WMMfU MFSITWH
REEEER5 EN POEDELS
,'Tini\i
5ICRAAD müWMOI5J
t
ONS ZEELAND
-EINNCN ICDCR.5 B€R.€iK 09fU
CLI^MUPARtt 58 VLIöóirNGEf^
De Bevelandsche Tuinbouwschool
12
Voor den Bevelandschen tuinbouw
wordt een school geprojecteerd,
op die school wordt in de toekomst
't wonder-van-den-grond geleerd.
Echter is de teere kwestie,
van de kleur nog niet beslist.
Men begrijpt, dat elke Zeeuw zich,
hieromtrent goed vergewist.
'n Rechtsche school wordt door de „Linkschen"
niet bepaald geprefereerd.
'n Linksche zou onhandig blijken,
wordt er zeer te-Recht beweerd.
'n Tuinbaas moet toch kunnen toonen,
dat hij goede lessen nam
'n Boom mag appels laten vallen,
mits niet heel ver van den stam.
En een „Roode-school" ligt thans nog
ver van 't zoete Zeeuwsche ooft.
Roode scholen Roode kolen
en die mogen niet gestoofd
Onze magistraten staan voor
'n zeer genuanceerde keus,
combinaties, complicaties,
ingewikkeld is het heusch.
Samenvoeging aller kleuren
Neen, die hoop vervliegt in rook
dat bederft de „hoop der natie"
en de toekomst-vruchten ook.
Samenwerking neen, dat gaat niet,
doe geen olie bij het vuur
Magistraten, U de uitspraak,
ook al zijn de vruchten zuur.
In den grond plant men een zaadje,
en dat zaadje, dat ontspruit....
welke fractie legt dit wonder
aan het vragend menschdom uit
WILLEM TELL It.
Een goedhartig mensch is blind, een edel mensch
sluit de oogen.
Men mag er trotsch op zijn, niet trotsch te zijn.
We worden werkelijk een wereMstad
Dit dacht ik, toen ik op 26 November langs de ver
schillende rayons dwaalde, om onze Hollandsche ac
teurs en actrices in actie te zien als verkoopers en
verkoopsters.
t Ging hen handig af en ze wisten, met het gemak
hun eigen, ook in dit huidje te kruipen.
Zoodra je de KaNerstraat in flaneerde, voelde je
de stemming al. Daar was iets gaande Maar vlak
bij Gerzon kreeg je de stemming een van 31
Augustus pas goed te pakken.
Dringen moest je, want je werd gedrongen.
Lachende dames, lachende heeren, lachende politie
mannen.
En onverbiddelijk waren ze, de ridders van den
Heiligen Hermandad Op sommige momenten, wan
neer het publiek tè veel opdrong, vormden ze een
keten en dwongen ze, hand in hand, het publiek tot
wijken.
Zie, dat was buitenlandsch. Ook kreeg je dit gevoel,
toen je al die bekende en gehefde tooneel-figuren,
chique gekleed, hun waren aan zag prijzen.
Op den avond van dienzelfden dag, terugkomend
van den vroeg-film bij Tuschinski, kreeg ik wéér het
gevoel, dat we nu toch heusch een wereldstad worden.
Maar deze keer stemde dit weten me droef.
Vreemd, te denken, hoe je daar rustig bij Tuschinski
zat en maar even van je af, pang pang pang drie
menschenlevens verwoest werden.
Wat was het allerakeligst, in-luguber, dat staan van
die drommen menschen, rondom het standbeeld van
Rembrandt. Je begreep er eerst niets van, dacht aan
een troep vreemdelingen, die, laat nog, het stand
beeld gingen bezichtigen.
Een taxi-chauffeur zei
„Ze lijken wel gek, d'r is niks meer te zien, ze is
nou toch al dood."
,,Ja, man, weer een ander, „bemoei je niet met
de vrouwen, 't loopt altijd mis af."
„Zeker een vrouw zich van 't leven beroofd," con
cludeerden we en we liepen door.
Maar even verder weer een groep menschen, waar
van één, in 't midden, zich interessant voelend, ver
telde
„Pisuisse heeft zich een kogel door 't hoofd gejaagd."
Een koude hand lei zich op onze harten.
Pisuisse welke ras-echte Amsterdammer kent
„Swiep" niet
En als in een film, zoo joegen al z'n mooie liederen
door je bol.
Problème, ein Weib, Durf te leven en nog zoo
velen.
Pisuisse dood Och neen, het moest een vergissing
zijn.
MPe spoedden ons naar huis, in een naargeestige
stemming, dezelfde, die hing over het Rembrandtplein.
„Zet de radio aan, straks komen de pers-berichten."
Ja en toen hoorden we heel het droevig drama en
we bleven zwijgend bijeen.