4 ONS ZEELAND verwachtingen koesterde. De meerderheid zei ,,Van de groote plannen met onze haven zal nooit iets kun nen komen." Geheel onbegrijpelijk was deze opvatting niet. Immers de sluis bleek een hinderpaal voor het verkeer, groote schepen konden de haven niet bin nen loopen. De tegenstanders van de havenplannen vergaten evenwel de voornaamste voorwaarde van een bloeiende grootsche haven, n.l. den eisch dat de haven technisch in orde moet zijn, alvorens economische ver langens te kunnen inlossen. Men redeneerde vele jaren in een cirkeltje en zoo bleef de buitenhaven in hoofd zaak bezocht door de booten der maatschappij „Zee land" en door de provinciale booten. Later hebben de voorstanders van het groote haven plan het nooit geheel in den doofpot gestopte ideaal opnieuw naar voren gebracht en de resultaten van deze herhaalde poging zijn bekend. Na een moeizamen strijd gaf de regeering gehoor aan de roepstem van Vlis- singen, en stond haar de haven toe, die weliswaar be scheiden is ingezet, doch die aan de grootste schepen toegang zal kunnen verleenen. Bij den buitenstaander, die den strijd voor de Vlis- singsche haven niet heeft bijgewoond als belangheb bende, wellen na de kennisneming hiervan onmiddel lijk de vragen op „Wat verwacht men van de ha ven was het niet een erg gewaagde speculatie, om ettelijke millioenen te offeren aan een zaak, welke grootendeels op vermoedens gebaseerd schijnt is de Vlissingsche haven waarlijk voor de geweldige toe komst voorbestemd, die voorstanders van het dure plan altijd met zekerheid hebben afgeschilderd Zelfs een enthousiast voorlichter als burgemeester van Woelderen kan niet voorkomen, dat bij den toe hoorder eenigen twijfel omtrent het welslagen van de haven rijst, en dat de theoretische opzet en de prac- tische uitwerking na den eersten indruk niet in el kaar vloeien. Daarom wilden we de kwestie na de inleiding nader bezien, en kregen we als toelichting te hooren „De haven zal een haven voor het snelverkeer moe ten worden. Schepen uit de Noordelijke landen, die naar Amerika varen, hebben nog wel eens behoefte om een haven aan te doen. Bij voorkeur wordt dan een haven gezocht, waar men snel bediend pleegt te worden, waar men met weinig tijdverlies kan binnen- loopen en waar men zekerheid heeft niet afgewezen te worden. Een goede haven voor snelverkeer moet voorts een kusthaven zijn (die niet dichtvriest)Aan de natuurlijke eischen nu voldoet Vlissingen in alle opzichten zorgen wij voor het overige, dan kan voor keur van de gezagvoerders der schepen niet uitgesloten blijven. Alvorens we evenwel veel bereiken kunnen, zal veel gewerkt moeten worden. Maar geld zal ook in ons geval den arbeid zoet doen zijn. Een snelver keer brengt immers geld. Loopen de schepen eenmaal geregeld binnen, dan krijgt Vlissingen ook passagiers, de post moet verzonden worden, ijlgoederen geladen en over land verder getransporteerd. Dit alles brengt bunkeren van kolen en stookolie mee, en het geeft de gemeente veel voordeel. Sedert 8 Mei is in de haven het eerste bunkerstation in werking en in deze korte periode heeft het zijn bestaansrecht reeds bewezen. Gemiddeld komen er per dag al twee groote schepen bunkeren." Gaat Vlissingen dus in de toekomst een concur rente van de overige Nederlandsche havens worden? In 't geheel niet. En dat is juist zoo prachtig en in het belang van ons land. Gelooft u dat de ge'egenheid tot bunkeren spoe dig datgene tot gevolg zal hebben wat u hierboven noemde, als het opnemen van passagiers, het laden en lossen van post en goederen? „Als wij zorgen dat de verbinding met het ach terland (dat is België en vooral Antwerpen) behoorlijk voorzien wordt, ongetwijfeld. Schepen uit Hamburg b.v. zullen niet naar Antwerpen doorstoomen als ze in Vlissingen goed terecht kunnen en als passagiers en goederen van Vlissingen uit zeer snel de bestemming kunnen bereiken. Maar daarvoor is een betere en recht- streeksche spoorwegverbinding met Antwerpen nood zakelijk. Men zou per bloktrein binnen het uur in Ant werpen moeten kunnen zijn, wat mogelijk wordt als in Brabant een nieuwe lijn wordt aangelegd, die Roosen daal niet aandoet. Welk een prachtige oplossing zou dit voor de Engelsche passagiersschepen op België zijn! Steeds zekerheid dat de passagiers met het slechtste Beeldenhuis te Vlissingen. weer Antwerpen konden halen. Engeland interesseert zich voor onze haven en zoo bestaan er al plannen om een vrachtdienst HarwichAntwerpen te veranderen in een dienst HarwichVlissingen. Ook uit andere lan den van Europa bereikten ons reeds informaties over de haven, hetgeen wel bewijst dat ons enthousiasme niet geheel op lossen grond staat. Is de haven eenmaal gereed, dan moeten de goede ervaringen die de schepen hier op zullen doen, de rest bewerkstelligen. Zij zullen de beste rec'ame vormen en binnen afzienbaren tijd zal de Vlissingsche haven de bekendheid verwerven die een der factoren van haar succes genoemd mag worden." Vervolg op bladz. 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 4