VERGEET DL VOORDEELEN DER GRATIS ONGELUKKEN-VERZEKERING NIET. 975 „Die jongen is een stijfkophoofdschudde hij. „Wedden dat het niets met hem uithaalt Roman netjes lezen, ja 1" „Nou ja, dat deden wij ook in onzen jongen tijd." „Wat zal ik nog een last met dit alles krijgen," klaagde Dale. Na iang overwogen te hebben, stemde de voogd eindelijk toe en bracht hij het besluit aan Piet, die het nieuws ontving als van-zelf-sprekend. Denzelfden middag ging hij naar Leiden voor kamers. Ook Eva en Dolly zouden naar Brussel vertrekken. Benthuizen had voor de weduwe een crediet op een bank geopend, waar ze flink gebruik van maakte. Zelden kwam hij met haar in aanraking. Door een der meiden, of Hein, den chauffeur, liet ze he tn haar orders overmaken. Dikwijls liet ze zich per auto naar het kerkhof brengen, waar een groot, kostbaar monument de laatste rustplaats van van Henken aanwees. Maar stilaan begon haar verdriet te slijten en nu en dan ging ze naar Brussel haar kinderen bezoeken, bleef dagen in het groote hotel „Palace" op de Rogier- plaats >eeeren en kwam met een vracht nieuwig heden naar huis. Benthuizen zag haar dikwijls in den tuin, alleen of met vrienden, soms ,met Antoon, liefdevol haar arm om zijn schouder geslagen. Hij volgde haar met ziin blik zoolang hii kon ontroerd, bewogen, zooals men een kunstig gewrocht beschouwt. Hij beminde haar met een reine liefde, zooals hij Gertrude, zijn overleden vrouw bemind had. Maar nooit, nooit zou hij haar zijn liefde durven bekennen. Zij, zoo hoog boven hem verheven.zoo ver van hem af als een onbereikbare ster.hij, haar onder geschikte en met zijn eerbied voor zijn meesters, hem van jongsaf door zijn vader ingeprent. En zij behandelde hem ook aldus, of die eerbied haar toekwam. Op een middag, toen Alida haar vader opwachtte, verwaardigde mevrouw van Henken zich het meisje, dat zij zich van vroeger herinnerde, aan te spreken en zei glimlachend „Ja, toen je nog zoo'n kleine peuter was en aan grootvaders hand hier voorbij kwam, moest ik altijd naar je mooie krulhaar kijken.... Wacht je op je vader? Is het niet..Alida „Ja mevrouw, c!at is miin naam. Vader zal wel gauw komen, denk ik." „Ga maar naar zijn kantoor, Alida. Je behoeft hier niet te wachten, kind! O! Daar is hij juist," knikte ze toen Benthuizen naderde. Ze stak hem haar hand toe, maakte hem een konipliment over zijn dochter en zich weer tot het jonge meisje wendend, ging ze voort„Als je weer eens voor je vader komt, mag je gerust den tuin doorwandelen." „Heel graag, mevrouw," antwoordde Alida met een blos, de hand drukkend, die haar werd toege stoken, Even keek de weduwe Benthu;zen in de oogen, en voelend dat een diep rood haar wangen kleurde, verwijderde zij zich haastig. Ze had getrild toen hun b'ikk-n zich kruisten. Lang dacht ze er over na. Was het dankbaarheid, die er haar uit tegenstraalde. omdat zij zijn dochter gezegd had gerust in den -uin te mogen gaan Wat lag er in ziin blikwat Een goed jaar was na den dood van Pieter van Henken verstreken. En, niettegenstaande mevrouw telkens weer cheques aan de bank inde had Bent huizen geen verlies te boeken. Het credit woog tegen het debet op. Hij was tevreden. En toen aan Dale, als voogd, verslag gegeven was, wreef de directeur zich vergenoegd de handen „Wij komen er, wij komen er. mijnheer Dale. Geen nieuwe schulden en dit jaar misschien wat op zij leggen voor hypotheekaflossing." „Mijn zwager moet dan toch nog al wat voor zich- zeiven noocng gehad hebben," verwonderde zich Pale. „Want Piet klopt nog al eens aan, geloof ik, en toch schijnt het er niet tegen op te wegen met hetgeen Pieter noodig had. Maar studenten kunnen mtt het geld overweg.... Ik zal me toch eens een keer gaan overtuigen, hoe dat heerschap het daar stelt..Geld zenden is mooi, maar je moet er waar voor krijgen.... en me zoo maar alles op de mouw laten spelden, nee, dan kennen ze Jan Dale niet goed. Ik ben nu eenmaal voogd en zal mijn plicht ver vullen zoolang het moet.En Eefje komt over een paar weken thuis.... En dan het feest.... Het rouwjaar is voorbij.... Hermina draagt al een licht gele japon.... Een mooie vrouw nog. Benthuizen. Men zou haar lang geen veertig gevenMisschien doet ze nog wel eens een rijk huwelijk.... Zeg, dat was een uitkomst, hé Or .