PUROL KON. DRUKKERIJ G. W. DEN BOER Lange St Pieterstr. F 33 MIDDELBURG Levert alle soorten DRUKWERK inkeurige uitvoering tegen billijken prijs Gesprongen Handen Schrale Lippen Ruwe Huid ■AjzI v&vzacM &n g&rvzzsi 16 ONS ZEELAND Hij wilde hem achterna, zich op hem werpen, maar vriendenhanden hielden hem terug. Niet vechten, de directeur hield niet van oneenig- heid bij den troep, waarschuwde men hem en toen hij zich weer vrij bewegen kon, was de gehate gestalte van den signor verdwenen. Dien middag kocht hij een kleine revolver, die hij voortaan geladen bij zich droeg. Hij of ik. hij of ik. Hij kon niet tot een besluit komen. Hem neer schieten als een hond, dat zou hij willen, maar dan was hij een moordenaar, welke motieven ook tot de daad geleid hadden. En zou ze ooit iets van een moordenaar willen weten Enkel afschuw zou ze dan nog voor hem kunnen voelen. Dus zichzelf een kogel door den kop jagen. Maar hij was nog zoo jong. Alle hoop kon hij nog niet opgeven, hij kon het niet. Dien avond, een uurtje voor den aanvang van de voorstelling, bespiedde hij het paar, verborgen achter eenige requisieten. Hij zag, hoe Signor Rapelli het meisje naar zich toe trok, hoe hij haar hoofdje ophief en hoe hun lippen elkander vonden. Die gehate lippen op den mond, waarop hij zoo hartstochtelijk verlangd had de zijne te mogen drukken, maar die hij tot nog toe nooit had durven aanraken. Hij voelde een grooten drang, het uit te schreeu wen, maar hij wist zich in zoover te beheerschen, dat enkel een dof gebrom, als van een wild dier, ge hoord werd. De beide gelieven merkten hier niets van, ze waren te veel verdiept in hun liefdesbetuigingen. De arme clown drukte zijn nagels in zijn hand palmen en keek met brandende oogen toe. Langzaam gleed zijn rechterhand in zijn broekzak en greep het wapen, dat daar verborgen zat. Nu wist hij het: hij zou het zijn. Hij richtte de revolver, maar liet haar weer zakken. Hij aarzelde. Ze stond zoo vlak tegen dien ellendeling aan, als zijn hand beefde, zijn schot niet precies gericht was. Het goede oogenblik was voorbij, de twee gelieven hadden afscheid genomen, het was tijd om zich te gaan verkleeden. De hand, die het wapen weer gericht had, zakte. Een half uur later buitelde de clown de arena bin nen in zijn potsierlijke kleeding, met besmeurd en op- geteekend gezicht. Nog nooit had het publiek zóó om hem moeten lachen, hij was doller dan ooit. Er was zoo iets vreemds over hem, zoo iets tragisch-komisch, zooals dezen avond had men hem nog nooit gezien. Opeens, terwijl het publiek gierde om een van zijn droogkomieke opmerkingen, verklaarde hij moe te zijn en een beetje te willen rusten. Hij plompte in het zand neer en zat daar, met zijn gezicht in zijn handen verborgen. Het publiek geloofde aan een nieuwe grap en wachtte af, wat hij nu weer voor dwaasheden verzin nen zou. Het leek wel of hij of andere nieuwe dollig- heid zat uit te broeden. Hij was blijkbaar in gedach ten verzonken. En werkelijk, velerlei gedachten woel den door zijn hersens, Zou Angela het hem ooit vergeven, als hij dien kerel neerschoot? Als ze zich voor altijd van hem af wendde, wat had hij dan gewonnen? Hij wilde zijn vijand eene laatste kans geven om haar niet heelemaal te verliezen. Als ze hem een kus wilde geven en na afloop van de voorstelling naar hem luisteren, dan zou hij dien vervloekten Italiaan het leven schenken. Hij zou het haar straks vragen, haar nummer volgde al spoedig. In de arena kon ze hem niet ontwijken, zooals ze in den laatsten tijd altijd deed; dan moest ze naar hem luisteren. Bliksemsnel was dat alles door zijn hoofd gegaan; nu sprong hij op, maakte een paar buitelingen en kraamde een paar malligheden uit tegen August den Domme, wiens oogen met een vragende uitdrukking op zijn zittenden kameraad gevestigd waren geweest. Daarna hielp hij met onhandige slagen het zand bij - harken voor het volgend nummer. Het volgend nummer, het hare! Daar kwam ze al aan, staande op het ongezadelde paard, het rondren nende dier aanwakkerend door haar hooge en schelle kreetjes. De felle blikken van den clown richtten zich op haar bevallig figuurtje en vroolijk gezichtje. Ze voelde den brand van die oogen en werd onrustig. Maar ze vermande zich en begon haar taak. Toch voelde ze iets, dat ze in de laatste jaren niet meer gekend had, ze voelde angst. Ze zette door, sprong door de hoepels, die haar voorgehouden werden, maar telkens als ze den ring naderde, vastgehouden door den clown en zijn steken de oogen op zich gericht voelde, overviel haar een aarzeling en brak het angstzweet haar uit. Goddank, dat was goed afgeloopen, met een zucht van verlichting liet ze zich op den rug van het paard zakken, kruiste bevallig haar mooi gevormde beenen en dankte met kushanden voor het daverend applaus. August de Domme vulde de rustpauzen aan met een paar grappen en wat schuw keek ze uit, waar hij ge bleven was, haar clown. Daar zag ze hem opeens op haar afkomen. Voor ze goed wist, wat er gebeurde, had hij zich aan de staart van haar paard opgetrokken en zat hij naast haar. Zijn arm om haar heenslaande, fluisterde hij haar wat in het oor en het publiek lachte om haar ontsteld gezichtje en afwerend gebaar. Hij scheen haar iets te vragen, wat kon men niet verstaan. Dat was jammer, dat moest niet. I Winterhanden Wintervoeten PUROl Doos 30 en 60, Tube 80 ct Bij Apoth. en Drogisten

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 16