rit naar Apeldoorn gehouden. Slechts één Zeeuw nam aan deze rit deel, de heer C. de Leeuw uit Kruiningen. lichaam vrij is en rechtop. Parade-effecten zijn abso luut onnoodig. Het meisje mag niet den minsten druk uitoefenen op den rechterschouder of -arm van haar danseur dit maakt zuiver evenwicht, en daardoor gelijkmatig dansen onmogebjk. Indien men maar een maal de juiste methode van houding te pakken heeft, is het haast niet denkbaar, dat men uit den pas raakt of, wat even erg is, gaat sleepen. De beenen worden recht gehouden bij de moderne dansen, niet stijf, maar ook vooral niet „bungelend" om een gemeenzamen, maar raken term te gebruiken. Te stijve beenen beduidt een gebrek aan soepelheid en dit is het fataalste, wat den danser van tegenwoordig kan overkomen. De hielen moeten vlak bij elkaar ge houden worden, zoowel in vooruit- als achteruitgaande beweging, zoodat de verschillende passen een geache veerd karakter krijgen. U zult wel weten, dat zij, die op de hielen plegen te loopen, vaak betiteld worden als ganzen-marcheer- ders. Als U eens een gans gadeslaat op weg naar een vijver, dan zult U bemerken, hoe juist deze be naming is. Een ganzenpas te hebben is voor een dan ser minstens even fataal als een. houten been voor een voetballer. Bij een correcten gang en de juiste wijze van vast houden, heeft een danser zijn partner bijna pal tegen over zich en hij stuurt d.w.z. geeft de aanduiding van de richting, waarin hij wenscht te gaan door een lichte beweging van zijn lichaam, die te verge lijken is met de wijze, waarop men een fiets bestuurt. Hij duwt of sleept zijn dame niet, en ook mag hij haar niet leiden, door zijn rechterarm te gebruiken. Het gracieuse dansen bestaat voor het grootste deel hierin, dat het meisje haar partner volgt, zonder dat deze ©enige uiterlijke beweging behoeft te maken buiten de danspassen. Niets staat leelijker dan slecht sturen, en geen danser, dien naam waardig, zal zijn stijl be- derven door slordigheid in dit opzicht. Ik ben nu gekomen tot een punt, dat van zeer groot belang is voor beide partners. Noch „hij", noch „zij" 1 mag egoïstische zijn ten opzichte van de ander. Het is verkeerd van den man, fantasie-passen te willen maken tot ongenoegen van het meisje, dat ze mis schien niet kent, en evenmin moet laatstgenoemde figuren beproeven, die haar partner onbekend kunnen zijn. Dat is één vorm van zelfzuchtigheid. Een andere evenzeer verderfelijke, waarvoor „hij" speciaal ver antwoordelijk gesteld moet worden, is dwars tegen an dere paren in te gaan dansen, louter uit een zucht om op te vallen. Laat ik in dit verband herinneren aan een spreekwoord, dat nergens zoo goed van toepas sing is, als in de danszaal: Wat gij niet wilt, dat U geschiedt, doe dat ook aan een ander niet! Volgende aflevering: „De Wals herleeft". Heel veel heb ik u weer te vertellen van wat de mode ons brengt, want naast de modellen, die ik voor u cpgeteekerd heb, en die me getoond werden door het groote Amsterdamsche buis, heb ik nu een reeks van Fransche modellen te beschrijven, die ik in het Amstel Hotel zag op een show van een groote Brusselsche firma, Het waren creaties van Lanvin, Chanel, Madeleine et Madeleine. Eigenaardig is het, zulke verschillende modellen bijeen te zien, gewezen te worden op dat wat de verschillende Fransche huizen kenmerkt. „C'est tout a fait Chanel", zegt Madame D„ de chef van het huis, als ze me een robe laat zien van zwarte ci êpe satin, dood simpel, maar van een onberispelijke coupe, die als eenige garneering op de ondermouw vijf in dof goud geborduurde banden heeft in den vorm yan oen modernen schakel-armband. De rechtermouw is glad. Gedurfd! geraffineerd en apart! Dus de vrouwen dragen het. Een avondjurkje „jeune fille van Jeanne Lanvin was heusch als een zoete droom. Van witte crêpe satin was de onder-robe waar als een zucht een feeënkleedje van witte crêpe Georgette over heen viel, omrand met entre-deux van witte kraal tjes, witte en zilveren pareltjes. De knal-roode robe van crêpe Georgette, gecreëerd door Madeleine et Madeleine, was eigenlijk "één dra perie, die zich modelleerde om het lichaam. Rechts, komend van uit den schouder en lang afhangend een Grieksche draperie, links, in de taille een losse strik, alles van dezelfde stof. Een roode avondmantel van velours circé, bestemd om bij deze robe gedragen te worden, had een breeden kraag van zilver vos en was gevoerd met brokaat in mosgroen en zilver. Een schitterende tailleur van mosgroene velours de soie was langs het geheele jaquette gegarneerd met een tamelijk breeden rand van hermelijn. Een mooie zwarte astrakan mantel met mouwen die van de elleboog tot den pols in een ballon-vorm liepen, had aan den omgeslagen en breed vallenden kraag een

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 8