ïllekeurig wroette Dale pijnlijk in het hart van Benthuizen. Zij een rijk huwelijk I Ja, ze had alle kans Ze was nog mooi en weer opgeruimd en vroolijk zooals vroeger.... Mijn hemel! als hij rijk was, schatrijk, of van adel Wie weet „Zeg, was dat geen uitkomst stoorde Dale zijn gedachtengang. „Ja.... ja.... natuurlijk hakkelde de directeur. ,,'t Bracht geld in 't bakje, man En het is zoo noodig." „Een weduwe inet vier kinderen en geen kapitaal raakt niet zoo licht aan den man," vond Benthuizen als een troost voor zichzelf. „Nee, éaar heb je gelijk in", stemde Dale ernstig in. Zij iespraken nog het een en ander; toen vroeg de voogd of er niets meur te verhandelen was. „Niets meer, mijnheer Dale." „Tot later dan, Benthui zen." De directeur bleef in gepein zen verzonken over een moge lijk huwelijk van de weduwe. Plotseling keek hij verwonderd op. Tusschen het groene loo- ver lichtte een gele japon en daarnaast een roode, waaraan hij mevrouw „Ik breng u van Henken en zijn dochter her kende. „Zij met Alida, zij Een glans gleed over zijn gelaat en turend naar de stru'ken trachtte hij beiden te ontwaren. Als gele en roode vlammen zag hij tel kens de kleuren van haar kleeren wapperen tusschen het groen en nu en dan zag hij even haar gezichten onder de bonte parasol, die Hermina droeg. Was het mogelijk! Kwam zij naar het kantoor? hij sprong op, rukte das en jas recht en haalde vlug, als een kam, zijn hand door het haar. De deur stond open en druk babbelend kwamen zij nader. „Ik h,eng u uw dochter, mijnheer Benthuizen," kwam mevruuw het kantoor in. Hij hood haar haastig een stoel, zenuwachtig een poot ervan stootend tegen zijn schrijftafel. „Alida vindt, dat wij een pracht van een tuin hebben," klonk op beheerschten toon haar stem. „O! ja' prachtig!" btkende Alida. „Ik zag steeds maar het eerste gedeelte en kon mij niet indenken dat hij zoo uitgebreid is. En wat heerlijke rozen staan er „Dat was een liefhebberij van mijnheer," zei Bent huizen, blij iets te vinden om aan het gesprek te kun nen deelnemen, alhoewel hij later zijn gezegde be treurde, toen hij zag, dat de weduwe licht haar wenk brauwen fronste. Hij voelde het bloed naar zijr hoofd stijgen en om zichzelven te redden, begon hij over het bezoek van Dale. Doch Hermina scheen afgeleid te zijn. Haar oogen gingen het vertrek rond. Niet dikwijls was ze hier geweest, maar alles was nog als vroeger. Daar hing een groot portret van haar schoonvader, die de op richter van de tabriek was. Met zeer weinig geld was hij begonnen. De zaak was toegenomen en zijn trots geworden, zooals Pieter altijd vertelde. Daar was de foto van haar man, voor een paar jaren gemaakt. Hij was goed voor haar geweest, maar haar huwelijk had haar toch ontgoocheld. Toch wel jammer, dat iemand zoo jong moest sterven. O En dat waren foto's van de fabriekja, Pieter had ze haar laten zien ze had er nog om gelachen, de gebouwen een waschbord genoemd, als je zoo op die daken keek.... En die wevers bij hun getouwen.... donkere tronies, waar ze vies en bang van was. De schoorsteenen had ze pijpkaneel genoemdDaar stond de brandkast, nu veel groote dan vroeger.ze zou er wel eens graag eenn kijkje in wagen, al die stapels goud en zilver, die kleurige bankbriefjes willen zien.'t Was nog bijna een nieuwe groen met koperen slot en een roos van ijzer voor handvat, 't Was een „Lips". En wat boe ken daar! wel netjes alles in orde.... Hjar blik gleed langs de stoelen een karige meubileering vond ze het schrijfbureau ging, maar, or die zetels. Ze ze: met een glimlach „Ik heb uw kantoor eens opgenomen, mijnheer Benthuizen, maar ik vind, dat een bureau van een fabriek zooals de onze, wel wat beter mocht geïnstal leerd zijn." „Och! Het gaat toch n»g