GROOT-ROTTERDAM 963 De trompetter van den toren biedt zijn Nieuwjaarswenschen .tan. 1(524. De Nieuwjaarswensch van den lantaarnopsteker, opgedragen aan de burgers der stad, bij den aanvang van het jaar 1843. vergaderinge van vnlck quam te vallen op de straten 't. vvelck Mijne Heeren niet willende lijden, interdiceren ende verbieden daer omme eenen igelic- ken, jonck ende oud, 't Nieuwejaer te singen of spelen bij de straten, noch voor der goede luyden op pene van 't overste kleed te verbeu ren, 't welck des Heeren dicnaers ende de wacht deser stede geauc- toriseert wordt eenen igelieken van de genen, die bevonden stillen wer den te singen ende spelen, af te mogen nemen." Nu wist de gemeente, waar ze zich aan te houden had. In andere steden hield dat Nieuw jaarzingen nog veel langer stand. Te Nieuwpoort vaardigde de re geering er nog in 1758 een verbod tegen uit „Niemand, 't zij jong of oud, zal vermogen Nieuwjaar te zin gen, of in iemands huizen te loopen en den luiden iets of te eischen of te nemen enz. Te Koevorden besloot de kerke- raad den 13den December 1770 aan de regeering der stad te verzoeken, „dat oudt en slegt gebruik, dat op Nieuwjaarsdag lange heeft plaats ge- had't, met betrekking tot het uitde len van zo genoemde Nieuwjaars- of ijzer-koeken aan straotloopers," te verbieden en af te schaffen. Maar, helaas de kerkeraad ontmoette „schroomelijken tegenstand," en de Drcntsche Volksalmanak van 1842 verzekerde, „dat men toen nog aan datzelfde euvel mank ging." Weer in andere plaatsen had men 't nieuwjaar zingen vervangen door een collecte op Oudejaarsdag, ui ,wier opbrengst aan de „smalle gemeente" gort en meel werd uitgedeeld. Maar als de Amsterdamsche Heeren van 1578, na hun verbod van zingen en spelen, Bij de jaarverwisseling (Naar een oude teekening). Het oude jaar, links van den mochten hebben gemeend, dat ze toren, vervliegt in rook, het nieuwe jaar, rechts, doet zijn intrede. voortaan een Stil en rustig Nieuwjaar zouden krijgen, hebben ze zich bedro- een Nieuwjaarsdicht geschreven. In den bloeitijd der gen gezien het „houden van 't oude in 't nieuwe," rederijkerij werd de Nieuwjaarsvreugd opgeluisterd het schieten, het wenschen en het drinken bleven als door een stroom van gedichten, liedjes en refreinen, weleer, en nacht en dag even rumoerig, 't Schieten „die den geest ende sinnen konden verheugen ende zouden zij wel graag verboden hebben, maar 't was verquicken". En daarvan stammen o.a. af, de Nieuw- onmogelijk, omdat het zulk „een oude gewoonte" was, jaarswenschen, welke thans nog door de kinderen en de burgerij niet geloofd zou hebben, dat er een worden opgezegd en de oneindige wenschenreeks van nieuw jaar gekomen was, als zij geen schieten had den onsterfelijken Thomas-vaêr. gehoord. Er gebeurden echter wel eens „baldadig- Na de invoering der Reformatie werden verscheidt- neden en verregaande moedwilligheden" bij en ne oude gebruiken, 't zij als „onnutte superstitiën", daarom had de Regeering 't al meermalen „zeer scher- 't zij als „ongeregeldtheden", verboden, althans in pelijk verboden", „nogtans hetzelve, als een oude de steden. Aan't nieuwjaarzingen werd te Amsterdam gewoonte, oogluik inde '-aten passeeren." Maar in al terstond een einde gemaakt. De nieuwe regeering den nacht van 1760 op 1761 hadden de baldadigen had er zich in 1578 op 't kussen gezet, en toen 't de „een groot misbruik van gemelde toelaatinge ge- laatste dag van het jaar was, werd de stadsklok geluid maakt," en nu werd 't dan heel ernstig verboden en al 't volk liep tezamen voor 't stadhuis, en een echter met dezelfde oogluiking als te .voren, venster in de voorpui ging open, waar een secretaris In October 1868 was dat schieten wederom ten het hoofd doorstak en las ernstig punt van overweging in den Amsterdamschen „Also Mijne Heeren van den Gerechte verstaen, dat gemeenteraad, in voortijden vele ongeregeldtheden gebeurt zijn met En hoe het thans daarmede gesteld is, kunt u wel singen ende spelen van 't Nieuwejaer bij de straten hooren in den Nieuwjaarsnacht om 12 utir. Nog altijd ende voor der goede luyden deuren, daerdoor groote wordt er geschoten, al gebeurt 't heel stiekum, en veelal heeft het vuurwerk de plaats van schieten inge nomen. De fabrieken laten haar stoomfluiten minuten lang gillen en in de havens is het sotns een oorverdoo- vend lawaai van sirenen, stoomfluiten enz. Ook de locomotieven van de stoomtreinen doen mee aan dat gilconcert, dat de menschheid met de jaarwisseling in kennis moet stellen. Op Nieuwjaarsdag zeggen de kinderen hun versje op en de oud''ren zenden hun vi sitekaartje naar kennissen en verwanten, maar toch raken deze Nieuwjaarsgebruiken meer en meer op den achtergrond. Alleen te Ootinarsum gaat de nachtwacht, ter wille van de traditie, zijn ronde doen, terwijl hij het oude lied zingt: Komt, burgers komt, nu allen terstond Het nieuwe jaar ingetreden. En 'k wensch U op deez' vasten grond Veel heil, geluk en zegen. Het oude jaar dat is verdweên, Het nieuwe zijn wij weer ingetreên. Het heeft heel wat voeten in de aard gehad om de herinnering aan vroegere eeuwen bewaard te doen blijven. Tot slot van ons artikeltje wenschen wij onzen le zers van harte een jaar van gezondheid, van heil en zegen! N. J. A. Het aanbieden van de Nieuwjaarskoek.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 7