Een St. Nicolaas-Cadeau Waarom niet Uw foto?? ATELIERS VOOR MODERNE FOTOGRAFIE CORNS HENNING 2 ONS* ZEELAND met beide handen aangrijpen. De „Nation Beige" is een van de luidruchtigste sputteraars tegen de Neder landers. De vorige week bevatte het blad weer eens een bericht, dat zijn lezers van de kwaadaardige be doelingen der bewoners van het land boven de Schelde moest overtuigen. Volgens een uit Vlissingen ontvangen tijding heb ben de Nederlandsche kustbatterijen daar vier dagen schietoefeningen gehouden, welke de scheepvaart op de Wester Schelde en op de reede van Vlissingen tel kens gedurende verschillende uren onmogelijk maakte. De batterij van Kaapduinen bestreek de geheele breedte van de Wielingen, doch buiten de Belgische wateren. Ditmaal, zoo zegt het annexionistische blad verder, werd het Belgische gebied niet geschonden, zooals enkele jaren geleden gebeurde door Nederland sche torpedobooten, die schietoefeningen hielden ter hoogte van Heyst in de richting van Zeebrugge, maar dit neemt niet weg, dat vier dagen achter elkaar ge durende verscheidene uren de vaargeulen van Oostgat, Wielingen en Scheldemond practisch gesloten waren voor de scheepvaart naar en van Antwerpen, Gent en Brussel. Nederland is ongetwijfeld meester over zijn wate ren, maar de Schelde behoort feitelijk gemeenschappe lijk aan België en Nederland, daar de tractaten van 1839 het gebruik ervan zender voorbehoud aan België waarborgden, en vooral sedert den afkoop van de tol len door Lambermont. De „Nation Beige" meent, dat dergelijke oefeningen alleen na accoord tusschen de beide regeeringen en met goedkeuring van België zouden mogen plaats heb ben, en verwacht, dat een lid van Kamer of Senaat aan den Belgischen minister van Buitenlandsche Zaken de vraag zal stellen, of Nederland, alvorens aldus te handelen, zich daaromtrent met België had verstaan. Bij uitzondering heeft het Belgische blad ditmaal de zaak eens wat minder gekruid dan het veelal pleegt te doen. Misschien is het er eindelijk achter gekomen, dat de Nederlanders toegankelijker zijn voor een vrien delijk verzoek dan voor het bekende luide gekef, dat, gezien het oude spreekwoord, ons geen angst aanjaagt. X Zooals men weet komt de Nieuwe Vlissingsche weg, de verbinding tusschen Middelburg en Vlissingen, niet op het rijkswegenplan voor. Vlissingen zal door een nieuwen weg over Nieuw- en St. Joosland met het achterland verbonden worden en Middelburg is daar door bezijden den toekomstigen hoofdverkeers-ader door Zeeland komen te liggen. De Middelburgers zijn, zooals begrijpelijk is, over deze verwaarloozing alles behalve te spreken. In den raad is er destijds uitvoe rig over gesproken en B. en W. kregen de opdracht, te trachten den minister alsnog van meening te doen veranderen. Op het verzoek van B. en W. om den Nieuwe Vlissingsche weg in het rijkswegenplan op te nemen, antwoordde de minister, dat in het rijkswegen plan ten behoeve van het doorgaand verkeer opgeno men is een nieuwe rechtstreeksche verbinding Nieuw- landVlissingsche haven. Hierdoor wordt de beschik king gekregen over een 4 K.M. kortere route dan die via Middelburg, welke laatste bovendien twee kanaal overgangen, een spoorwegovergang en den doorgang door de kom der gemeente Middelburg tot haar nadeel Markt C 14, Middelburg - Badhuisstraat 63, Vlissingen heeft. Van de Vlissingsche haven wordt de nieuwe weg aangesloten op de gemeentewegen van Vlissingen, zoo dat buiten de belemmering in Middelburg om een zeer goede verbinding met de stad wordt verkregen. Na het tot stand komen van bedoelde nieuwe verbinding, blijft de bestaande Nieuwe Vlissingsche weg in hoofd zaak voor het plaatselijk verkeer en gedeeltelijk ook voor het streekverkeer tusschen Middelburg en Zeeuwsch-Vlaanderen van belang, zoodat de Nieuwe Vlissingsche weg eerder in aanmerking komt voor op neming in het provinciaal- dan in het rijkswegenplan. De minister geeft B. en W. derhalve in overweging zich terzake tot Ged. Staten te wenden, doch verklaart zich desgewenscht gaarne bereid tot nadere bespreking. Dit ministerieele antwoord zal de inwoners van Middelburg wel wat koud op het hoofd zijn gevallen. Het is ook een weinig prettige gewaarwording de stad zijner inwoning, tevens hoofdplaats van Zeeland, te zien behandelen als een plaats die in het verband van het provinciale en inter-provinciale verkeer gemist kan worden. X De nieuwe Ferry-boot, de veel besprokene, heeft thans ook buiten Zeeland de aandacht getrokken. In de afdeeling der Tweede Kamer is n.l. bij het onder zoek der waterstaatsbegrooting gevraagd of de berich ten over de mindere zeewaardigheid en de bestuur baarheid van de boot gegrond zijn, en, zoo ja, wat de minister dan ten deze gedaan heeft of voornemens is te doen. Opgelost is het Ferry-boot-vraagstuk in- tusschen nog niet. Door een der Zeeuwsche journalis ten is weliswaar eenigen tijd geleden een zeer gerust stellend bericht over de boot de wereld ingezonden, doch o.i. vormde dit geen afdoende tegenspraak van de vele slechte geruchten, welke in omloop zijn. Het blijkt toch maar eenigszins verdacht, dat Gedeputeerde Staten in 't openbaar het Oost-Indische doovemannetje spelen. Wat zou gemakkelijker zijn dan door een korte en krachtige inlichting al het tegen de Ferry-boot ge sprokene en geschrevene onwaar te maken, als de toe stand van de boot inderdaad zoo is als men het offi cieus van hooger hand wil doen voorkomen Nu tasten we in het duister en denken er het onze van. Temeer daar de heer A. C. de Vos, te Middel burg, lid van de Kamer van Koophandel, de Kamer verzocht heeft een onderzoek te doen instellen of voor de Ferry-boot een certificaat van zeewaardigheid is afgegeven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 2