DAG W ONS ZEELAND 7 /Upril;/ I jl..// f We geven vaak zoo verkeerd. Niet alleen aan de straat-bedelaars of lammen en blinden, die nóch lam noch blind zijn. Hoeveel artisten zijn er niet, die door liefderijke dames vooral, maar ook door heeren gesteund wor den, terwijl men veel beter deed, hen niet te helpen, maar hen even te laten voelen de nijpende armoe van hen, die werkelijk niet kunnen werken en te trotsch zijn om te vragen ,,Ja, maar als er nu maanden zijn, dat de arme jon gen niet kan werken!" zegt dan zooên dweepziek, goed gesitueerd mevrouwtje. Best! neem ik aan. Maar laat hij dan zoolang ander werk verrichten, onverschillig wat Werken is geen schande en allicht doet hij er nieuwe ideeën bij op. Dan vinden ze je of harteloos, burgerlijk, of onartis tiek En kom dan maar niet aandragen met groote mannen, die op dakkamertjes gewerkt hebben, die hon ger leden en grootsche werken maakten, werken, die door alle eeuwen heen mooi blijven, 't helpt je geen cent. De artist met den slappen boord en de blonde lok en de sombréro op z'n bol wordt geholpen. En z'n werken worden nóg slapper, z'n levensop vatting nóg ongezonder en hijzelf nog onmogelijker. Maar rijk mevrouwtje steunt de kunst o neen, met een groote K. is tevreden over eigen liefdadig heid en in groot Amsterdam wonen gezinnen, die een armoede kennen waarvan het vrouwtje 't bestaan niet kent. Het is als met de meeuwen en de musschen. De zilver-grijze voge's, zoo slank in hun mooie vlucht krijgen de beste brokken. Het kleine, onaan zienlijke muschje wordt vergeten, en 't heeft toch zóó'n honger Als ieder de kruimpjes die hij te geven heeft, goed verdeeld, dan wordt er geholpen zooals het moet. E. B. B. 21 December. Eindelijk regen, en welk een regen Kostelijk, kostelijk. Heel de stad 'n ijsvloer. Heb met 'n paar oude sokken over m'n schoenen 'n kleine ex peditie gemaakt en zag in vijftien minuten meer malle gevallen, dan anders in 'n jaar. De directeur van de een of andere bank, die anders met z'n neus in den wind en stappend als 'n haan van een stooter, zich als een majesteit aanstelt, liep nu zoo voorzichtig als een kater in nat gras. Hij groette me waarachtig, maar 't gaf hem lekker niets eerst greep hij naar den hemel en toen teekende hij z'n plattegrond tegen de aarde; sleepte ditmaal geen andere menschen in zijn val mee mag wel in de courant Mijnheer van Poe teren, befaamd om de prachtig-correcte vouwen in z'n broek, zag ik kruipend stationwaarts gaan en onze ver politiekte wethouder Zuignap, lag tegen een glooiing van den Nieuweweg, zonder dat hij ditmaal zijn gelief- Op Dinsdag 3 Januari a.s. viert de Vereeniging van Oud-Leerlingen van den Tuinbouwwintercursus te Zierikzee haar 5-jarig bestaan. Deze vereeniging stelt zich ten doel, door het houden van lezingen en het maken van excursies, steeds ervoor zorg te dragen, dat haar talrijke leden op tuinbouwgebied „bij" zijn. Op bovenstaande loto ziet men het bestuur der jubileerende vereeniging. koosde term; „laat zitten wat zit" uitkraamde. Rijke tafereelen. Fietsen wierpen haar berijders af en maak ten zelfstandig een slippertje auto's luisterden niet meer naar haar stuur en zelfs de wagen, waarmee de gemeente-reiniging bepaalde deposito's ophaalt, schoof van de keien, om door het ijs, het grachtwater in te duikelen. Wat 'n krach voor zoo'n bedrijf men spreekt van een deficit van 25 tonnen. En ik liep maar vast en veilig op m'n sokjes rond te neuzen. Nu was het mijn dag 'n Halve week hebben de menschen mij getreiterd met hun idiote ijsmaniakkerij hebben ze me gehoond toen ik met Jossie keer op keer omviel. nu lach ik Toe maar. druk nu ook eens sterretjes in het wegdek, met je gevoeligste bezitting, gelijk ik 't deed op 't gestolde watervlak. Toe maar verwaande zwierders, die met kaartjes op de borst, als kampioen- hengsten, de heele baan in beslag namen, blokzeil nu ook eens over de straat, maar met jullie beenen in de lucht. Ha, ha die „kortste dag" zal me 't langst van allen heugen. 22 December. Nu regent 't werkelijk lauw water, 's IJs in de vaarten lost zich reeds op. Ik heb over wonnen Gevoel me nu direct veel zachter gestemd tegenover die zelfstandigheid. Zeker, ik prefereer room-ijs, maar ach dit sloot-ijs is toch ook, gelijk Boutens het zoo heerlijk zegt, een stiefkind van „vors telijke" bloede, dat de kou ingejaagd is, en ach zoo monarchaal zijn onze Hollandsche harten nog wel, dat bij de herinnering aan zoo'n afkomst, weeke weemoed ons harte besluipt. Laten we ook bedenken, dat het Hohandsche ijs, de nationale kleuren hoog houdt, door de neuzen van zijn satellieten te verven in een scha keering van rood, wit en blauw. Alles is daarom ver geven, doch keer niet terug 23 December. Heb Krimp van Duimen bezocht in 't Ziekenhuis. Ligt in gipsverband. De waterleiding was in zijn huis gesprongen moest met zijn duimen de overstrooming keeren en de loodgieter bleef twee dagen weg. Armen verstijfd. Arme verstijfde

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1927 | | pagina 7