8
ÓNS ZEELAND
Het nieuwe carillon te Zierikzee wordt geplaatst. De klokken zijn al op den
torenzolder, hierboven ziet men de groote trommel voor het speelwerk
omhoog brengen.
Wat Parijs draagt.
Daar zijn dan allereerst de beeldige avondjaponnen,
gegarneerd met imitatie diamantjes.
Deze garneering, waarvoor men eerst den neus op
trekt, omdat men niet gaarne valsche steenen draagt,
is echter op zoo fijne en eenvoudige wijze aangebracht,
dat de meest gedistingeerd vrouw er niet voor schroomt
zulk een garneering te dragen op haar avondkleed.
Een robe van zwart crêpe satin b.v., waarvan de
taille tot even over de heup bestaat uit breede ban
den, die omzoomd zijn met kleine diamantjes.
Al deze banden vallen in een slip naar beneden,
evenals het rokje, dat in een schuine punt valt. Deze
robe is mouwloos en laat den linkerschouder bloot,
terwijl de japon daar opgehouden wordt door een
schouderbandje van crêpe satin omrand met dia
mantjes.
Het aardige van deze garneering is, dat de steentjes
nu eens wit, dan weer zwart omrand zijn. Daar ze
aan iedere kant twee kleine gaatjes hebben, worden
ze gemakkelijk op de stof vastgehecht.
Een andere avond-robe van witte crêpe Georgette
had op den linkerschouder, die bloot was, een epaulet
van diamantjes in zwarte omranding, waar voor en
achter een vleugel van de stof uit viel. De taille van
deze voorname robe werd bijeengehouden door een
ornament van dezelfde steentjes, waaruit een losse
slip van de rok ver naar beneden hing.
Weer een andere noviteit zijn de avondrobes van
een soort zijden kant met groote mazen in geometri
sche dessins.
In zwart of grijs-bruin zijn deze robes van een bizon-
dere elegantie. Ik zag een mooi model, waarvan het
rokje uit vier geplisseerde volants van de smalle kant
bestond, die van voren korter vielen dan van achter.
De taille, van de breede kant, was geheel glad-getrok
ken, maar daarover heen was een gedrapeerde corsage
van zwarte crêpe Georgette, bijeengehouden door een
gesp van strass.
Een andere van grijs-bruine kant was geheel mouw
loos en had een rond décolleté in den rug. De rok was
in vele pijpplooitjes aan de taille gezet en viel als een
kort sleepje naar beneden. Een breed ceintuur van
zijden lint in dezelfde tint van de kant, sloot op de
heup met een grooten strik.
Van ongemeene pracht zijn de avondmantels, die
op deze elegante avond-robes gedragen worden.
Het meest in zwang zijn die van gebrocheerde lamé
en crêpe Haï-kaï.
Een goud-bruine zag ik met rooden weerschijn, als
de kleur van wilden wingerd waar het late najaars
zonnetje op schijnt. Deze jas had een énormen kraag
van vison met breeden omslag langs den voorkant
en groote ballon-manchetten.
Een redingote van goud-gele crêpe Haï-kaï met
zalmkleurigen weerschijn, viel recht naar beneden in
4 godets, die een sierlijke golving in de jas brachten.
Een smalle kraag met revers van vison en niet al
te breede manchet garneerden fijntjes deze pracht-
mantel, die met één knoop van strass sloot.
Een cape van lamé in zacht-blauw met zilver-grijzen
weerschijn was omzoomd met zilver-vos.
Op de avond-toiletten worden geen fantasie-corsages
meer gedragen. Wie zich de weelde kan permitteeren
draagt thans twee zacht-rose of witte camélias of wel
twee orchideeën in de tint van de robe.
Zwart is absoluut voorgeschreven als middag-dracht.
Is er ook iets voornamers denkbaar, dan een mantel
van zwart laken of crépella, gegarneerd met astrakan
of breitschwanz, een hoedje van zwart vilt, met een