14 ONS ZEELAND schaal bezig geweest. Moest telkens niezen van de guurheid en het kolengruis witte zakdoek zwart ge worden. Ik dacht, enfin, het is toch Zaterdag, maar Liesbeth had een andere opinie. Werd beschuldigd van de neiging om onzen zeepsop-magnaat rijk te willen maken, 't Viel me eigenlijk nog mee ze had net zoo goed kunnen beweren, dat door mijn opsnuiverij het tekort van 20 K.G. kolen ontstaan was. Daar liep de leverancier nu toch gelukkig tegen op. 4 December. Om de kinderen aangenaam bezig te houden voor Sinterklaas gespeeld. Zware stem opge zet en rare geluiden uitgestooten met ketting tegen de deur geslagen en dreigend een zak voor stoute kinderen binnengestoken. Heb altijd veel aanleg voor tooneelkunst in dit genre gehad. Ik weet nog best, hoe ik aan de zoontjes van Breeduitstra een zenuw toeval bezorgd heb als zwarte Piet, en die waren toch heusch niet bang uitgevallen. Ook nu was alles uit stekend verloopen, wanneer Jossie niet, uit lijfsbe houd, met zijn blokken was gaan gooien. Liesbeth poogde de situatie nog te redden, door hem te waar schuwen, dat het zijn vader niet was, doch toen ver loor ik net mijn baard en moest ik afdeinzen voor het bombardement. 6 December. Gister geen journaal kunnen bijhou den. De jeugd was dol van uitgelatenheid. Ze hebben me uit louter dankbaarheid met 'n parapluie op m'n hoofd geslagen, 't Is natuurlijk goed bedoeld, maar toch vind ik dat de eerbied, die het kind voor zijn ouders behoort te hebben, bij ons eenigszins taant. Van mij hebben ze dat niet, want ik was op dit punt bijzonder gevoelig, 't Heugt me nog duidelijk, hoe ik dagen lang ontroerd ben geweest, toen ik las, dat prins Blahud, de stichter van de baden te Bath, tevens voorbeeld der kinderlijke liefde, altijd in tranen uit barstte wanneer hij in den vreemde een varken zag, dat op zijn vader, koning Lud, geleek. Op de soos was jhr. Poetspanne in vroolijke bui hij tracteerde zelfs. Later hoorde ik van Breeduitstra, dat hij al zijn schulden had kunnen betalen, door dat iemand hem een groot crediet gegeven had. U wilt eens wat teekeningen zien van Zeeland Best mijnheer! En zoo trok ik er op uit, gewapend met fiets, schets boek en potlood. De eerste reis zal zijn van Vlissingen over West- Souburg naar Koudekerke. Spoedig is Souburg be reikt, waar de huisjes ingedommeld zijn rondom een pleintje, als doen zij hun winterslaap. De lange, kale hoornen, verhoogen nog de najaarsstemming. De ondergaande zon werpt lange schaduwen over het pad, die opklimmen tegen de muren en een fel contrast vormen van licht en donker. Alle kleur is verdwenen, in een somber najaars- grauw. Kil is het, en de vette aarde klontert aan fiets en schoenen. Een eind verder treuren kale wilgen en spiegelen hun mager lichaam in het water der sloot. De zon verdwijnt langzaam achter de wolken die zich aan de horizon opstapelen. De schaduwen worden vager en vager, de nacht treedt in. BOB. Wie koren heeft, krijgt meel geleend.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 14