IDEAL NAAIMACHINES
ZIJN ONOVERTREFBAAR
FIRMA GEBR. KAAN - MIDDELBURG
Bij aankoop vrage men beslist dit merk
Sedert jaren bij vele families in gebruik
EENIGE IMPORTEURS
Verkrijgbaar bij eiken soliden handelaar
De Clown
14
ONS ZEELAND
hand houdt hij een revolver en Ramakers hoort de
handboeien rinkelen. Stap voor stap nadert de recher
cheur hem. In enkele seconden realiseert Ramakers,
welk lot hem zal treffen: veroordeeld wegens moord,
jaren en jaren in de gevangenis, zijn vrouw en kin
deren omkomend van gebrek, hij een wrak, geen
mensch meer, maar een nummer! Moet hij zich zoo
laten arresteeren? Niet eens worstelen, vechten voor
zijn vrijheid? Nooit!
Met een schreeuw van woede werpt hij zich op re
chercheur Knoop, een schot knalt. en Ramakers
ligt op den grond tusschen de scherven van zijn lam
petkan!
En als hij opkijkt, ziet hij in de deuropening het
grijnzend gelaat van den deurwaarder, welke dien
dag beslag komt leggen op zijn meubeltjes, en wiens
gelaat wonderlijk veel overeenkomst vertoont met dat
van den imaginairen rechercheur Knoop
door
FELICIE JEHU.
Hij was een clown, zij een der meest geliefde rijde
ressen van het Circus Leopardo.
Hij vermaakte iederen avond het publiek door zijn
dolle invallen en zijn tot goedmoedig spotmaske opge-
teekend gezicht.
Zij bracht de toeschouwers in verrukking door haar
dansen op het ongezadelde paard en haar mooi, inne
mend gezichtje.
In het dagelijksch leven was hij een niet onknap
jongman, alleen wat klein van stuk, zij een slank,
mooi, maar heel coquet meisje.
Ze waren nu tamelijk lang beiden aan het Circus
Leopordo verbonden en waren goede vrienden ge
worden.
Meer dan enkel goede vrienden, dacht hij.
Zij was van een andere meening. Ze vond hem een
goeden jongen, heel geschikt om zich wat mee te amu
seeren en altijd bereid tot allerlei kleine diensten. Meer
niet. Natuurlijk zag hij wel, dat ze niet alleen tegen
hem vriendelijk en aardig was, maar dat leek hem iets
heel gewoons. Ze was immers jong en mooi, waarom
zou ze niet een beetje met dezen en genen flirten.
Hij was er zeker van, dat ze het nooit ernstig meen
de. Hij dacht immers zelf de uitverkorene te zijn.
Dat bleef zoo, totdat Signor Rapelli, de bekende
kunstrijder, aan den troep verbonden werd. Signor
Rapelli was lang en slank en heel donker van uiterlijk.
Als hij 's avonds in zijn uitstekend zittend rijcos-
tuum, den glimmenden hoogen zijden op zijn zwart
haar, de arena binnenreed op zijn schimmel, vormde
hij wel een groote tegenstelling met den clown, die
de barrière met komisch-drukke gebaren openwierp.
De uitdrukking van zijn donkere oogen in het fijnbe-
sneden gezicht, als hij groetend den hoed van het
hoofd nam, was wel heel anders, dan die van de rood-
omrande oogjes in het meelmaske van den clown,
wanneer deze den binnenrijdende kushanden achter
na wierp.
Wonder was het niet, dat de mooie Angela geen
oog van hem af had, als ze van uit de artistenloge
zijn schoolrijden volgde, of gereed en gekleed een ver
scholen plaatsje achter de barrière gezocht had, van
waar ze hem goed zien kon.
Hoe Signor Rapelli's oogen na ieder succes de hare
zochten dat merkte onze clown al spoedig en lang
duurde het niet, of de angst kwam over hem, dat het
ditmaal ernst was en geen gewoon spel.
Angela begon hem minder vriendelijk te behande
len, ze vroeg hem zelden meer een of anderen kleinen
dienst en toen hij bleef aanhouden en haar zijn ge
zelschap opdringen, snauwde ze hem af. Zoolang er
niemand bij was, als ze hem zoo behandelde, droeg
hij het met gelatenheid. Van haar wilde hij alles ver
dragen, als hij maar in haar nabijheid zijn mocht.
Maar toen op zekeren dag ze hem een snauw gaf in
het bijzijn van zijn mededinger en deze met een lach
van verstandhouding Angela aankeek, overviel den
clown zulk een hevig gevoel van haat voor dien kerel
met zijn verwaand en spottend gezicht, dat zijn adem
een oogenblik stokte en het hem rood voor de oogen
werd.
Even schrok Angela van de uitdrukking van zijn
gezicht, maar toen schudde ze lachend haar krullen
naar achteren en stak met een uitdagend oprichten
van haar hoofd, haar arm door dien van Rapelli. Haar
lach klonk den clown nog in de ooren, lang nadat het
paar de stallen verlaten had en hij aheen was achter
gebleven, beide vuisten tegen zijn oogen gedrukt en
kreunend, als een gewond dier.
Van dien dag af vervulde hem maar één gedachte:
één van beiden moest het veld ruimen, hij of die
vervloekte signor, één van beiden was hier te veel.
,,Hij of ik.... hij of ik...." zoemde het aldoor
in zijn hoofd.
Er moest een eind aan komen, zóó kon het niet
blijven, hij zou er gek van worden.
Toen besloot hij zijn vijand een eerlijken tweestrijd
aan te bieden, een duel op leven en dood.
Signor Rapelli lachte zijn tanden ontblootenden
lach en draaide hem tot alle antwoord schouderop
halend den rug toe.
Weer werd het den clown rood voor de oogen.
Vervolg op btadz. 16