I" I Brenytzonney/ans en cfónnenyeurinhi Een Middagjaponnetje Gestoorde Nachtrust! de heerlijke zuivere «j wnjfv/as *~|j Oudejaarsavond Wrijf was voor vloeren en meubelen 976 Een middagjaponnetje van soepele stof. Het lijfje is iets ruim genomen. De rok vertoont van voren een stolpplooi, die voor iets meer dan de helft dichtgestikt is en versierd is met een aardigen knoop. Het rok je heeft verder 2 zakjes, met een versiering, uit gevoerd in kunstwol of /ijde. De lange, gladde mouw vertoont onderaan bij de hand een kleine driehoekige versiering, eveneens in kunstwol uitgevoerd. De afschei ding van het lijfje en rokje wordt door een brteden leeren of peau- de-suède riem bedekt. Dit japonnetje is ge dacht in zandkleur, met frissche roode of blauwe knoonjes versierd. Ook de versiering op zakjes en mouwen is in één van deze kleuren gedacht. De Kerstklokken hebben geklonken, en nu gaat iedereen met zijn eigen gevoelens en gedachten het „Oudejaar" tegemoet. Een merkwaardige dag, of beter gezegd „avond." Zooals we eiken avond in den nacht overgaan tot den volgenden dag, van maand op maand, gaan we dan ook van 31 December op 1 Januari. En toch deze avond en nacht is anders Lr wordt een jaar afgesloten Een jaar, dat voor menigeen mismoedig, voor anderen geheel gelukkig, voor derden zonder bijzondere feiten voorbijge gaan is. Daardoor zijn de gevoelens van de menschen, op dien avond zeer verschillend, en naar ik hoop, beste lezers, van u allen, vredig en berustend! Zij het dan ook meer of minder opgewekt. Wat er ook voorgevallen mag zijn in het afge- loopen jaar, toch zal de huisvrouw trachten aan dezen avond een sfeer van intieme huiselijkheid te geven. Voor de vele gezinnen zal deze avond heel ver schillend zijn één groote overeenkomst is er zeker, n.!., dat er gezorgd is, dat de familieleden ont haald worden op den een of anderen drank en gebak, op koude of warme spijzen. Hieronder laat ik enkele recepten volgen van ge bruikelijke gerechten. APPELBEIGNETS. 125 gram bloem; 2 d.L. lauwe melk; 10 gram gist; pl.m. 6 mooie zure appelen; iets zout; frituurvet of slaolie of boterolie. Bereiding: Doe de bloem in een kom en maak in het midden een kuiltje. Brokkel de gist in een kom metje, roer dit glad en vloeibaar met wat suiker, en giet dit in 't kuiltje in 't meel. Voeg een weinig lauwe melk toe en roer het meel, van 't midden uit begin nend, aan met de melk. Sla er de klontjes uit en voeg de rest der melk en iets zout toe. Laat het beslag _>p een lauwe plaats rijzen, gedurende ongeveer a 3/i uur. Boor en schil even vóór het bakken de appelen, snijd ze in vrij dikke plakken. Verwarm het vet, tot er een flinke blauwe damp afkomt. Dompel eenige schijven appel in het beslag, laat ze daarna in het heete vet glijden en bak ze d: arin bruin en knappe nd. Laat ze even uitdruipen op grauw papier en presen teer ze warm, dik bestrooid met poeder- of basterd suiker. SNEEUWBALLEN (pl.m. 3 stuks). 60 gram boter; 120 gram bloem; 2 d.L. melk; 4 eieren; 20 gram suiker; 50 gram krenten en sucade; iets zout; frituurvet. Bereiding: Verwarm de melk met de boter, voeg een weinig zout toe. Doe de gezeefde bloem in eens in de kokende melk. Roer dit samen op de kachel tot een zeer stijven bal. Laat het deeg een weinig bekoelen. Voeg er dan de suiker bij, één voor één de heele eieren, doch roer na toevoeging van elk ei de massa weer ge heel glad. Klop het beslag daarna nog minstens 5 minuten. Vermeng het deeg met de gewasschen kren ten in de gesnipperde sucade. Maak het vet warm, maar niet te heet. Vorm met twee lepels, die vooraf vet gemaakt zijn, van het beslag kleine ronde bal letjes, laat ze in het vet glijden, dat langzamerhand heeter moet worden. De sneeuwballen moeten sterk zwellen. Laat ze, als ze gaar zijn, even uitlekken op grauw papier. Stapel ze op een schotel en bestrooi ze dik met poedersuiker. APPELFLAPPEN (pl.m. 20 stuks). 