al, mevrouw," vond Benthuizen, rondkijkend, of hij de meubels nooit gezien had. „Ik zal de mijne uit ons rooksaion geven ik had al lang gedacht daar nieuwe voor te Koopcn." „Zooals mevrouw verkiest," boog Benthuizen licht, bij zichzelven al uitreke tend, hoe groot de cheque zou zijn, die ze daarvooi zou invullen. „En mijn oudste dochter blijft nu voortaan thuis," vertelde Hermina. In November vieren wij haar acht tienden verjaardag. Dan geef ik natuurlijk een groot feest. Dat zijn wij in onzen stand zoo gewoon." Benthuizen knikte, alsof hij dergelijk feestgeven op zulk een dag eveneens noodig achtte. Hii darh* nu uw dochter, mijnheer Benthuizen", niet langer aan geld. genoot van het nog jeugdige gelaat der weduwe, van haar mooie fluweelige blauwe oogen en fijne trekken. Nog bekoorlijker was ze nu in haar eenvoud en haar gemoedelijk gesprek met zijn dochter en hem. Er ging een bekoring van haar uit, die hem betooverde. die hem klein maakte, sprakeloos. Ze stond op .Dus zonals gezegd is, ik zal Hein even de zerels laten brengen." „Goed, goed, mevrouw," boog Benthuizen, haar hand drukkend, die zij htm toestak. Ze nam met een minzamen groet en glimlach af scheid van Aldia en verliet, tot den uitgang door den directeur vergezeld- de fabriek. Langzaam, ai kleurige parasol harmonieerend met haar gele japon, als ten zonnebloem boven haar hoofd, ging ze als in haast langs de prachtig verzorgde perken en gazons. Zoo in haar korte, hupsche kleeding had ze veel van etn jong meisje haar stap was lenig en licht en de wit leeren schoentjes met hooge hakken, raakten nauwe lijks den glanzenden zwarten grond der paden. Kleiner werd de parasol. Ze geleek nu een bloeiende, goud kleurige aster in het najaar. Alida wekte hem uit aie betoovering op, vragend I lebt u nog veel werk, vadertje „Nee, kind, nee.... Ik ga mee naar huis!" Haas tig sloot hij zijn bureau, voelde of de brandkast dicht was ging zijn handen wasschen en zijn dochter onder den aim nemend verliet hij met haar de fabriek. Even zwegen ze tot de portier het hek achter hen gesloten hadtoen keek Alida h< m hezorgd aan „Wat 'n geld zal mevrouw weer noodig hebben, vadertje." „Ja, kind.... Daar is nu eenmaal niets aan te veranderen. Zij is de baas en ik heb over haar doen en latei niets in te brengen." Stilzwijgend stapten zij verder tot aan hun woning, een lief landhuisje, niet ver van de fabriek gelegen. Maartje, de oude meid, stond hen al op te wachten. De tafel was gedekt. Alles helder en glimmend in het licht van de laatste zonnestralen, die recht door de open deur in de kamer vielen. Hier vond Benthuizen rust en vrede, niet voor het gemoed, maar voor zijn werkzamen geest. Hier ver bande hij alle gedachten de fabriek betreffende, hier leefde hij in de stille, genoeglijke sfeer met dt gezellig heid rond zich, die Alida hem hereidde. Haar huiselijken, zorgzamen aard, haar goedheid van hart en edelmoedig karakter dankte zij aan haar moeder. Haar opleiding, die zij in het klooster der Ursulinen te Venraii genoten had, liet niets te wen- schen over. Benthuizen aanbad zijn dochter en menigmaal volgde hij in stilte met zijn blik haar bewegingen. Het landhuisje had sinds haar komst een groote ver andering ondergaan. Ze had het fleurig gemaakt, zooals het hoort voor een dergelijke woning, midden in de bloeiende natuur. Bloemen buiten, bloemt n binnen pralende, stralende kleuren buiten, glan zende, glorende, fleurige binnen. Overdag zon, licht en tinten in tonen van allerlei aard en 's avonds knus, met schemerlampjes, de trekpot onder de ge bloemde theemuts dr kopjes gevuld en dan rustig, zonder het geroezemoes, gegons, gerikketik en oor- verdoovend lawaai van getouwen en ander fabrieks- lezen, in een diepen zetel, een fijne sigaar, de dag bladen lezen. Dat was een genot voor hem 1 Toen Alida op kostschool was, ging hij naar de Club, maar nu bleef hij liever thuis, zat met Alida in den tuin soms tot middenachf. (Wordt voortgezet.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 19