AflD" xm /Sr 12 ONS ZEELAND -éewiscHioo VOL XtJêeeó CS /öelft dit jaar in den bloei stonden. In den loop van den dag dit feit hier en daar verteld. Terstond veel be langstelling. Liesbeth nijdig als 'n spin. Bang voor ruïnatie heeft na vieren Sientje gelast om emmers water te werpen over de schooljeugd, die ook al hin derlijke nieuwsgierigheid voor het natuurwonder aan den dag legde. Eenzaamheid door A. H. met 20 nummens 10 OLy^TCTi Vbaagt (^ramoru"i-OaiaJoguj GDahodhoOn afD£ElinC van Spevk was een uitzondering, maar dat Gebeurde eiöenliik in België en er was veel eigen schuld bij. In Axel is. naar ik bij geruchte vernam, het nieuw gebouwde gedeelte der gasfabriek aan het wegzakken. De een zegt slechte fundamenten, en de ander mom pelt schaamtegevoel. Men heeft besloten alles 'af te breken, hoewel de bond van gasdirecteuren advi seerde tot oplichting. 4 November. Rare dingen gebeuren er toch op dit ondermaansche. Lees ik vandaag in mijn courant dat de Liverpoolsche rechtbank aan de weduwe van een boekhouder een schade-vergoeding van 36.000. toegekend heeft. Uitgezet tegen 5 pet. is dat 36. in de week. De man verdiende 30 pop bii zijn baasje, zoodat het wel lijkt of een dooie boekhouder meer waard is als een levende. tenminste in Engeland. Kleine expeditie gemaakt naar den gemeentelijken paardenslager, die per strooibiljet annonceerde, dat hij een witte week ging houden. Lfesbeth leefde in de veronderstelling, dat de man 'n heel ongewone uit breiding aan zijn lapjes-zaak had gegeven, doch het bleek dat hij slechts een schimmel geslacht had. 5 November. Gezeur van de kinderen om een radio-toestel. Niks gedaan. Krimp van Duimen heeft er ook een en die zit tegenwoordig meer op zijn dak dan in zijn woonkamer, en Breeduitstra vertelde laatst nog in de soos, dat 'n zekere mijnheer Snavelstra zijn geheele draadlooze installatie te koop aanbood, omdat al zijn kinderen door hun neus begonnen te spreken. Dr. Doorloop is door 'n duizeling bevangen en van zijn stoel gestort. Kwade tongen beweren, dat 't on geval is ontstaan, doordat hij te hooge rekeningen aan het schrijven was. 6 November. Uitnoodiging gekregen om lid, wer kend lid van de zangvereeniging ,,Saruso" te worden. Voelde er veel voor, maar thuis nog meer oppositie. Liesbeth beweerde dat wanneer ik zong, de honden ook begonnen te blaffen en Wybo kwam met het ver haal, dat bij den aanhef van mün lied, de buren in de blijde hoop leefden, dat hun kippen weer een ei gelegd hadden. Ach ja, wie is groot voor zijn kamer dienaar 7 November. Den tuin ingezonden om gras te snijden. Dat lamme zachte najaar ook 't Is niets dat het kwik stijgt, maar de gewassen volgen op den voet. Was 'n beroerd karweitje Heb plotseling be grepen, waarom katten zoo ongaarne door het natte gesprietsel stappen. Deed nog de interessante ontdek king dat de aardbeienplanten voor de tweede maal 8 November. Voor dag en dauw uit mijn bed ge scheld door correspondent van een groot dagblad, die gehoord had van de aardbeienplanten vroeg naar familie-naam en voorletters beloofde 'n persfotograaf te alarmeeren. Weer wat later redacteuren van plaatselijke en provinciale bladen telegrammen, met betaald antwoord, van Vaz Dias, Reuter, Wolff, Ha- vas, Stefani. Massas volk voor 't huis politie-agenten chargeerden met gummi-stokken van Sientje, die om suiker ging, is 'n schort verscheurd, door enthousias ten de keukens en portalen van alle huizen in de buurt lagen vol met flauwgevallen vrouwen de aan- deelen van azijn- en vlugzout-ondernemingen vlogen de hoogte in. Tien sterke mannen hebben Liesbeth in een dwangbuis gestopt. Ze is er uitgebroken met een kolenschop naar buiten gerend en alle bloesems weg geslagen volk droop af ik heb me eenige uren ver schanst op den droogzolder. Oef, wat een dag A-t...ij Buiten sneeuwde het. Langzaam en met tusschenpoozen, maar zonder op houden dwarrelden de sneeuwvlokken naar beneden. In de straat lag alreeds een dichte, witte vacht en tegen de huizengevels had de wind grilligschaduwende sneeuw-figuren op gestoven. In de kleine schemerende kamer stond ze tegen de breede vensterbank geleund, en huiverde. Een onaangename koude sloeg van het vensterglas de kamer in, en kroop door het dunne kanten blousje, kil om de schouders en armen heen. Achter in de kamer lokte de haard, met zijn ruste- loos-levend vlammenspel als een belofte van warmte en koestering. Maar ze bleef staan voor het venster, geleund tegen het marmeren kozijn, en turend naar het einde der straat. Ze stond daar, deels uit gewoonte, omdat ze hem lederen middag om vier uur zoo wachtte, deels ook uit angst, dat hij schrikken zou, waneer hij niet als gewoonlijk bij het inkomen der straat, haar gestalte achter het venster zien zou. In de kamer achter haar werden de schaduwen lan ger. Ze rekten en kropen over de meubelen en hurkten

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 12