180 gram bloem; 180 gram boter; pl. 3/4 d.L. wa ter; iets zout; pl.m. 8 10 moesappelen; citroenschil; desgewenscht krenten. Bereiding: Maak feuilletédeeg van bloem, boter en water (zie hiervoor 't recept van banketletters). Schil de appelen, snijd ze tot dunne schijfjes, en wel ze op in een suikerstroopje met een citroenschil letje. Laat ze uitlekken en koud worden. Wasch de krenten, wel ze op, en laat ze uitlekken. Meng appelen en krenten dooreen. Rol het deeg dun uit, en steek hieruit met een rond voorwerp een cirkel van 9 c.M. middellijn. Beleg de helft met appelmengsel en plak de andere helft met water er op vast. Bestrijk ze van boven met geklopt ei, strooi er wat suiker op en bak ze op een met bloem bestrooid bakblik in een vrij warmen oven gaar, gedurende pl.m. uur. CATHARINA. We hielden den vorigen keer juist op, toen we 't hadden over rustig doorslapen in den nacht. Het is nu eenmaal een feit, dat veel zuigelingen de liefelijke gewoonte aannemen om van den nacht een dag te willen maken. Ze trak- teeren ons dan on een permanent concert, dat ons zelf en de omgeving tot wanhoop brengen kan. Eigenlijk behoeven we ons over dat gehuil heele- maal niet ongerust te maken. Wat heeft zoo'n zuigelingetje nu eigenlijk voor afleiding, voor oefe ning Kijken, praten, fluisteren kan't nog niet, zich eens verplaatsen, ho maar, geen sprake van Het kan zich nog niet eens zelf omkeeren, nog niet spelen met zijn han djes of voetjes, neen het kan niets dan liggen, zoo als het neergelegd wordt, slapen, wakker worden en drinken. Het moet zich toch oefenen, zich voorberei den op geluidjes maken, op praten. Daarom huilt het, uit louter drang tot inspanning, tot ontwik keling. We kunnen dat huiluurtje beschouwen als ontspanning, zooals dat b.v. voor ons de dagelijk- sche wandeling is en als wc het zoo bezien, kun nen we het rusEg aan vaarden. Al heel gauw leeren we onderscheiden, of ons kindje huilt, omdat het honger of pijn heeft of niet gemakkelijk ligt, doordat het nat of vuil is, óf dat we met een uiting van louter levens lust te doen hebben. Maar lastig zijn de uitingen, dat geef ik toe. vooral als de nacht er voor gebruikt wordt of het uurtje, dat je nu eens juist met je allen een poosje rustig en gezellig bij elkaar kunt zitten Gewoonlijk wennen de peuters dat nachtelijk ge- krijsch gauw af als ze goed verzorgd worden en ze niet in een benauwde slaapkamer te siapen gelegd worden. We kunnen gerust een raam open hebben in de slaapkamer, als de wieg maar zoo geplaatst wordt, dat er van tocht geen sprake kan zijn. Als het baksteenen vriest, moeten we natuurlijk zorgen, dat de kamer verwarmd is. Maar toetreding van versche lucht is een eerste vereischte, vooral ook voor 't rustig slapen van den zuigeling. Er hangt nog zoo héél veel van een goede verversching van het bloed, van een behoorlijke stofwisseling af in zoo'n nieuw leventje. Werkelijk, 't gebeurt herhaaldelijk, dat zuigelingen lastig zijn, doordat de atmosfeer in de kamer verontreinigd is. Buitengewoon gevoelig zijn ze ook voor rook, ik bedoel rook van sigaren, sigaretten of een pijp tabak. En niet alleen is het van belang voor ons om te weten, dat ze daardoor huilen, we moeten ook weten, dat tabaksrook een vergif is voor onzen kleinen peuter. Evengoed als sterke, rookers nicotine-vergiftiging kunnen krijgen, vertoont zich die ook bij zuigelingen, die te slapen gelegd worden in een kamer, waarin gerookt wordt. Nog sterker, 't doortrekken van de rook van een aangrenzende kamer kan al in hooge mate schadelijk werken. Moeders, denkt er dus aan, in het heiligdom waar uw Godsgeschenk ligt te slapen, hebt ge in het belang van zijn gezondheid het recht te vragen, dat er nooit gerookt wordt. Maar we zouden afdwalen Een volgenden keer hoop ik met u te bespreken, hoe uw kleine schat zich verder gaat ontwikkelen. J. F. JACOBS-ARRIëNS. WEET GE.... dat vet en boter in de koekepan niet spat, wanneer men er een stukje brood inlegt? NELLY.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 20